De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640

[p. 795]

Antwoordt voor Henrik Meurs,
aan Abraham Oyens, Rechts-geleerde.aant.^*

Oyens, vryer van de konst,¹
't Was uit oordeel niet: maer gunst;²
Dat u Zang-goddin my stelde³
By den Phoenix, van den Velden;⁴

Dat u wel-gestelde Lier⁵

My geleeck by Karpentier.⁶

Schrijvers! die voor niemant wijcken,
Niemant vreesen, en gaan strijcken

Met de kroone van de pen^8-9

Daer ick my te kleen toe ken.

'k Zou my zelven noch bedriegen,¹¹
En met Icarus gaan vliegen,

Daar de Zon versmelt het wasch,

En my stort in Thetis plas.^12-14

'k Wil noch van mijn meesters leeren:
En hun brave trecken eeren;¹⁶

Oock u dancken voor het dicht,

Daer mijn dienst sich voor verplicht.¹⁸

I.v.V.

* Van 1639? Afgedrukt volgens de tekst in I.V. Vondels Poesy. Het tweede deel. Schiedam 1647, blz. 75.
Abraham Oyens was waarschijnlik de zoon van de Antwerpenaar Abraham Oyens. Hij werd gedoopt in 1612 en als student te Leiden ingeschreven in 1626.

1 vryer: liefhebber.

2 uit oordeel: op grond van een juiste beoordeling; gunst: genegenheid.

3 u Zang-goddin: uw dichtkunst. Oyens had Meurs dus in een gedicht, dat niet bewaard bleef, om zijn schrijfkunst geprezen.

4 den Phoenix, van den Velden: Johan van den Velden, schoolmeester te Rotterdam en auteur van de Spieghel der Schrijf konst (1605). Om zijn zeldzame gaven wordt hij een Phoenix genoemd, naar de bekende wondervogel.

5 wel-gestelde: kunstige (eig. goed gestemd).

6 Karpentier: George de Carpentier, auteur van een Exemplaer-boeck (1640), was eveneens een beroemd schoonschrijver.

8-9 Die in de pennekonst de hoogste roem behaalden.

11 noch: immers.

12-14 Icarus: met de vleugels die zijn vader Daedalus hem aanbond, naderde hij de zon te dicht, zodat het was smolt en hij in de zee (Thetis plas) stortte.

16 brave trecken: kunstige pennetrekken.

18 Waarvoor ik, uw dienaar, mij aan u verplicht gevoel.