De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640(1929)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Ter eeuwige gedachtenisse van Raatsheer Nikolaas van Kampen,aant.Ga naar voetnoot* Stichter des Schouburghs, in den jare 1637. 't Ontbreidelen der jeught, noch godtloos voetsel vanGa naar voetnootvs. 1 Vervloeckte afgodery, en al wat zy verdichte,Ga naar voetnoot1-2 Maar stichtigh tijtverdrijf was 't ooghmerk van dien man,Ga naar voetnoot3 Die, tot een oefenschool van deugt, den Schouburg stichte; 5[regelnummer] Der arme weezen troost, der ouden stock en staf.Ga naar voetnoot5 Zoo schrijft Pompejus niet, maar Kampen op zijn graf.Ga naar voetnoot6 voetnoot* Van 1638. Afgedrukt volgens de tekst in Vondels Verscheide Gedichten 1644, blz. 137. - Nikolaas van Kampen werd 6 April 1638 te Amsterdam begraven. Vgl. de Opdracht van de Gysbreght (hiervoor, blz. 526). voetnootvs. 1 't Ontbreidelen: het losbandig maken door verkeerde ontspanning. voetnoot1-2 godtloos voetsel van vervloeckte afgodery: de godsdienst ondermijnende verdichting, waarvan een slechte invloed uitgaat op de jeugd. voetnoot3 stichtigh tijtverdrijf: vgl. het ‘leerzaem tijdverdrijf’ in Vondels opschrift in de Schouwburg (blz. 512). voetnoot5 Vgl. het derde opschrift voor de Schouwburg (blz. 512). voetnoot6 Noem hem in zijn grafschrift geen Pompejus, al stichtte ook deze te Rome een schouwburg, want daar strekte het toneel tot verderf van de jeugd. Vorige Volgende