De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640
(1929)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendOp Het Ontset van Piet Heyns buyt,aant.Ga naar voetnoot*Het West-Injes-huys spreeckt.Ick stack noch in een geckx kaproen
Doe 'k say, waer toe dit garnesoenGa naar voetnootvs. 1-2
Maer doe de moetwil opgeruytGa naar voetnoot3
Begon om sinte Pieters buytGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Een kangs te wagen driest en dom
| |
[pagina 260]
| |
Mit vliegent vaendel slaende trom
Doen quam my t'krijsvolck wel te pas
De steenen vloogen door het glas
Ick docht, deus Geusen bennen SpaensGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Of is sint Pieter HarmiaensGa naar voetnoot10
Giert wtebruyt die stong mit smartGa naar voetnoot11
En gluerde by de varckes martGa naar voetnoot12
Mit al de lange varckes dijck
Opt oopegaen vant hemelrijckGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Men ley ien stick gheschuts anboortGa naar voetnoot15
Om rammen sinte Pieters poort
Die riep sint Angdries an om hulpGa naar voetnoot17
Sint Iapeck kruyp nou wt jou schulpGa naar voetnoot18
O sinter Klaes kreet Symen vaerGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Treck an jy bent gien moordenaerGa naar voetnoot20
De sanckten trocken op bygetGa naar voetnoot21
En hier deur was de bruyt ontset
En soo bleef sinte Pieter baes
Godt loont sint Iapeck en sint Klaes.Ga naar voetnoot24
|
|