De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
(1929)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 412]
| |
Opdraght der afbeeldinghe van prins Willems graf, aen de Staten der vereenighde Nederlanden.aant.Ga naar voetnoot*Voorstanders van een landt vol weeldighe ondersatenGa naar voetnoot1
Ontfangt tot een geschenck, doorluchtige Heeren Staten,
De Grafsté toegewijt aen d'asschen vande Vorst
Die streng als Hercules gemoedigt had sijn borstGa naar voetnoot4Ga naar voetnoot4-vlgg.
5[regelnummer]
Met Dwingelanden haet, en in manhafte tochtenGa naar voetnoot5
Ter Hellen heeft gedoemt de westersche gedrochten,
D'handvesten voorgestreen, en dapper van gemoedGa naar voetnoot7
De Vrijheijd en haer recht besegelt met sijn bloed.Ga naar voetnoot8
| |
[pagina 413]
| |
Gedenkteken op Prins Willem's graf door Hendrick de Keyser.
Naar de gravure van Pieter de Keyser, met het gedicht van Vondel bovenaan, in deze verkleining met een vergrootglas duidelik te lezen. |
|