De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620
(1927)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 380]
| |
[LIII]
Ziet hoe Vlyssis Maets en Mackers met malkand'renGa naar voetnoot*
Door Cyrces tover-dranck in wilt gediert verand'ren.
2. Pet. 2.
Den Hond die is gekeert tot zijn uytspousel ras,
De Zeuge weer in 't slijck als zy gewasschen was.
| |
[pagina 381]
| |
LIII
Ziet hoe Vlyssis volck (in eenen storm versteken,Ga naar voetnoot1
Aen 't land Cyrceum vast) door Cyrces looze trekenGa naar voetnoot2
En boozen toover-dranck verliezen s'lijfs gedaent,Ga naar voetnoot3
Die Menschen waren eerst zijn Beesten eermen 't waent.
5[regelnummer]
Aenschouwer, zoo u dunckt dat ghy wel mooght ontberen
Dees zeltsaem Fabel, die (zoo 't schijnt) u niet kan leeren,Ga naar voetnoot6
Hoort hoe de Wijsheyd zelfs zoo aerdigh hier op gloost,Ga naar voetnoot7
Als inden kercker zy Boëthium vertroost:Ga naar voetnoot8
Zijn Menscheyd (zeght zy) is verdwenen en verslonden,
10[regelnummer]
Die onderworpen is het iuck der snoode zonden;Ga naar voetnoot9-10
Die zich in 't quaed verkeert, t' sij d' eene oft d' ander uur,Ga naar voetnoot11
Terstond daer door verliest zijn Mensch'lijcke natuur:
Wie door begeerlijckheyd pleeght onrechtveerdigh grapen,Ga naar voetnoot13
Is eenen Wolf die zich geneeret op de Schapen:Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Die twist en tweedracht maeckt, die is alree gestraft,
En eenen Hond gelijck die yeder een aenblaft:
Die vrolijck is wanneer hy yemand yets ontlorden,Ga naar voetnoot17
Te recht met eenen Visch magh vergeleken worden:
Die toornigh briescht en grimt, jae maeckt een groot geschreeu,
20[regelnummer]
Te recht inwendigh draeght het hert van eenen Leeu:
Die stadigh is bezorght met vele onnutte vreezen,Ga naar voetnoot21
Magh voor een bloode Hinde oft Hert gehouden wezen:
Die trage is luy en bot, in wezen en in schijn,
Dat moet in zijne huyt wel eenen Ezel zijn:
25[regelnummer]
Die wispelturigh is, met vele onstade grillen,Ga naar voetnoot25
Zal vande Vogelen zoo vele niet verschillen:
Die in onreynigheyd en vuyligheyd op wast,Ga naar voetnoot27
Is aenden snooden lust der vuyler Zeugen vast:
‘En aldus wert den Mensche (ick stemme met vele Ouden)
30[regelnummer]
‘Een Beeste, oft hy schoon s'lijfs gestalte heeft behouden.Ga naar voetnoot30
|
|