Kruistriomf en gezangen(1750)–Joannes Vollenhove– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 349] [p. 349] De vermaartste zee Christus wonderlyk gehoorzaam. Op den toon van den 99. Psalm. Haec domitor maris edidit alti. OGenezaret, Stont een meer ooit met U in faam gelyk? Mogt een zee, hoe ryk, Zulk een glorikroon, Als daar u Godts Zoon Zelf mê gaf te pralen Eew op eew, behalen? Al uw waterspoor Geeft zyn' last gehoor; Als uw visschers, hem Volgende op zyn stem; Nergens traag gewekt, Waar die zeilsteen trekt, Om in 't menschevissen Geen goê vangst te missen. [pagina 350] [p. 350] Werpenze op zyn woort 't Vischnet over boort, Magt van visschen woelt, Spartelt daar, en voelt Zyn gebiedt wel sterk: En by 't wonderwerk Dienen sterke netten, Ook gescheurt, zyn wetten. Tol, van hem betaalt, Wort voor hem gehaalt Van uw' visch, niet t' zoek Voor zyn leerlings hoek, Die op 't lokaas beet, Als terstont gereet Hem ten dienst te sterven, Die dit niet wou derven. Spreekt dees Heer, uw vloet Bruist en schuimt verwoedt; D'afgront grimt en gaapt Fel, zo lang hy slaapt. Zegt hy daar, zwyg stil, Op zyn woort en wil Ziet men wint en baren Met ontzag bedaren. [pagina 351] [p. 351] Vint het Jesus goet Zich ter eer, zyn voet Komt uw golf betreên, Als een' vloer van steen. Simon, die 't ook waagt, Doch te ras versaagt, Beeft, en raakt aan 't zinken, Maar mag niet verdrinken. Ruim zo nut geviel 's Heilants werk de kiel, Die hem diende aan 't strant, Daar een schaar op 't lant, 't Woort van 't hemelsch ryk, Met of zonder blyk Van veel vrucht, mogt horen Met leergierige oren. Staat Kapernaum Niet verbaast en stom, Met Bethsaïda, Daar men dees gena, Magt en wondren ziet, Maar, tot Godts verdriet, Vrucht hieruit noch lering Trekt tot zielbekering? [pagina 352] [p. 352] Galileesche zee, Leer noch, leer ons mê Hem, die stromen temt, En al wat daar zwemt, Die 't onmeetbaar diep Grenzen stelde, en schiep, Recht ontzien en roemen: Help ons nooit verdoemen. 1693. Vorige Volgende