Kruistriomf en gezangen(1750)–Joannes Vollenhove– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Wanhoop een dodelyke zielziekte. Wyze: Hoe leg ik hier in deze elende! Of op Sluiters muzyktoon onder de eerste Gezangen, 94: onder de leste, 275. - - Nec saevior ulla Pestis & ira deûm Stygiis sese extulit undis. Gy, die Godts hoog gerecht vermetel Misdaan hebt, zie wel voor u, zie, (Hy roept tot zyn' genadezetel) Dat wanhoop geensins u verbiê Zyn trouwe boetstem te geloven; U van gena niet blyf beroven. De Hoogste schept geen welbehagen In 's menschen zielbederf en doot; Verschoont oprecht berou van plagen, Van schult niet min, daar nooit te groot; [pagina 222] [p. 222] Tot gramschap traag, maar ras bevredigt; Heeft hoog en dier dit woort beëdigt. Hy biedt veel heils door veel gezanten: Hy klaagt, als droevig, waar de mensch Zich tegens zyn geluk blyft kanten; Begeert zyn heil met wensch op wensch; Laat gasten aan zyn tafel noden; Ja bidt en smeekt door vredeboden. Der zielen Heilant, vol ontfermen, Belooft verdoolden, niet belust Op hun bederf, met gunst t' omarmen; Helpt zielen, zwaar belaân, aan rust; Geneest veel qualen, pas gebeden; Bazuint ontelbre zaligheden. Zyn geest wort door geen vreugt bewogen, Als daar 't genawoort gelt: maar niet, Als droef, met tranen in zyne ogen, Verneemt, of spelt hy groot verdriet; Stort met zyn tranen bloet by plassen, Om vuilbevlekten rein te wasschen. Is Godt tot gunst en goetheit vaardig, Wie weigert, waar dit wort gehoort, Haar kloek t' aanvaarden, als onwaardig Te steunen op zyn' wil en woort? [pagina 223] [p. 223] Wie kan zich geen gena beloven, Als ging veel quaats haar kracht te boven? Wie durft dien groten Heer der heren, Daar hy geloof eischt, valsch misleit Door schyn van ootmoet, stout onteren? Van onwaarde, ongenoegsaamheit Zelf Jesus dierbaar bloet verdenken, De glori van zyn lyden krenken? Is dit niet 's hemels raatslot schendig Weêrstreven; Godts genadestem, Belofte en eedt, als onbestendig En wankelbaar, mistrouwen; hem, Als traag ooit om zyn woort te sterken, In magt en gunstbewys beperken? Geen mensch, die niemant heeft bedrogen, En voor een' man van ere gaat, Wort ooit zo licht beticht met logen. En gy, die Godt mistrout met smaat, Hoe krenktge u zelf? kan hy dit dulden, Een erger schult dan alle uw schulden? 's Verlossers bloet en bloedig outer Blyft u dus vrucht-en krachteloos. Gy wraakt, verzaakt (wie hoont hem stouter?) Zyn kruisverdienste; en blyft te boos, [pagina 224] [p. 224] Dat al zyn bloet uw schult zou boeten; Ja schupt zyn' heildrank zelf met voeten. Wie naar geen' arts noch raadt dan luistert, Is niet te helpen, sterft gewis. Wat 's afgronts geest in d'oren fluistert, By ongeloof en wanhoop is Geen zielziekte of gevaar te noemen. Dees helpt de werelt wis verdoemen. 1693. Vorige Volgende