Kruistriomf en gezangen
(1750)–Joannes Vollenhove– Auteursrechtvrij
[pagina 152]
| |
Jesus gezien en niet gezien.Te zingen met acht regelen op den toon van den 34. Psalm.
| |
[pagina 153]
| |
Elk met Joannes wis en sterk
Leer sluiten, 't is de Heer.
Dit 's wyze gunst: want hy
Verschynt zo zeldsaam niet altoos;
Ontdekt zich, na geen lange poos,
Wel ruim zo klaar en bly:
Ontdekt zich hun, by wien
Zyn troostryke aankomst wort gevreest
Uit ongeloof, hy voor een' geest
Al t' avrechts aangezien.
Eerst wil hy 't geen hy weet,
Als onbewust, uit 's leerlings mont
Verstaan; voor 't hart, van rou gewont,
Met balsem strax gereet.
Verscheen ooit zyn gelaat
Een sterflyk oog met majesteit,
En glans van volle heerlykheit,
Wat raat dan? och! wat raat?
De grafwacht vloodt voor 't licht
Van 's Engels aanschyn niet alleen:
Mariaas schrikten ook: dit scheen
Te sterk in haar gezigt.
De Godtheit eischt veel lof,
Verguntze ons een' genadestraal.
| |
[pagina 154]
| |
De grootste glans en gloripraal
Vergruisde een' mensch tot stof.
Hoe wonderbaar, hoe vreemt
Verschynt Godts Zoon zyn kerke in noodt!
Als een, die haar verlaat, verstoot,
Van haar geen kennis neemt.
Hy komt haar by, als arm,
In arme leden, hongrig, naakt;
In boei, of ballingschap geraakt;
Of krank, met veel gekerm.
Zyn komst verbergt hy niet
Alleen, maar drukt somwyl ook zwaar;
Tast Jakob, als een worstelaar,
Hardt aan in veel verdriet.
De Heilant echter dient
Van vreemt gelaat zich tot geluk
Der vrome ziele, en blyft in druk
Haar heilant, heer en vrient.
Dit 's heilge veinzery.
Hy kent zyn dienaars onbekent;
Ja blyft hen, aan geen hair gezengt,Ga naar margenoot+
In Babels oven by.
Hoe gy u openbaart,
Heer Jesus, of onze ogen sluit,
| |
[pagina 155]
| |
Uw liefde en trou heeft nergens uit,
Die onze zwakheit spaart.
Gy melt u, wort de Schrift
Wel gageslagen, aan ons oog;
't Welk doorgaans allermeest bedroog,
Misleit door blinde drift.
Wien uw gezigt begeeft,
Opdat hy 't zoek', naby of wydt,
Dees is die 't vint ter goeder tydt,
Of wis gevonden heeft.
1693. |
|