Kruistriomf en gezangen
(1750)–Joannes Vollenhove– Auteursrechtvrij
[pagina 74]
| |
De kruisberg.Op den trant van Belle Iris.
| |
[pagina 75]
| |
'k Zie wat Adam heeft geschonnen,
Of verbeurt, ja 't hoogste goet,
Op den Dootshooftberg herwonnen
Door des tweden Adams bloet.
'k Zie de hel, zo fel en sterk
Met haar brullende gedrogten,
'k Zie de doot hier afgevochten
In haar eigen legerperk.
'k Zie Emmanuel, in 't midden
Van een wreedt moortdadig paar,
Veel moortdadigen verbidden,
Als een vrêbemiddelaar.
'k Zie gezaligt hier ter stê
Joden zelfs, die feller kruisten
Met hun tong dan 's Heidens vuisten,
Door zyn kruisbloet en zyn bê:
'k Zieze welkoom door herboorte,
Die met zulk een lasterstem
| |
[pagina 76]
| |
Christus schupten uit de poorte,
In zyn niew Jerusalem.
Hy verlost, als Moses slang,
Hier verhoogt, aan 't hout gehangen,
Van 't vergift der helsche slangen;
Uit dien poel, zo diep, als bang.
Hy, al 't aardtryk door grootdadig,
Groot in 't hemelsch hof van prys,
Heerscht op Golgotha genadig,
Als een heer van 't Paradys.
Atlas, Athos, Pyreneen,
Alpen, die de wolken trotsen
Met hun wit besneewde rotsen,
Vinde ik laag hierby en kleen.
Geen Hymet, vol honigbyen,
Bloeit zo geurig, of zo schoon:
'k Lees hier honiglekkernyen
Zelf van Jesus doornekroon.
Bazan, Karmel, Sarons kruin,
Sion en Morija, heerlyk
Door Godts huis, maar och! te deerlyk
Neêrgeploft in bloedig puin,
Mogen by geen' Kruisberg halen;
Daar dees Isak, 't rechte lam,
Met zyn kruishout aan komt pralen,
Hout, ter heiligste offervlam.
| |
[pagina 77]
| |
Dit 's ook 's bruigomsGa naar voetnoot* mirreberg,
(Pas, ô bruit, hem na te stappen)
Daar zyn dorst met mirresappen
Wort gelaaft, en ruim zo erg.
Dit 's deGa naar voetnoot* wierookberg, vol geuren;
Daar de ziel, bykans gestikt
In veel drux, en flaaw van treuren,
Zich onendig voelt verquikt.
1681. |
|