over de jaren 1945-1960, oogstten in totaal 234 recensies (112 voor de mannen, 122 voor de vrouwen).
De tien vrouwen en hun boeken zijn, in alfabetische volgorde: Anna Blaman (Eenzaam avontuur, 1948), Willy Corsari (Charles en Charlotte, 1956), Maria Dermoût (De tienduizend dingen, 1955), Inez van Dullemen (Ontmoeting met de andere, 1949), Hella Haasse (De ingewijden, 1957), Clare Lennart (Serenade in de verte, 1951), Josepha Mendels (Heimwee naar Haarlem, 1958), Marga Minco (Het bittere kruid, 1957), Annie M.G. Schmidt (Impressies van een simpele ziel, 1951) en Jacoba van Velde (De grote zaal, 1953).
Bij de tien mannen gaat het om A. Alberts (De eilanden, 1952), F. Bordewijk (Bloesemtak, 1955), Simon Carmiggelt (Klein beginnen, 1950), Anton Coolen (De vrouw met de zes slapers, 1953), Willem Frederik Hermans (De tranen der acacia's, 1949), Willem van Maanen (De dierenhater, 1960), Harry Mulisch (Het stenen bruidsbed, 1958), Gerard van het Reve (De avonden, 1947), Adriaan van der Veen (Spelen in het donker, 1955), Simon Vestdijk (De redding van Fré Bolderhey, 1948).