te beschermen. Dan volgt deze dialoog: ‘Lieve: Heb je 't gezien, in de straat? François: Het is oorlog, nog altijd. Lieve: Een andere. Het is ineens een andere oorlog dan gisteren. François: Nee, hij is dichter gekomen, voor sommigen, dat is het. De kampen zijn verwisseld, de kansen ook.’ Wanneer Adriaan, haar man, na geïnterneerd te zijn geweest in een dierentuin, op het punt staat terug te keren zegt Lieve het volgende: ‘De vijand? Hadden jullie het over de vijand? O mensen, wat weten jullie dáárover? Eerst hebben ze me uitgejouwd omdat ik getrouwd was met een man die naar ginder trok, daarna hebben ze met de vinger gewezen omdat ik nièt getrouwd was met een man die hier bleef, bij me onderdook, in dit huis. Ze zijn me net zo hard gevallen om de een als om de ander, om de witte als om de zwarte. En als Adriaan straks hier opnieuw komt binnenstappen...’
Het is belangrijk te weten dat de situatie in en na de oorlog wordt gelijkgeschakeld door de vrouw. Toch werkt de titel enigszins misleidend, alsof het om de tegenstelling wit (François, de verzetsman) en zwart (Adriaan, de agressor) zou gaan, waardoor het is alsof na de oorlog de rollen slechts worden omgekeerd. Het zit iets ingewikkelder in elkaar: de verzetsman valt iets aan (hoewel, hij past daarna uitstekend in de rol van burgemeester), de aanvaller verdedigt iets (de fiktie van ‘het volk’, vaderland, bloed en opoffering). De rolverwisseling van vijanden is alleen mogelijk door onwetendheid, het meest duidelijk gedemonstreerd aan Adriaan die ook na de oorlog de oorzaken van het oorlogsgeweld niet begrijpt. Meer valt hier eigenlijk niet over te zeggen, omdat op enkele dialogen en uitspraken na alles impliciet getoond wordt in de manier waarop de personen elkaar behandelen, hoe ze kijken, en door dingen die extra betekenis krijgen zoals de tuin, die telkens van kleur en funktie verandert.
Welke betekenis de overgang van de ene oorlog in een andere oorlog precies in dit boek krijgt is misschien toch op te sporen, door niet de twee mannen (wit en zwart, hond en wolf) als richtingaanwijzers te nemen maar de vrouw, en dan vooral de manier waarop zij filmies (audio-visueel) geschreven is.
Als er in het begin een dispuut plaatsvindt tussen Adriaan en de pastoor (God, Adriaan, God - Vlaanderen, meneer de paster, Vlaanderen) is Lieve slechts een storende faktor die het huis aan het inrichten is en hen onderbreekt met de vraag waar de piano moet staan. Wanneer Adriaan gemobiliseerd wordt blijft zij achter en wacht; wanneer hij daarna met verhalen terugkomt luistert zij; wanneer hij naar het Oostfront gaat blijft zij alleen in het huis achter