zinnen en geen ideeën, dat wil zeggen: hij schrijft niet over opvoeding en onderwijs, over zelfmoord en waanzin enzovoort, maar hij voert ze ten tonele. Er is alleen maar een tegenwoordige tijd; daarom gebeurt in zijn boeken alles pratend of schrijvend, en daarom is geen enkel boek af. Het is, in Bernhards denkwereld, zelfs onmogelijk iets af te maken. Dit wordt in het bijzonder in de roman Korrektur (1975) op allerlei manieren uitgebeeld. Een man zet zich aan het werk om de papieren van een vriend die zelfmoord heeft gepleegd, definitief te ordenen. Deze was jarenlang bezig in de bossen een kegel te bouwen waarin zijn zuster zou moeten kunnen wonen, tegelijkertijd was hij bezig een tekst over het werk aan de kegel en over de plaats van zijn jeugd, die hij ontvlucht is, te korrigeren. De korrekties bereiken het doel niet, want bij iedere korrektie slinkt de tekst of verandert ze geheel; het doel van de kegel wordt evenmin bereikt, omdat zijn zuster sterft. Dit vernietigingsproces wordt in 360 pagina's uitgevoerd, niet beschreven, ook al wordt alles verhaald in aanhalingen van de uitvoerder van het testament. In eindeloos variërende zinnen gaat het proces woekerend verder, zoals het elders heet: ‘een volledig doorgeïnstrumenteerde partituur waanzin’.
Ook in de andere romans gaat het om eindeloze monologen, waarin vaak alleen de woorden van anderen worden weergegeven, dagboekfragmenten, brieven, aantekeningen. Hoewel het om mensen lijkt te gaan die, in een volstrekt isolement, niets schijnen te doen, zijn ze in werkelijkheid koortsachtig bezig. Bezig met zichzelf staande te houden (vaak door krankzinnige ondernemingen uit te voeren, zoals in Das Kalkwerk uit 1970 iemand tientallen jaren bezig is aan een studie over ‘het gehoor’, en in Verstörung iemand aan een filosofies thema werkt waarvan de resultaten telkens weer vernietigd worden zodat er waarschijnlijk slechts één zin zal overblijven); bezig iets te vernietigen; bezig iets te rekonstrueren dat gebeurd is. Zichzelf staande te houden: bijna steeds gaat het over figuren die lijden aan een overbewustzijn, maar het is deze ijlende luciditeit die verhindert dat ze het slachtoffer worden van de sprakeloosheid om hen heen. Iets te vernietigen: vaak is dat een erfenis, een landgoed of iets dergelijks, dat hen belast met een hele feodale traditie (zoals in de roman Ungenach, 1968). Die erfelijke belasting afbreken is de enige manier om aan een eigen leven toe te komen. Iets rekonstrueren: alles wat geleid heeft tot de zelfmoord (van ouders en broer in Amras, 1964).
Het praten of het schrijven is in feite de enige handeling in de boeken. Hoe die handeling verloopt, waar die handeling plaatsvindt