toevluchtsoord. Het radikale protest van Weiss was toen nog existentieel van inhoud, tegen elke dwang van buitenaf, voor een ongebonden individualisme en een absolute vrijheid van expressie.
Het toneelstuk Marat/Sade (1964) is een overgangswerk. Dat Weiss in dit stuk een nieuwe problematiek aanboorde waarbij zijn eigen ontwikkeling nauw betrokken was, bewijst wel het feit dat er van het stuk achtereenvolgens diverse nieuwe versies verschenen die belangrijke verschuivingen inhielden. Over de Sade in het stuk zegt Weiss nu: ‘Enerzijds weet hij en ziet hij in dat de maatschappij veranderd moet worden, anderzijds heeft hij echter zelf de kracht niet om aktief aan deze verandering mee te werken. Daarin komt hij overeen met mijn vroegere wereld.’
In 1965, wanneer in Duitsland allerlei politieke illusies de grond worden ingeboord door het optreden van de grote koalitie tussen SPD en CDU/CSU, kiest Weiss duidelijk voor het socialisme. Deze radikale politieke stellingname geeft hij vorm in dokumentaire toneelstukken over Auschwitz, Angola, Vietnam. Kunst als middel tot persoonlijke bevrijding krijgt nu een veel maatschappelijker perspektief: ‘Wie heeft mijn werk nodig, en kan mijn schrijven helpen de wereld waarin mensen leven bewoonbaar te maken?’ Weiss is bekend geworden als de schrijver van deze politieke toneelstukken. Voor de liefhebbers van zijn vroegere experimentele proza betekende het dat Weiss artistiek aan lager wal was geraakt. Voor anderen, die ook in een politieke kunst hun persoonlijkheid ongerept wilden bewaren, was Weiss een (al dan niet naïeve) dogmatikus geworden.
Na tien jaar heeft Weiss weer een roman geschreven, Aesthetik des Widerstandes, 360 dichtbedrukte pagina's zonder alinea's. Een tweede deel moet nog komen. In een vraaggesprek noemde Weiss zijn roman een ‘Wunschautobiografie’ die in grote lijnen zijn eigen ontwikkeling volgt, maar tegelijkertijd het experiment onderneemt. ‘Wat was er van mij geworden, hoe had ik mij ontwikkeld, wanneer ik niet uit een burgerlijk-kleinburgerlijk milieu, maar uit een proletaries milieu afkomstig was geweest.’ Alleen de ik-figuur is fiktief, alle andere figuren en situaties zijn authentiek. ‘Voor mij was het belangrijk na 10, 20 jaar van politiek bewuste werkzaamheden aan mijn eigen ik te werken, nu niet subjektief autobiografies maar in de vorm van een autobiografie, die symptomaties is voor een bepaalde tijd.’ Het gaat letterlijk om een revisie van een autobiografie: verschillende personen, situaties en thema's uit Einde van een vlucht worden in Aesthetik des Widerstandes opnieuw verwerkt.