3 april.
Gisteren een gerucht uit doorgaans goede bron: grote Duitse legergroepen zijn
zich aan het overgeven, met andere woorden: het is snel afgelopen. Inmiddels
joegen ons vannacht zogenaamde Tiefflieger, die met geratel van mitrailleurs uit
de lucht kwamen, de stuipen aan. Het is toevallig juist een jaar geleden dat er
hier verscheidene doden vielen bij zulk een gelegenheid. Zo kan nog aan z'n eind
komen wie door Erschöpfung en tyfus gespaard was. Om wie dan ook warm te maken
voor luizen- en daardoor vlektyfusbestrijding, blijkt onbegonnen werk.
Hier op zaal oefent vooral L. moordende unfaire kritiek op Paps en mij; en toen
ik gisteren bij Weisz was, om over een ontluizingsmannschaft een balletje op te
gooien, was hij zeer minzaam, ging in op wat hij kennelijk als een schnorpoging
zag, door me een pakje sigaretten te geven, echter niet op mijn voorstellen, die
ik niet eens de tijd kreeg toe te lichten. Geen wonder