28(?) sept.
(gisteren Verzoendag) heb ik van 10 voor tot 10 na 6 de tijd. In de afgelopen
weken werd Paps officieel tot medewerker van het ziekenhuis: neuroloog vooral.
Een keer werden op appèl eerst wij, en daarna de zogenaamde Doppelstaatlers
opgeroepen; vreemd genoeg werden die wel, en wij niet ondervraagd. Men had ons
zo'n beetje bij vergissing geroepen.
Laatst werd ik binnengeroepen in de keuken om een ketel te roeren - en onder de
meest vreugdevolle en triomfantelijke gedachten (zo moesten m'n kennissen me
zien, die misschien ongerust zijn, straks neemt-ie me in de keuken) liet ik 600
l soep aanbranden. Friedmann draaide toen om, ik kan geen goed meer doen, en
toen laatst Theo, de Oberscharführer, me aannemen wilde raadde hij mij af...
Toch kom ik er op den duur wel in, al is er een kans dat ik vóórdien de
schilkeuken uitvlieg (Soep heeft vier vrienden een plaatsje beloofd) en al kom
ik nú al niet uit met m'n slaap.
Psychologisch interessant is de verhouding tussen Theo en Soep: hoe goed ze bij
elkaar passen, de een een echte Duitser, de ander een krachtpatser uit het
getto, oud-worstelkampioen. Theo is door de kracht geïmponeerd; het accent hoort
hij niet; een zekere goedige rechtschapenheid lijkt Soep te bezitten. Theo is
een vreselijke driftkop, met goede kanten. Hij is religieus geïnteresseerd,
omdat zijn ouders vroom katholiek waren. Degenen, die gisteren vastten, legde
hij niets in de weg en liet