men. Kwestie van een palletje, jawel, maar je staat voor drol in zo'n zaak. Het enige voordeel is dat je bijna geen kosten hebt: 20 keer niets voor ƒ1,25. Maar jij begrijpt net zo goed als ik dat Louis Daguerre de prille vinding van Joseph Nièpce niet verbeterd heeft om de mensen in staat te stellen niets vast te leggen. Of wie weet juist wél. Dit soort incidenten zet je toch aan het denken.
Als ik het resultaat had geweten, was ik de dag na mijn fotografische arbeid niet zo onbekommerd en zonder camera (want het stond er immers allemaal al op) naar de markt gereden. Zondagmiddag, een uur of drie voor sluitingstijd. Ik stap in en de taxichauffeur vraagt: ‘Waar gaan we naar toe, meneer?’ ‘Naar het RAI Congresgebouw’, zeg ik. ‘Nou, dan dóen we dat toch’, zegt hij en we rijden langs het Oosterpark vol zondagsgangers. Het is prachtig najaarsweer.
‘Iets te doen in de RAI, meneer?’
‘Ja, de boekenmarkt.’
Hij zwijgt even, kijkt naar me in het spiegeltje en zegt: ‘Boekenmarkt? Heb dat iets te maken met 't Waarheidsfestival?’
‘Nee, dat is in de Europahal. De boekenmarkt is in het Congresgebouw.’
‘O, nou ja... je kan met dit weer beter naar buiten gaan, de natuur in, vin ík persóónlijk dan, ik ben 'n liefhebber van de natuur.’
We stoppen in de file voor de Berlagebrug. Hij kijkt me aan via het spiegeltje, wachtend op mijn reactie.
‘U zou dus liever een buitenritje maken vanmiddag’, zeg ik.
‘Als 't u hetzelfde bleef, meneer - maar ik kan toch moeilijk tegen u zeggen, laten we effe over 't Gooi naar de RAI rijden. Trouwes, dat kost me nogal niet 'n paar centen. Je heb niet iedere dag zo'n klant als die ouwe mevrouw van 'n half jaar gelejen.’
‘Wat was er dan met die ouwe mevrouw?’
We rijden nu langzaam over de brug. Mensen hangen over de leuning en kijken naar het nog altijd kakkineuze geplas van corpsstudenten in vierriems- en andere gieken. Tijdens