in Friesland waren en pas over veertien dagen terug zouden komen. Hij scheen me niet te horen, waarop ik dacht dat hij ook doof was. Ik riep: ‘Ze zijn er niet!’ Hij glimlachte en liep langs mij heen naar de zitkamer waar Marg met de kinderen voor de open haard zat. Jessica schrok nogal toen hij zich onmiddellijk op haar speelgoed concentreerde. ‘Popje’, zei de jongen, in wiens vijfentwintigjarig lichaam de geest van een kind van drie bleek te huizen, ‘van wie popje?’ We zeiden hem van wie het popje was. ‘Tandarts e-weest’, hij trok langzaam zijn mond open, waarin de voortanden ontbraken. Zijn potloodachtige vingers maakten een gebaar van trekken. ‘Pijn edaan, dondedag weer’, zei hij. ‘Waar oom Jan?’ Ik vertelde hem dat oom Jan in Friesland zat. Moeizaam stak hij zijn hand in zijn binnenzak en haalde er een envelop met prentbriefkaarten uit. ‘Amtedam eweest, jij ook Amtedam eweest?’ Wij zeiden dat we er woonden. Hij spreidde de foto's op tafel uit. ‘Eest komt Sinteklaas, dan kesmis, dan nieuwjaar...’ ‘En dan Pasen’, zei ik. ‘Diekoningen’, corrigeerde hij mij. Hij keek je niet aan; met het hoofd scheef zocht hij de kamer af, aldoor glimlachend. ‘Eest Sinteklaas, Tuuk lief eweest, dan kesmis, dan nieuwjaar, dan diekoningen, popje, beiwerk, boek, waar koffers?’ Hij maakte de inventaris op van onze bezittingen en wilde ons het huis uit hebben. ‘Jij ook lief eweest? Vanavond pakjes.’ Hij bukte zich, deed een enorme schoen uit en zocht daarin naar een steentje. Met iets van triomf wierp hij het in het vuur en deed de schoen weer aan. Voor de zenuwen van de kinderen was het wel genoeg; zij gingen naar boven. Wij dachten: hoe krijgen we hem weg? Hij stond op en maakte de ronde langs dingen die van ons waren. Een zak met knikkers trok hij dicht, zette hem neer en zei ‘Zóóó!’ alsof hij te kennen wilde geven dat we hem alleen nog maar in de koffer hoefden te doen. ‘Waar koffers?’ vroeg hij. Wij namen hem mee naar de slaapkamer en toonden ze hem. ‘Eest Sinteklaas’, zei hij, ‘dan kesmis, dan nieuwjaar...’ Ik wilde net aan een opsomming van de katholieke heiligendagen beginnen, toen Marg hem naar buiten kreeg door zijn aandacht te vestigen op de auto. Hij streek er zachtjes met zijn hand langs, mompelde ‘wielen,