tig van, de bloemen liggen uitgeschud op de gazons, de manen van de paarden staan recht omhoog, de lucht hikt en proest, de waterleliebladen in het vijvertje lijden schipbreuk, Jessica is woelig en jengelig, een boerejongen zeilt met opgestoken oren voorbij.
Jany was net aan de deur met de kaarten voor het feest van zaterdag. Geheel verwaaid en verdoofd drentelde hij heen en weer voor de voordeur, aarzelend tussen het warme huis en de kille blote dijk. Marga kwam het hek inrijden met Jessica, terug van de inkopenronde door het dorp. Hij begroette haar met twee kussen, streek Jes over de wang, zwaaide door het raam naar de zieke Beer en liep naar zijn fiets, huiverend. Ineens draaide hij zich om en zei: ‘Ik ben volkomen in de war van die wind, en daar heb ik vroeger nou zoveel rijmpjes op gemaakt...’ Hard tegen de wind in trappend, zijn stok zwaaiend aan zijn arm, reed hij naar no. 7, naar de zovéélste afspraak van vandaag: Jons en Mary. Hoe hij het volhoudt, al die ‘sociale verplichtingen’, het is mij een raadsel. Na een week zou ik gillend de Sahara in rennen. Het vreemde is, dat het exterieur van zijn huis steeds meer verwildert, het riet laat hier en daar weer los, er zit een kale plek links boven, de vegetatie ervoor neemt oerbosachtige vormen aan, het toegangspad is bijna onzichtbaar geworden. Daarachter wil hij kennelijk wel eenzaam, maar niet alleen zijn.
Op een dag als vandaag, zo'n dag die tussen zuidwestenen westenwind in hangt te wiebelen, mag ik graag een briefje schrijven. Ik druk me zelfs met enig genoegen epistolair uit. Maar het is louter behelpen als ik dit vergelijk met de activiteiten die mijn vader op dit gebied heeft ontwikkeld (en nog ontwikkelt). Dat is geen briefschrijver meer, dat is een repeteergeweer. Van mijn prille jeugd af heb ik het horen knetteren: scheldbrieven, rancunebrieven, brieven nat van bewondering, krakend van woede, stinkend van nijd, aanklachten, protesten, liefdesbrieven, smeekbrieven, ‘rekesten’ vol verkeerd gebruikte stadhuistermen en met Brabants dialect vermengd Latijn, hoogdravende nonsens, haatbrieven, vleibrieven, dreigbrieven, brieven aan ministers en klerken, aan generaals, busconductrices en toneelspelers, aan de koningin,