‘Het is een jaar of drie geleden begonnen met spit en toen...’
‘Nee, ik vraag waarom heb je het gekregen. Die spit was geen spit. Er was iets anders.’
‘Nou ja’, zeg ik, om hem op het terrein van de psychomatiek wat voet te geven, ‘mijn dokter heeft eens gezegd: ik geef je die prikken nu wel, maar je moet jezelf cureren.’
‘Dat is nog niet zo stom’, roept Hulzezon, ‘maar ik mis iets belangrijks: je hebt jezelf ziek gemaakt dus moet je jezelf cureren. Probeer nou eens uit te vissen waarom je destijds onder het tandenpoetsen (dat had ik hem verteld) ineens pijn in je lenden hebt gekregen. Maar wacht es even...’ - zijn blauwe ogen beginnen te schitteren, zijn mond maakt voortdurend o's - ‘ben je vroeger erg mager geweest, heel erg mager?’
‘Vel over been. Vlak na de oorlog woog ik 51 kilo. O ja, en ik ben voor de dienst afgekeurd omdat ik te smal van borst was. Daar kan best een traumaatje van over gebleven zijn, want ik zei tegen iedereen dat ik was afgekeurd op mijn slechte ogen.’
‘Je vader was groter dan je moeder’, zegt Hulzezon, ‘en je grootvader was groter dan je grootmoeder.’
‘Dat klopt. Ze waren allebei ruim een kop groter.’
‘Maar je overgrootvader - heb je je overgrootvader gekend?’
‘Nee. Ik heb ook nooit foto's van hem gezien. Paus Voeten noemden ze hem. Zeker omdat hij altijd hoog zat; hij was leidekkersbaas. Ik weet alleen dat hij tijdens de bouw van de Bredase koepelgevangenis van het dak is gevallen. Hij had jenever in plaats van koffie in zijn schaftkruik.’
‘Nou, jouw overgrootvader was kleiner dan jouw overgrootmoeder, een stuk kleiner. Begrijp je het nou?’
‘Ja’, zeg ik, want meespelen is het halve werk.
‘Ik help je er van af!’
Hij rijst even moeiteloos op als hij is gaan zitten en loopt glimlachend de kamer door. ‘Je zult geen pijn meer hebben, niets meer, maar 't is niet leuk wat je doen moet. Levertraan