3 Augustus (Amsterdam)
Wij logeeren in hetzelfde hotelletje waar ik in Februari 1941 met Sonja samen was. Sedert maanden heb ik niets van haar gehoord. In haar laatsten brief schreef zij mij:
‘Als ìk er aan denk, wat ons Joden nog te wachten staat, word ik zóó wanhopig, dat de vrijwillige dood mij schoon voorkomt’.
Wij hebben haar vandaag gezocht. Wij hebben de stad doorkruist, de zonnige stad. Wij hebben wel duizend Jodensterren gezien. Veel Duitsche vrachtwagens met