Doortocht. Een oorlogsdagboek 1940-1945
(1946)–Bert Voeten– Auteursrecht onbekend
[pagina 73]
| |
langs ons heen. Het water schuimde. Langen tijd zeiden we niets. Haar jong gelaat verstrakte binnen den bontrand van haar capuchon. Ik voelde, dat zij het niet verwerken kon, Wagner en dezen storm daarna. Ik nam haar mee naar een klein, rustig koffiehuis, waar het geweld van den wind van ons afviel. ‘Ik ben blij, dat ik mijn eigen ademhaling weer hoor’, zei ze. ‘Heb je je tòch door Wagner laten kastijden?’ ‘Kastijden is veel te zwak. Na afloop had ik het gevoel of hij me aangerand had, overrompeld, neergeslagen. Hij is zoo... zoo onbeschaafd!’ Ze zei het met een pijnlijken trek om haar mond. En vanavond sprak ik er Jooser over. Hij had gerecenseerd. ‘De sfeer van een partijdag in Neurenberg en een bijeenkomst in de Kroll-opera is me nooit zoo duidelijk geworden als vanmiddag’, vertelde hij. ‘Wagner, dat is... Rosenbergs Mythos op muziek’. |
|