er overheen moet schreeuwen: ‘Het tempo van den opmarsch bepalen wij zèlf’.
Zijn verbittering over het standhouden van de vesting Leningrad kent geen grenzen. Opnieuw neemt hij de frase te baat, altijd de frase, het holle karkas der machtswoorden; de frase, alpha en omega van zijn toespraken, zijn politiek, zijn ‘systeem’.
‘Leningrads lot is bezegeld. Als er thans iemand zou zijn om Leningrad te ontzetten, zou ik bevel geven het te bestormen en wij zouden het nemen’.
De beesten braken los. Maar gedisciplineerd, want het waren blonde beesten. De ‘claque’ zette in en vijf minuten lang brulde de kelder.
‘Het laatste bataljon op het slagveld zal het Duitsche zijn’.
Het tieren duurde zeven à acht minuten. Alle kranten hebben het vet gedrukt. Goebbels gebruikt het in minstens drie artikelen en een redevoering. De zin wordt ten slotte gebalsemd, bijgezet in het Fraseoleum des Führers en regelmatig herdacht.
Maar aan de laatste bataljons zijn wij in dezen krijg nog niet toe.