12 Juli
De gruwelpropaganda werkt op volle toeren.
Goebbels heeft bepaald een speciale ‘gruwel-sectie’ aan zijn ministerie verbonden. Kennelijk S.A.- en S.S.-leiders, benoemd ‘uit erkentelijkheid voor de vele en belangrijke diensten in Oraniënburg en Dachau den lande bewezen’. Dat zij in alle opzichten ter zake kundig zijn, ja, virtuoze vaklieden mogen heeten, bewijzen de kolommen beestachtigheden, de folteringen in kader, de vetgedrukte massamoorden en niet het minst de aanschouwelijke voorstellingen op de fotopagina's. Geen stad, geen dorp, geen gehucht in de Baltische staten, in Wolhynië en Galicië, of het heeft zijn gruwelkelder, zijn blootgelegd massagraf, zijn Gepeoe-gevangenis met dooden inhoud.
Walgelijker propaganda dan via de verplichte fotoseries is niet denkbaar. De verplichte filmjournaals zijn nòg erger. Ik sprak een vriendin, die bij het zien van een ‘close-up der slachtoffers’ onwel geworden was en naar den uitgang strompelde. Daar werd zij door de W.A. gedwongen in de zaal te blijven.
‘Ik voelde me toen plots zoo ziek van alle zwijnerij, dat ik flauwviel’, vertelde ze.
De chef schoof me vanavond een nieuwe serie foto's over ‘de bloedschuld van Lemberg’ onder den neus. ‘Twee meenemen op de voorpagina’, zei hij. ‘Wat zeg je er van?’
Rijen lijken op een binnenplaats. Een paar glimlachende vrouwen er bij. Die hadden ze blijkbaar niet in de plooi kunnen krijgen. Ik zei niets. Ik keek naar zijn kalen schedel, zijn kleine, lichte oogen en zijn vleezige kinnebakken.