4 Juni
Omsloten door ‘de geordende samenleving’, zooals dat heet. Ik kan het me nog niet goed realiseeren. Wèl aanvaard ik comfort en hygiëne weer als vanzelfsprekend, maar er blijft een kloof tusschen mij en de dingen om mij heen. Mijn boeken, mijn schilderijen, de verzen die ik schreef, ze doen zich aan mij voor als vreemden. Ik ken alleen het rauwe proza der werkelijkheid. Ik weet precies hoe een bom huilt, hoe mitrailleurvuur inslaat, wat een vlammenwerper uitricht en dat je tegen wind in weg moet loopen als je een Stuka ziet duiken.
Ik kàn me niet overgeven aan de stilte van poëzie, aan