Doortocht. Een oorlogsdagboek 1940-1945
(1946)–Bert Voeten– Auteursrecht onbekend
[pagina 23]
| |
soldatenlaarzen. Harde, rauwe stemmen klinken op. Ergens jengelt een harmonika. Er wordt gezongen. Langs het raam van de spreekkamer, die mij tot nachtverblijf dient, glijdt schuw en gebogen de schim van een non... De Duitschers vieren hun overwinning. In de goede Sinjorenstad bevolken zij de café's en restaurants, de banketbakkers- en comestibleswinkels en de zaken waar dames-dessous verkocht worden. Zij hebben geld in overvloed, deze jonge Hunnen. En wat zij hier zien uitgestald, hebben zij in de Heimat nooit kunnen koopen. Wat zij zich in restaurants en lunchrooms laten voorzetten, was hun voor kort slechts als legendarische luxe bekend. Van Goering vernamen zij destijds immers, dat kanonnen belangrijker waren dan boter? Hij heeft toen kennelijk vooruitgezien en er op gerekend, dat de zuivel wel als buit zou worden binnengebracht na de zeven magere jaren... Antwerpen is Duitsch. Van den Boerentoren wappert de hakenkruisvlag. De druk op het openbare leven is onmiskenbaar. Op de terrassen aan den Meir zegt men zijn politieke meening fluisterend. O, ze zijn hoffelijk, die moffen, ze zijn correct. Maar er is geen grein spontaneïteit bij. Hun houding tegenover de bevolking van het bezette gebied werd hun nauwkeurig voorgeschreven. Zij is, zooals alles, bij decreet vastgelegd. Elf uur slaat de Westminster in de hal van het pensionaat. Uit den zijvleugel galmt het Horst-Wessellied - ‘S.A. marchiert...’ Zullen die bruine troepen ook bij ons gaan marcheeren? |
|