De onaangename indrukken, welke het nieuwe bestuur natuurlijk in den beginne verwekken moest, kinderen! begonnen langzamerhand te verminderen, daar men bestuurd werd door eenen verstandigen Landvoogd, die, in plants van eenig misbruik van zijne onbeperkte magt te maken, integendeel haar ter bevordering van het algemeene welzijn aanwendde.
Gedurende de regering van Hughes viel er echter eene gebeurtenis voor, die algemeen met angst en schrik werd vernomen. Het korps zwarte jagers, waarvan vroeger met zooveel lof melding is gemaakt, en dat, in den strijd tegen de Boschnegers, zulke belangrijke diensten aan de kolonie bewezen had, kwam namelijk, in de maand September 1805, in opstand.
Op onderscheidene militaire posten lagen er afdeelingen van dat korps. Die op Oranjebo (Oranjewond), in Imotapie, aan de Boven Commewyne, bragt twee Officieren, een Sergeant, twee Commissarissen en den Directeur eener naburige plantage ow het leven. Eenige soldaten en trouwgebleven jagers vervolgden de rebellen, doch deze namen de wijk near Armina, aan de Marowyne, alwaar zij moeijelijk konden worden achtervolgd.
Het getal der vlugtelingen bedroeg 30, en werd vermeerderd met een gelijk getal negers eener naburige plantage, die gemeene zaak met hen maakten.
Op Armina aangekomen, vereenigden zich de aldaar in bezetting zijnde neger-jagers met hen, en vermoordden de aanwezige blanken.
Eene andere afdeeling op den post Mapane volgde het gegeven voorbeeld, kwam in verzet, en zoude de Officieren en den Sergeant vermoord hebben, indien deze niet in tijds ontsnapt waren.