Jan Coetier nam den 2den Maart 1718, het bewind van het tusschenbestuur van de Rayneval over.
Onder zijn bestuur werden, in 1720, door een' zilversmid, Hausbach genaamd, de eerste koffijboomen hier te lande geplant. Zijn voorbeeld werd door velen gevolgd, en dit viel zoo goed uit, dat men reeds in 1724 eenige boompjes uit den Gouvernementstuin, naar de Nederlanden heeft kunnen overzenden. De eerste koffijplantage, welke toen aangelegd werd, was de Nieuwe-Levant, in beneden Cottica gelegen.
Het bestuur van dezen Gouverneur was niet van langen duur; hij stierf den 2den September 1721, nadat hij den 22sten Julij te voren, de doodstraf op het wegloopen der slaven had ingesteld.
De Rayneval en 2 Raden van Policie namen, na zijn overlijden, het bestuur waar, tot den 9den Maart 1722. Dit was de laatste tusschenregering van dezen Kommandeur; want den 3den October verkreeg hij op verzoek zijn eervol ontslag en overleed den 29sten December van het volgend jaar.