Den nieuwen verbeterden lust-hof gheplant vol uytghelesene, welgherijmde, eerelijcke, amoreuse ende vrolijcke ghesanghen
(1607)–Michiel Vlack– AuteursrechtvrijOp de wyze: Reden die prijst een zeer heerlijck, vry ghemoedt, etc.
Giericheydts raadt,, die ter Werelt veel quaadts doet
En acht niet op deughde noch eere.
Maar alleen staat,, om vergaren gelt end goedt
Dat d'aardschen schat daagh'lix vermeere.
Men acht niet zeere,, die deughd' boven ghelt prijst
'sGelts cracht,, men acht, schier God end' heere
Zoo doch,, als noch
d'Ervarentheyt bewijst.
2. Dies menich quant,, cleijn van staat nochtans eerbaar,,
| |
[pagina 14]
| |
Wel waardt goedt partuer te becomen:
Men slaat van handt, zijn deught achtmen niet een haar,,
Om dat hy zich niet can beromen,,
Zijnder Rijckdomen,, men ontzegt zijn verzouc
En 'tgelt,, men stelt,, boven den vromen.
Men zeght hem slecht
Die wijs is ende clouck.
3. Maar comt een door,, onreed'lick en onbeschaamt
Die van zijn rijckdomen magh spreken:
men geeft gehoor,, al is dees zeer quaad befaamt
Want 'tghelt bedect daar zijn gebreken,,
hoewel 'sgelts treken,, verkeeren 'tzoet in zuer
Als deughd' en vreughd,, ('tis meer gebleken)
Men mist,, en twist,,
In't eynd' met zulck partuer.
Prinsche.
Princen die niet,, en zijt van rijcdomen groot
Tracht zulck partuer niet te beminnen,,
Die op gelt siet,, of ghy moght stooten u hoot.
Pooght liever u minder te winnen.
Wilt ooc u versinnen,, zijt ghy met gelt bedocht,
Dat lust,, noch rust,, in 't herte binnen
Dien is,, ghewis,,
Die an 'tvleys is becocht.
N.S.V. |
|