Den nieuwen verbeterden lust-hof gheplant vol uytghelesene, welgherijmde, eerelijcke, amoreuse ende vrolijcke ghesanghen

Ghemeen liedt. Op den ardt der wyzer en onwyzer vrouwen.

Op de wyze: Door overvloet, etc.

Gheen troost zo zoet,, den man gemoet
Jn teghenspoedt,, als een wijs Wijf waarachtich:
Den man zy voedt,, en zijn leet boet
Alst wordt bevroedt,, door haar wijsheydt voordachtich.
Door haar ghelaat,, en wyzen raadt,, 'theel huys bestaat
'tWelck zy stijft met goe zeeden.
Oock met der daadt,, den man tot baat,, zy ondergaat
En spant den Croon met reeden.

Dies man en kindt,, oock 't huysghezindt
Vreughde ghewint,, door haar wijsheydt prijswaardigh.
Twist zy verslint,, en vre bemint
elc ondervindt,, haar hulp tot troost volvaardigh.
Dat hem was pijn, dunct dan te zijn,, een Medecijn

[p. 13]

 

Door haer lieflijcken toone:

 

Dus schenckt met mijn,, door liefden fijn,, zulck zoet aanschijn

 

Altijdt der eeren Croone.

 

 

 

Maar laas aanhoort,, wat dees bespoort

 

Wien comt anboort,, een onwijs wijf onrustigh:

 

Door haar discoort,, de Man versmoort.

 

't Huijsgesin voort,, leeft t'aller stont onlustigh.

 

Door welck opstel,, en boozen rel,, Salomon wel

 

Dees leer ons gaat ontvouwen,,

 

Leeuw noch Draac fel,, doen sulc gequel,, door natuers spel

 

Als snoo onwyze Vrouwen.

 

 

 

Prinsche.

 

Vaat doch 'tbeduyt,, van ons besluijt,

 

Al eer ghy huwyt,, Princen bemindt ghy vrede

 

Een wyse bruydt,, verzouckt tot buijt,,

 

Van dier virtuyt,, als oock Tobias dede.

 

Of zulck een greijn,, als was certeijn,, Abigail reijn,,

 

Die u vreed doet beerven.

 

Dees boet alleijn,, des mans geweijn,, dus tracht ghemeijn

 

Een wijs wijf te verwerven.

N.S.V.