Den nieuwen lust-hof(1602)–Michiel Vlack– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Nieu liedeken op de voys: Mon verlé. Recht ghelijck een schip in't varen Werdt ghesmeten van die Zee Door die groote blauwe baren Over Mast en over Ree Soo lyd' ick door d'oprecht beminnen Sorghe groot, K'en weet niet wat ick sal beginnen Door den noot. Sorghe doet my van haer scheyden Want ick vrees te zijn beghect Maer Cupido tusschen beyden My om haer te minnen trect, V stoutheyt is u niet ontvloghen Spreeckt hy saen, Ick vrees nochtans te zijn bedroghen Op dees baen. Want de dochters van naturen Zijn nu hedensdaeghs soo loos, Dat zy 'tschoon samblant wel vueren, T' schijnt zy zijn oprecht altoos Tot datse alle die secreten Hooren stout En alsse die altsamen weten Dan ist fout. Hierom vrees' ick te betrouwen Of te oop'nen mynen gront Sorghe comt mijn tonghe houwen 't Herte spreect, maer niet den mont Liefde seyt: spreckt onbeladen V verdriet. Sorghe seyt, het moght u schaden, Doet dit niet. Princes liefde is te crahtigh Hierom bidd' ick u Kersou, Weest u dienaer doch ghedachtigh Oft ick sterve noch van rou En oft oock alle Venus dieren Waren snoo. Mijn liefken is in haer manieren Niet alsoo. Finis. Elck kan falen. Vorige Volgende