Vis-net
(1676)–Lambert de Visscher– AuteursrechtvrijBevangende eenige Geestelycke Liedekens, Passende op alle de Sermonen der Sondagen en geboden Feestdagen, Door het gantsche Jaer
[pagina 239]
| |
Uw vreugd' is over groot altoos,
In 't aenschijn van uw lieven Soone.
O Zalige Heyl'ge Engelen,
Die den Heer looft, sonder gebreken,
Met sangen die men niet en ken
Genoegsaem hier op d'aerd' uytspreken.
O Zalige Patriarchen veel,
En heyl'ge Mannen de Propheeten,
Ghy hebt by Godt u vreugden deel,
Dat ghy te vooren hebt geweeten.
O Zalige Gods Apostelen,
En heyl'ge vier Evangelisten,
U dood verblijdt de Engelen,
Want sy van uwe komste wisten.
O Zalige Martelaren al,
Die u bloed hebt voor God vergoten,
U vreugde eeuwigh duuren sal,
Want 't sterven heeft u noyt verdroten.
O Zalige Discipelen goed,
En heylige onnoosel kinder,
De blijdschap daer u God meed' voed,
En vreugden worden noyt niet minder.
O Zalige Leeraers van dees aerd'
Bisschoppen, ende Consessooren,
U vreugde is het alles waerd',
Dat ghy geleden hebt te vooren.
O Zalige Priesters, en Leviet,
Monnicken, ende Eremieten;
U loon ghy in den Hemel siet,
Dat geenigh ziel en sal verdrieten.
O Zalige Maegden onbevlecht,
| |
[pagina 240]
| |
En Weduwen na Godts behagen,
U vreugd' nu alle droefheyt deckt,
Die ghy op d'aerde most verdragen.
O Salige Heyl'gen al te saem,
Hoe wonder groot is u verblijden,
Die hier eerst voor des Heeren naem,
Veel hoon en smaet hebt moeten lijden.
Wy bidden u, Godts Heyl'gen nu,
Wilt voor ons bidden aen den Heere,
Dat wy namaels in vreugd, met u,
Helpen mogen Godts lof vermeeren.
|
|