Vis-net(1676)–Lambert de Visscher– AuteursrechtvrijBevangende eenige Geestelycke Liedekens, Passende op alle de Sermonen der Sondagen en geboden Feestdagen, Door het gantsche Jaer Vorige Volgende 21 April Op den Feest-dagh van den H. Apostel Matheus. Stem: Gelijck den Lieuwerick queelt. MAtheus Apostel Evangelist eerwaerdigh, Ghy doet na Godts bevel, En volgt den Heere vaerdigh; Als hy u heeft getrocken, Geroepen van den tol, Ghy laet u lichtelijck locken, Wort van Godts liefde vol. Ghy nood voort onsen Heer, Om spijs met u te eeten, En hebt veel menschen meer, Sondaren, niet vergeten; De Phariseenen klagen Dat Godt hem maeckt gemeen, Met die haer niet behagen, [pagina 219] [p. 219] Den Heer spreeckt op dees reen. Den Medecijn dient niet Gesonden, maer de krancken: Hierom dit haer geschiet, Op dat sy mijn bedancken, Want ick niet ben gekomen Voor die rechtvaerdigh zijn; Maer sondaers die niet schromen, Te keeren weer tot mijn. Dit heeft Matheus wel In sijn harte besloten, Als een goed meed'-gesel, Het heeft hem niet verdroten, Te gaen leeren en preeken, In Ethiopien; Dit heeft seer wel gebleeken Aen Jood, en Heydenen. Door mirakels begin, Den Koning hy bekeerde, Des selfs Koningin Dielt hem in grooter weerde; Den Koning quam te sterven, Sijn broeder 't Rijck besat, Matheus moste derven Ne vriendschap die hy had. Hirtack met konincks macht, Vergramt op desen Heyligh, Om dat niet goet en acht Dat hy sou trouwen veyligh, Sijn Broeders dochter schoone, Laet hem met Lancen doon, [pagina 220] [p. 220] Matheus krijgt tot loone Der Martelaren kroon. Vorige Volgende