Vis-net
(1676)–Lambert de Visscher– AuteursrechtvrijBevangende eenige Geestelycke Liedekens, Passende op alle de Sermonen der Sondagen en geboden Feestdagen, Door het gantsche Jaer
[pagina 115]
| |
Dat sy wilde gehengen,
Dees beesten beyde,
Met haer te mogen leyde,
Hem te brengen.
Sy brengen die den Heere,
Hier wel te recht op let,
Met rust en vreden;
Decken 't beest met haer kleeren,
Den Heer daer op geset,
Is soo gereden,
Als een Koning,
Sonder krooning,
Jerus'lems poorten binne,
Dus sat sachtmoedigh,
Dees Sions Koningh goedigh
Op d'Eselinne.
Seer wonder groote scharen,
Spreyden haer kledren neer
Op sijne wegen;
Noch ander die daer waren,
Vereerden onsen Heer,
Hebben gekregen,
Veel tacken groen,
Om eer te doen,
Die sy mede neer-spreyden;
En onsen Heere
Alsoo met grooter eere
Binnen leyden.
Sy riepen al te samen,
Door vreugde seer verblijd
Met eenen thoone,
| |
[pagina 116]
| |
Die voor en achter quamen,
Ghy zijt gebenedijd
O Davidts Soone,
Die komt bequaem
In 's Heeren naem,
Ghy zijt d' alder vermoogsten;
Elck riep hem dan na,
Gesegent ghy Hosanna,
In den hoogsten.
|
|