Vis-net
(1676)–Lambert de Visscher– AuteursrechtvrijBevangende eenige Geestelycke Liedekens, Passende op alle de Sermonen der Sondagen en geboden Feestdagen, Door het gantsche Jaer
[pagina 33]
| |
Wilt nu met haer neder knielen,
Heffen uwen hart in top,
Na des Hemels helder licht,
Dat doorstraelt d'Harders gesicht,
Stracks sy voor Godt neder vielen,
Door des Engels soet bericht.
Door sangen schoone,
Die de Englen in de locht,
Songen met een soeten thoone,
Hebben sy den Heer gesocht,
Als sy dat woort Gloria,
Hooren singen, voor en na,
Zy Godt in den Hoogsten throone,
En de menschen vrede, ja.
Sy gaen voort soecken,
Na het Kindtjen over al,
Hier en daer, in alle hoecken,
En sy vonden by geval,
In een arme beesten koy,
By twee beesten, schoon en moy,
Neergeleyt in witte doecken,
In een krebbe op het hoy.
Hebben met reden,
Dit kleyne lieve soete Kindt
Seer ge-eert en aengebeden,
Metter harten seer bemindt;
Waren vroolijck in't gemoet,
Vallen 't Kindtjen daer te voet,
Wilt met haer aenbidden heden,
Uwen Godt, dit Kindtjen soet.
Hy is geboren,
| |
[pagina 34]
| |
Die ons salig maken sal,
'tGeen hy ons met vreugd' doet hooren,
Daer hy leyd in d'arme stal,
In het middel van de nacht,
In armoede kleen geacht,
Die belooft was van de vooren,
En by ons soo lang verwacht.
Dus laet ons singen
Met de Harders vroolijck zijn,
Laet u hart door vreugd opspringen
En met haer soo buyten pijn
Godt gaen soecken metter vlijt,
En gaen vinden gants verblijt,
Want ons wonderlijcke dingen
Zijn geschoncken op Kers-tijt.
|
|