‘Ja-a-a-a.... mijnheer! héél graag!’
Baron van Hippelepip maakte een heel hoogen sprong van pleizier, gaf zijn bruidje een paar stevige zoenen en beloofde haar te komen halen, als alles voor de bruiloft in orde was.
En nu vanavond zou er dan bruiloft worden gevierd!
Alle kikkers uit den vijver, klein en groot, waren uitgenoodigd om bij het feest tegenwoordig te zijn.
Ook veel deftige, bruine padden mochten te gast komen; en een paar salamanders hadden een invitatie gekregen, omdat ze toch nog tot de familie behoorden. Het kon een heerlijk feest worden, want eerst zou er allerlei lekkers gegeten worden, - dan zou er een zwemwedstrijd zijn, - en tot besluit een schitterend bal.
Het bruidspaar zag er fijn uit!
Baron van Hippelepip had een prachtige groene jas aan, - het bruidje een mooie bruidsjapon, waarvan al de andere vrouwtjes jaloersch waren.
Ze zaten naast elkaar op twee hooge lelie's; vlak daarvoor dreef een heel groot blad en om beurten sprongen de gasten daarop, legden hun poot eerbiedig tegen hun kikkerhart en maakten een diepe buiging.
Het bruidspaar groette vriendelijk terug, het bruidje wuifde met een viooltje, dat ze als waaier gebruikte.
De salamanders zagen er verbazend prachtig uit!
Allen hadden ze voor dit feest een nieuw pak besteld, waarvan de rug met mooie, bruine kant versierd was.
Een paar hagedissen, die tusschen het gras stonden te gluren, fluisterden wel zachtjes: ‘zulke pronkepunten!’
Maar de salamanders deden, of ze dit niet hoorden.
En de padden, die wat laat van huis waren gegaan en heel hard hadden geloopen, hadden een vers geleerd, ter eere van het bruidspaar, maar ze waren zóó buiten adem, dat niemand verstaan kon, wat ze eigenlijk zongen.
Maar bij den laatsten regel: ‘L.... l.... leve! het bruidspaar!’ - beduidde de oudste pad aan zijn omstanders, dat alle gasten mee moesten zingen. ‘Allemààl!’ schreeuwde vader pad en daarop zongen alle genoodigden luid mee en wuifden met hun pooten.