Leven van de pen
(1965)–Ab Visser– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| |
Agatha Christie: een keurige mevrouwEr is een gezegde dat luidt: In het leven van ieder mens zit voldoende stof voor tenminste één roman. Het is maar goed dat niet al deze romans geschreven worden, want er zouden naast een aantal interessante en verschrikkelijke, een hoop saaie onder zijn! Het leven van de populairste detective-romanschrijfster ter wereld, Agatha Christie, bevat, zoals dat bij haar carrière past, gedeeltelijk de elementen van een mysterie. In tegenstelling tot vele andere schrijvers is er weinig over haar leven bekend en wie de foto's van haar gezicht bekijkt, begrijpt waarom zij zich zo listig uit schandaal- en society-rubrieken heeft weten te houden. Zo goed als zij in haar verhalen het geheim van een ‘plot’ tot aan de ontknoping weet te bewaren, zo goed heeft zij in haar lange bestaan haar persoonlijke leven op de achtergrond en buiten de publiciteit weten te houden. Ze is namelijk niet alleen een typisch Engels gereserveerde, maar ook een uiterst intelligente en buitengewoon verlegen vrouw, moeilijk te benaderen voor journalisten. Bovendien is zij een groot deel van het jaar op reis met haar man en, voorzover zij in Engeland verblijft, gedraagt zij zich als een gemiddelde burgermevrouw, die zich in haar levenswijze in niets onderscheidt van talloze andere welgestelde burgermevrouwen. Toch is er in haar leven een geheim geweest, dat nooit helemaal opgelost werd en dat aan haar miljoenen lezers zo goed als onbekend is gebleven. Dat dit geheim veel tot haar succes heeft bijgedragen, is men bovendien zo goed als vergeten. Agatha Mary Clarissa Miller werd in 1890 in Torquay, een schilderachtig plaatsje aan de kust van Devon en een geliefd kunstenaarsoord, geboren. Haar vader, een niet onbemiddelde Amerikaan, vestigde zich daar om onbekende redenen. Hij | |
[pagina 46]
| |
speelde in het leven van zijn begaafde dochter ook nauwelijks een rol, want hij overleed toen zij nog een klein kind was. Haar moeder, een ontwikkelde en ambitieuze vrouw, gaf haar dochter een merkwaardige opvoeding. Agatha doorliep geen enkele school, maar ontving haar opleiding thuis. Het kan zijn dat de moeder zelf droomde van een artistieke loopbaan - maar hoe dan ook, zij stimuleerde haar dochter tot het schrijven van verhalen en gedichten en andere kunstzinnige bezigheden en liet het meisje op zestienjarige leeftijd een jaar in Parijs wonen om er operazang te studeren. Agatha was vlug genoeg van begrip om te ontdekken, dat zij in die richting geen talent bezat en keerde naar Engeland terug, waar zij haar, vermoedelijk gemakkelijke, leventje van artistiek jong meisje weer opvatte en de tijd doorbracht met wandelen, zwemmen, lezen en musiceren en met het verkeren in kunstenaarskringen. Hier leerde zij ook de dertig jaar oudere, bekende romanschrijver Eden Phillpotts kennen, die zij haar eerste proeven liet lezen; hij spoorde haar ten minste aan er mee verder te gaan. Haast had ze niet, want ze wilde ook het bestaan van een gewone, mondaine jonge vrouw uit die dagen leiden en in 1914, vlak na het uitbreken van de eerste wereldoorlog, trouwde ze met de officier Archibald Christie. Over dit huwelijk is zo goed als niets bekend, maar we mogen aannemen, dat het allesbehalve gelukkig is geweest en we kunnen ons dus alleen in veronderstellingen verdiepen. De jonge officier nam actief deel aan de oorlog en Agatha werd rode-kruisverpleegster. Ze deed dit werk met liefde en nog onlangs verklaarde zij in een interview, dat ze verpleegster zou zijn gebleven, wanneer ze niet hertrouwd was en geen schrijfster was geworden. Intussen vulde ze - als zovele verpleegsters - haar vrije uren met het schrijven van verhalen. Verder las ze veel, vooral detective-romans en op een keer, tegen het einde van de oorlog zei haar zuster tegen haar, dat er toch eigenlijk maar zo weinig goede detective-romans geschreven werden, waarin men de dader niet vooruit kon raden. Waarop Agatha antwoordde: ‘Dat boek ga ik schrijven!’ Zo ontstond haar eerste Hercule Poirot-roman: ‘The Mysterious Affair at Styles’. Het duurde | |
[pagina 47]
| |
twee jaar voor ze er een uitgever voor vond en het boek had slechts een matig succes, toen het in 1920 verscheen. Het grappige is, dat Hercule Poirot, toen reeds een bejaard politieman-in-ruste, in de veertig er op volgende jaren nauwelijks ouder is geworden en intussen door de schrijfster zelf in leeftijd is achterhaald! Pas in 1926 verscheen haar tweede roman, ‘The Murder of Roger Acroyd’, die haar roem over de gehele wereld zou vestigen. Dat dit boek zo bekend werd, ligt niet alleen aan de voor die tijd originele opzet van het verhaal, waarin de verteller | |
[pagina 48]
| |
ook de moordenaar blijkt te zijn, maar tevens aan het geheim, waar ik eerder op zinspeelde. Ik opperde reeds de veronderstelling, dat Agatha, als mevrouw Christie, niet gelukkig getrouwd was. Haar man, beroepsofficier en inmiddels kolonel geworden, werd verliefd op een andere vrouw. Dit moet voor Agatha de bitterste tijd van haar leven geweest zijn, want - en nu komt het vreemde - zij identificeerde zich zozeer met de vriendin van haar man, dat zij in december van het jaar 1926 het huis uit vluchtte en negen dagen later in een zenuwinrichting in Yorkshire teruggevonden werd, waar zij zich had laten inschrijven onder de naam van die vriendin. De doktoren verklaarden dat zij aan geheugenverlies leed! Hoe het zij, aanvankelijk werd zij als vermist beschouwd en als zodanig werd, door heel Engeland, haar opsporing verzocht. De kranten schreven er over en amateurdetectives boden hun diensten gratis aan. De politie ontving anonieme brieven waarin gezinspeeld werd op haar ongelukkige huwelijk en waarin geïnsinueerd werd, dat zij misschien wel vermoord was door haar man. Deze geheimzinnige gebeurtenis, die zó uit een Victoriaanse roman à la Wilkie Collins of Sheridan Le Fanu gelicht kon zijn, maakte haar op slag beroemd. Haar boeken raakten in enkele dagen uitverkocht en twee grote dagbladen begonnen ze als feuilletons af te drukken. Boze tongen hebben wel beweerd dat de hele verdwijning in scène is gezet als een stunt om Agatha beroemd te maken. Maar dit geloof ik niet. In ieder geval scheidde zij in 1927 van haar kolonel, van wie ze toch heel veel gehouden moet hebben, want ze bleef de naam Christie als auteursnaam behouden. Ook toen ze voor de tweede maal trouwde en gelukkig getrouwd is gebleven met de archeoloog Max Mallowan, die zij leerde kennen gedurende een vakantietrip naar Ur, in Zuid-Babylonië. Sedertdien verdween alle mysterie uit haar bestaan, om alleen nog maar verder te leven in haar ruim vijftig romans. Iedereen weet nu wel hoe fabelachtig het succes is geworden van deze ‘koningin van de misdaad’, van wie men schertsend zegt, dat zij meer aan de misdaad verdiend heeft dan Lucretia Borgia. Stellig is dat mee te danken aan het feit, dat zij, be- | |
[pagina 49]
| |
halve de meest verrassende ‘plots’, in haar verhalen een opmerkelijk talent aan de dag legt voor tal van kleine, algemeen menselijke trekjes. In een paar zinnen weet zij een figuur te tekenen, zoals wij die allemaal dagelijks ontmoetenGa naar voetnoot1. Daarnaast bezit ze gevoel voor humor en heeft ze een scherp oog voor de kleine verdrietelijkheden in het leven van de normale mens, ondanks het feit dat zij de grote, bizarre tragedie van de moord tot onderwerp van haar romans maakt. |
|