Johannes Kinker en zijn literaire theorie. Bijdrage tot een interpretatie van de voorredes bij zijn gedichten (1819-1821)
(1967)–G.J. Vis– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 255]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Derde deel
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk VII
|
a. | de geschriften met informatie over Kinker;Ga naar eind1 |
b. | de instellingen die voorin zijn vermeld bij de ‘Afkortingen en tekens’ onder nr. 3;Ga naar eind2 |
c. | de via a) en b) gevonden Kinkeriana. |
2. Gedrukte werken
A. Toelichting
De rangschikking binnen een jaar is alfabetisch. Publikaties die over meerdere jaren lopen, zijn vermeld onder het aanvangsjaar; men zoeke dus bv. De Post van den Helicon (1788-'89) onder 1788.
Werken waarvan vaststaat dat ze vóór het jaar van uitgave geschreven zijn, worden zo veel mogelijk opgenomen onder het overzicht van het jaar van vervaardiging van de tekst; bij het jaar van publikatie staat een verwijzing naar het jaar van vervaardiging. Zo staat Het ware der schoonheid, geschreven in 1814, onder 1814; het is echter pas in 1819 gepubliceerd, en men vindt dan ook bij 1819 een verwijzing naar 1814.
Teksten waarvan de datering op een jaar of vijf nauwkeurig kan worden gegeven, staan onder het vroegste jaar van mogelijke publikatie, resp. vervaardiging, vermeld; zo zoeke men De dood van Minette, geschreven tussen 1795 en 1799, onder 1795.
Wanneer de auteursaanduiding tussen ronde haken, (), staat gegeven, betekent dit: het betrokken werk heeft een titelpagina waarop de auteursaanduiding ontbreekt; deze is elders in het werk gevonden.
Een gedrukt werk dat niet op UB - A'dam of KB - Haag te vinden is, maar waarvan wel een of meer exemplaren bekend zijn, is voorzien van een aan-
duiding van de vindplaats van het geraadpleegde exemplaar (bv. GON - Haag bij Mijne dankbetuigingen, 1805).
B. Overzicht
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1783 | J. Kinker | - Aan mijnen vriend den Wel Edelen Heere Gerardus Greeve. Ter geleegenheid, dat zijn Ed. opentlijk redentwiste.
In: Greeve, Observationes, fol. H3 verso - H4 verso. Annotatie: hs. in KB - Haag (73F15). |
1784 | CardiphoniusGa naar eind3 | - Academie - zang (aan de... leden van het Utrechtsen academie door een hunner medeleden eerbiedigst opgedragen). [Utrecht 1784]. 2 stkn.Ga naar eind4
Annotatie: in UB - UtrechtGa naar eind5 bevindt zich een exemplaar van Academie-zang. No. 2.Ga naar eind6 |
1785 | [anon.] | - De eigenbaat. Parodie. [Utrecht]Ga naar eind7 1785. |
1785 | [anon.] | - De eigenbaat. Parodie. Tweede druk. [Utrecht] 1785.
Annotatie: titeluitgave van het vorige nommer. Herdr. in Verspr. dicht Kinker, 8-14; hs. in KB - Haag (73F15). |
1785 | J. Kinker | - ‘De lof van slechts één vriend, te melden [...]’
In: Cohen, Hall, 7. Annotatie: kwatrijn uit een niet bewaard gebleven album van M.C. van Hall. |
1785 | [anon.] | - Mijne minderjaarige zangster. (Inque meo nullum carmine erit) Utrecht 1785.
Annotatie: met muziek bij p. 20 en p. 51. |
1785 | Johs Kinker | - ‘Trop grand pour cette sphêre, ou, par le sort placé [...]’
In: Navorscher (1897), 311-21. Annotatie: gedicht in de Vriendenrol van Bilderdijk.Ga naar eind8 |
1786 | Kinker | - Aan de behaagzieken.
In: Kleine dicht. hss., Vierde schak. (1792), 125-8; herdr. in Kinker, Gedichten III (1821), 152-5. |
1786 | J. Kinker | - Aan Cloë.
In: PvdH, nr. 25 (1788), p. 199 v. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten III (1821), 165-7. |
1786 | J. Kinker | - Damon en Fillis, eene vertelling.
In: Kinker, Gedichten III (1821), 144-151. |
1786 | J. Kinker | - De gestrafte nieuwsgierigheid.
In: PvdH, nr. 25 (1788), p. 196 v. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten III (1821). 159-161. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1786 | J. Kinker | - Mijne minderjaarige zangster. (Inque meo nullum carmine erit.) 2e dr. Utrecht 1786.
Annotatie: titeluitgave van de editie-1785. |
1786 | J. Kinker | - De verrukking.
In: PvdH, nr. 25 (1788), p. 198 v. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten III (1821), 162-4. |
1786 | J. Kinker | - Welmeenenden raad aan eenen Vriend, bij deszelfs bevordering tot Doctor in de beide Regten.
In: Hall, Kinker, 20. |
1786 | J. Kinker | - Will en Betsy, eene vertelling.
In: Kleine dicht, hss., Elfde schak., (1798), 33-45. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten III (1821), 131-43. |
1787 | [anon.] | - De Alrik en Aspasia van Mr. Rhijnvis Feith,... Nieuwe Uitgave, eenigzins duidelijker van zin dan de eerste; kunnende ook dienen ten gebruike van zekere Vaderlandsche Winkels te Utrecht. Amsterdam, z.j.
Annotatie: herdr. in Verspr. dicht Kinker, 45-52. |
1787 | Bonaventura Melorauschi | - De Alrik en Aspasia van Mr. Rhijnvis Feith,... Nieuwe Uitgave,... Amsterdam, z.j. 2e dr. Aanmerkelijk verm. en op Muzijk gesteld.Ga naar eind9 |
1787 | [anon.] | - Janus.
Annotatie: weekblad, totaal 35 nrs.Ga naar eind10. Auteurschap, resp. medewerking onzeker. |
1787 | J. Kinker | - Orosman de kleine of de dood van Zaïre; moorddadig treurspel. Utrecht 1787.
Annotatie: herdr. in Verspr. dicht Kinker, 15-43. |
1788 | J. Kinker | - Aan Cloë.
Annotatie: zie 1786, 1821 |
1788 | [?] | - Eerstellingen. Utrecht 1788.Ga naar eind11
Annotatie: tekst onbekend. |
1788 | [anon.] | - Ismaël.Ga naar eind12
Annotatie: weekblad.Ga naar eind13 Auteurschap, resp. medewerking onzeker. |
1788 | [anon.] | - De Post van den Helicon.
Annotatie: deel I bevat nrs. 1-25, deel II nrs. 26-40. Nrs. 36-40 verschenen in 1789.Ga naar eind14 Herdr. in Verspr. dicht Kinker, 53-299. |
1789 | J. Kinker | - Van Rots, epizodisch drame, in vijf bedrijven. Amsterdam 1789. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1792 | Kinker | - Aan de behaagzieken.
Annotatie: zie 1786 en 1821. |
1792 | J. Kinker | - Celia, treurspel. Amsterdam 1792. |
1794 | J. Kinker | - Bij het beschouwen eener teekening, voor een op te rigten gedenkteeken, ter nagedachtenisse van Pieter Nieuwland, voorstellende eene eenvoudige grafzuil, aan welker voet natuur, weenende om haar kind.
In: Kinker, Gedichten III (1821), 119-122. |
1795 | [?] | - De dood van Minette, of het eerste jaar der Turksche vrijheid. Treurspel.
Annotatie: geschreven in de jaren 1795-1799;Ga naar eind15 tekst onbekend. |
1795 | [anon.] | - Janus verrezen.
Annotatie: periodiek, 1795-1798. |
1796 | J. Kinker | - Aan Alfred.
In: Dicht, gedachten-beelden (1801) 33-44. Annotatie: gedicht, voorafgegaan door korte beschouwing in proza (‘Uit mijne onuitgegeven Verhandelingen’). Herdr. o.d.t. Ode aan Alfred in Kinker, Gedichten II (1820), 161-171, waarin het gedicht is uitgebreid en gewijzigd, en het prozastuk vervangen door een motto (van Hume). |
1798 | J. Kinker | - Gabriëla van Faiël, geboren van Vergy, Katjensspel. vrij gevolgd, naar het vierde en vijfde Bedrijf van Gabriëla van Vergy, Treurspel. Amsterdam 1798. |
1798 | J. Kinker | - Will en Betsy.
Annotatie: zie 1786, 1821. |
1799 | [anon.] | - De arke Noachs. Amsterdam [1799 (-1800?)].Ga naar eind16
Annotatie: periodiek; auteurschap, resp. medewerking onzeker. |
1799 | J. Kinker | - Brief van scepticus aan zijnen critischen Broeder, over de onlangs in 't licht verschenen Metacritiek van herder. In: Magazijn, dl. II (1799), 368-393. |
1799 | J. Kinker | - Ericia, of de Vestaalsche maagd, ingericht om in De Min in 't Lazarushuis ingelijfd te worden. Amsteldam 1799. |
1799 | J. Kinker | - Proeve eener opheldering van de Critiek der zuivere Rede.
In: Magazijn, dl. II (1799), 43-238. Annotatie: herdrukt in 1872 en 1880; zie ook 1801 (Essai). |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1800 | J. Kinker | - God en vrijheid.
In: Magazijn, dl. III (1800), 15-34. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten I (1819), 66-85. Gedeelten herdr. in Würth, Leçons, dl. II, 167-72; Hall, Kinker, 111; Ree. o.d. rec. 1806I, 358. |
1800 | [anon.] | - Sem, Cham en Japhet. Amsterdam 1800.Ga naar eind17 |
1800 | Johannes Kinker | - Treurzang bij het plechtig vieren der nagedachtenis van Washington, in den maatschappij van verdiensten Felix Meritis, den 21 maart 1800. Amsterdam 1800.
Herdr. in Kinker, Gedichten III (1821) 11-28. Annotatie: editie-1800 met ‘Inleidende aanspraak’ (fol. A3-A6). |
1800 | J. Kinker | - Wijsgeerig digtstuk: God en vrijheid.
Inleiding tot hetzelve. In: Magazijn, dl. III (1800), 1-15. |
1801 | J. Kinker | - Aan Alfred.
Annotatie: zie 1796, 1820. |
1801 | [?] | - Armand en Constance, zangspel.Ga naar eind18
Annotatie: tekst onbekend. |
1801 | J. Kinker | - C. Loots. De vrede op 't vasteland, zinnebeeldige voorstelling. Naar eene korte schets van Mr. J. Kinker. Amsterdam 1801. |
1801 | J. Kinker | - De dichterlijke genie. Ode.
In: Dicht. gedachten - beelden (1801), 15-24. Annotatie: herdr. (verminderd met str. 1, 2 en 22) in Magazijn, dl. IV (1801), p. 204-8 en (gewijzigd) in Kinker, Gedichten III (1821), 1-10. Vertaald in 1821 door P.F.L. von Eichstorff, o.d.t. Die Poesie.Ga naar eind19 |
1801 | J. Kinker | - De digterlijke genie [opstel].
In: Magazijn, dl. IV (1801), 172-204 Annotatie: in tegenstelling met het gelijknamige gedicht van 1801 is dit opstel niet herdrukt. |
1801 | J. Kunker/J. Kinker | - De dichtkunst.
In: Dicht, gedachten - beelden (1801), 25-32. Annotatie: herdr. (met weglating van 6 v.d. 17 strofen) in Magazijn, dl. IV (1801), 217 v., 237-9, en (ongewijzigd) in Kinker, Gedichten I (1819), 144-150. |
1801 | J. Kinker | - Eeuwfeest bij den aanvang der negentiende eeuw. Zinnebeeldige voorstelling. Amsterdam 1801. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1801 | J. Kinker | - Id. 2e dr. Ib., 1801. |
1801 | J. Kinker | - Essai d'une exposition succinte de la Critique de la Raison-Pure. Trad, du Holl. par J. le F[èvre]. Amsterdam 1801.
Annotatie: zie 1799 (Proeve). |
1801 | J. Kinker | - De menschheid in 't Lazarushuis, bij den aanvang der negentiende eeuw. Zinnebeeldige voorstelling. Amsteldam 1801.
Annotatie: parodie op Eeuwfeest (1801). |
1801 | J. Kinker | - Nieuwejaarswensch van Thomas en Pieternel, in de Bruiloft van Kloris en Roosje, voor den eersten van louwmaand 1802. Op verzoek van eenige tooneelkunstenaars van den Amsterdamschen Schouwburg vervaardigd, doch niet uitgesproken.
In: Kinker, Gedichten III (1821), 168-173. |
1801 | [anon.] | - Voorreden.Ga naar eind20
In: Dicht. gedachten - beelden, p. III-VIII. Annotatie: Herdr. (behoudens spellingvarianten ongewijzigd) in de editie van 1827. |
1801 | Johannes Kinker | - Zangen bij het vieren van het Eeuwfeest, den 2den van Januarij, 1801, in de maatschappij Felix Meritis, gezongen. Muziek van B. Ruloffs. Amsteldam 1801. |
1802 | [?] | - De afgelegene landhoeve. Zangspel.Ga naar eind21
Annotatie: tekst onbekend. |
1802 | J. Kinker | - Nieuwejaarswensch.
Annotatie: zie 1801, 1821. |
1802 | J. Kinker | - Tafereel der jongste lotgevallen van Europa, geëindigd door De Vrede. Zinnebeeldige voorstelling. Amsteldam 1802. |
1803 | J. Kinker | - Aan B. Nieuhoff, Hoogleeräar in de wijsbegeerte, te Harderwijk.
In: Magazijn, dl. VI (1803), 49-70. |
1803 | J.K. | - Aan de Britten. Dithyrambe.Ga naar eind22
Annotatie: tekst onbekend. |
1803 | J. Kinker | - Aan den Uitgever, over B. Nieuhoff's Eudaemonisme.
In: Magazijn, dl. VI (1803), 310-338. |
1803 | J. Kinker | - Aanmerkingen op euryalus, over het schoon.
In: Magazijn, dl. VI (1803), 283-309. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1803 | J. Kinker | - J.C. Ziesenis geb. Wattier, aan Polly, eerste danseres van den Amsterdamschen Schouwburg, bij gelegenheid van haren solodans, in het ballet: Telemachus op het eiland van Calypso.
In: Kinker, Gedichten III (1821), 123 v. Annotatie: Niet eerder ontstaan dan 1803,Ga naar voetnoot23 en vermoedelijk niet later dan 1811.Ga naar voetnoot24 |
1803 | J. Kinker | - De Jaargetijden, naar Thomson. In muziek gebracht door Joseph Haydn; Naar 't Hoogduitsch gevolgd. Door het Muziekgezelschap, onder de Zinspreuk eruditio musica, voor de eerste maal uitgevoerd binnen Amsterdam, op den 13 Februarij 1803. Amsterdam 1803.
Annotatie: herdr. in 1853. |
1803 | J. Kinker | - O Rijk van schaduwen.
Annotatie: zie Strijd (1803). |
1803 | J. Kinker | - De schepping, geestelijk muziekstuk, in muziek gebracht door Joseph Haydn. De woorden naar het oorspronglijk Engelsch en het Hoogduitsch gevolgd. Z. pl. en j.Ga naar voetnoot25 |
1803 | J. Kinker | - Strijd der bespiegelende Rede, over noodzaaklijkheid en vrijheid.
In: Magazijn, dl. VI (1803), 177-219. Annotatie: het opstel eindigt met een gedicht (‘O Rijk van schaduwen [...]’). |
1803 | J. Kinker | - Wilskracht en deugd.
In: Kinker, Gedichten I (1819), 86-90. |
1804 | J. Kinker | - Almanzor en Zehra, treurspel. Amsteldam 1804. |
1805 | [?] | - Het beminnelijk Molenaars Meisje, opera.Ga naar voetnoot26
Annotatie: tekst onbekend. |
1805 | J. Kinker | - Gedachten bij het graf van Kant. Amsterdam 1805.
Annotatie: Herdr. in Kinker, Gedichten I (1819), 91-123. |
1805 | J. Kinker | - Lierzang aan de verdienstelijke Johanna Cornelia Wattier, aan haar op het tooneel voorgelezen, bij gelegenheid van hare vijfentwintigste verjaring als tooneelkonstenaresse aan den Amsterdamschen Schouwburg, aldaar den 31. October des jaars 1805. gevierd met de vertooning van De Vereeniging van Het Verhevene met het Schoone, zinnebeeldige voorstelling. Amsterdam z.j.
Annotatie: Herdruk van een fragment uit De vereeniging (1805); onder de titel Ode (aan Wattier) opgenomen in Kinker, Gedichten II (1820), 193-8. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1805 | J. Kinker | - Mijne dankbetuigingen, aan de Orde der V.'. M.'. in 't algemeen, en aan de Achtbare Loge La Charité, in 't bijzonder, wegens mijne plechtige inwijding in de Orde, den 27. Maart, 1805, Uitgesproken den 15. Meij daaraanvolgenden.Ga naar voetnoot27 |
1805 | J. Kinker | - Tafel-lied, bij de aanneming van... Deiman... in... La Charité... 1805.Ga naar voetnoot28 |
1805 | J. Kinker | - De Tempelheeren, treurspel, zoo veel mogelijk, letterlijk gevolgd naar het Fransch van Raynouard. Amsterdam 1805. |
1805 | J. Kinker | - De vereeniging van het verhevene met het schoone, zinnebeeldige voorstelling. Ter feestviering van de 25e verjaring... J.C. Wattier... van den Amsterdamschen Schouwburg... october... 1805. Amsterdam 1805.
Annotatie: hieruit werden herdrukt: Lierzang (1805),Ga naar voetnoot29 Cantate (in Kinker, Gedichten II (1820), 185-7), en De maagd van Nederland, alleenspraak (aldaar, 187-192). |
1806 | [anon.] | - Aan afreizende broeders.
In: Gezangboek (1806), 165-7. |
1806 | Kinker | - Aan de Redacteurs van het Dagblad de Ster. Iets over de Alexandrijnsche Versen.
In: Ster (29 mei 1806, nr. 35). |
1806 | J.K. | - Aan de uitverkorene meesters... (Tafellied).
In: Ned. Vrijm. alm., 1818, p. 85 v. |
1806 | [anon.] | - Aan een' afreizenden broeder.
In: Gezangboek (1806), 163 v. |
1806 | [anon.] | - Bezigheden der Orde.
In: Gezangboek (1806), 49-51. |
1806 | [anon.] | - Bij de opening eener meesterloge.
In: Gezangboek (1806), 285 v. |
1806 | [anon.] | - Bij den herbouw eener vervallene loge.
In: Gezangboek (1806), 108-10. |
1806 | [anon.] | - Bij het graf eens broeders.
In: Gezangboek (1806), 283 v. |
1806 | J.K./J. Kinker | - De duivel van de negentiende eeuw. Een rijmpje. Amsterdam 1806.
Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten III (1821), 174-82. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1806 | [anon.] | - Eisch der Orde.
In: Gezangboek (1806), 18-20. |
1806 | J. Kinker | - Het heilig woud. Nachtgroet aan mijne vrienden, kort voor de aankomst van koning Lodewijk Napoleon, in Holland.
In: Kinker, Gedichten II (1820), 1-14. |
1806 | [anon.] | - Hulde aan de Menschheid.
In: Gezangboek (1806), 180-4. |
1806 | [anon.] | - Na de aanneeming van leerlingen.
In: Gezangboek (1806), 135-8. |
1806 | [anon.] | - Na het aanneemen van eenen leerling.
In: Gezangboek (1806), 139-41. |
1806 | [anon.] | - Na het openen der loge.
In: Gezangboek (1806), 66 v. |
1806 | [anon.] | - De Orde aan de vier loges in het Oosten van Amsterdam.
In: Gezangboek (1806), 280 v. |
1806 | [anon.] | - Pligt der broederschap.
In: Gezangboek (1806), 191 v. |
1806 | J. Kinker | - Ter gelegenheid dat het Groot-Oosten... in Amsterdam ... een Tafelloge... bevoorrechtte, den 19. september 1806.Ga naar voetnoot30 |
1806 | [anon.] | - Tot sluiting eener loge.
In: Gezangboek (1806), 174 v. |
1807 | K. | - Aan bedroefden; den Heere P.J. Uylenbroek toegezongen.
In: Kleine dicht. hss., Negentiende schak. (1807), 27-30. |
1807 | J. Kinker | - Aanspraak van Johanna Cornelia Wattier, aan Dirk Sardet, na de uitvoering van den Fenelon, in het treurspel van dien naam; ter viering van zijnen vijf en twintig jarigen dienst aan den Amsterdamschen Schouwburg.Ga naar voetnoot31 In: Kinker, Gedichten III (1821), 125-130.
Annotatie: ook afzonderlijk verschenen (tekst onbekend).Ga naar voetnoot32 |
1807 | J. Kinker | - Brieven van Sophië aan Mr. Rhijnvis Feith. Amsterdam 1807. |
1807 | J. Kinker | - Edipus te Kolone, zangspel. Zeer vrij gevolgd naar het zangspel van dien naam. Amsteldam 1807. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1807 | J. Kinker | - Iets ter gelegenheid van de sluiting des Koninglijken Hollandschen Schouwburgs, te Amsterdam, den 9den Meij 1807. Waarin eene daarop toepasselijke aanspraak van de eerste tooneelkonstenaresse j.c. ziesenis, geb. wattier welke daarin de tooneelkunst voorstelt, voorkomt. Amsterdam 1807. |
1807 | J. Kinker | - De maagd van Orleans. treurspel in vijf bedrijven, naar het Hoogduitsch van F. Schiller. Amsterdam 1807. |
1807 | J. Kinker | - Maria Stuart, treurspel in vijf bedrijven, naar het Hoogduitsch van F. Schiller. Amsterdam 1807. |
1807 | J. Kr. | - Tafelzang, bij de aanneming van den broeder M.C. van Hall, in de orde der VV. MM. door de achtbare loge La Charité, den 18. februarij 5807.Ga naar voetnoot33 |
1808 | J. Kinker | - Cantate, voor en na eene door mij in het gezelschap Harmonica den 11 sept. 1808 uitgesprokene Lijkrede, ter viering der nagedachtenis van Jaques Kuyper.
In: Naged. Kuyper (1809) voorin (ongepag.); en Kinker, Gedichten III (1821), 91-7. |
1808 | [anon.]Ga naar voetnoot34 | - Hollandsche dichtmaat en prosodie... door Gerrit Hesselink. Amsterdam 1808.
In: Schouwburg (1808), 172-95, 210-34. |
1808 | J. Kinker | - Klaagzang bij het graf van mijnen waardigen vriend, den ridder Johan Rudolph Deiman.
In: Doornik-Kinker, Deiman, 67-87. Annotatie: Herdr. in Kinker, Gedichten I (1819), 124-43. |
1808 | [anon.] | - Leydens Ramp door W. Bilderdijk en M. Siegenbeek. Amsterdam 1808.
In: Schouwburg (1808), 699-715.Ga naar voetnoot35 |
1808 | J. Kinker | - Lijkrede [t.e.v. Kuyper].
In: Naged. Kuyper (1809), 1-24. |
1808 | [?] | - ‘Maar als ge, o Dichtrenrij [...]’
In: Hartog, Spect. geschr., 53. Annotatie: gedicht (wrsch. een fragment daarvan) op Uylenbroek. |
1808 | J. Kinker | - Opdracht [bij viering nagedachtenis Kuyper].
In: Naged. Kuyper (1809), voorin (ongepag.) Annotatie: Herdr. in Kinker, Gedichten III (1821), 98-100. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1808 | J. Kinker | - Proeve eener Hollandsche Prosodia, oordeelkundig gegrond op, en door het gehoor getoetst aan de uitspraak onzer taal, door het beschaafde gedeelte onzer natie, en toegepast op het rythmus en metrum der Ouden, in zoo verre beiden in onze Hollandsche dichtkunde zouden kunnen worden ingevoerd.
In: Werken Holl. Mij, dl. I (1810).Ga naar eind36 |
1808 | J. Kinker | - Proeve eener metrische overzetting van een gedeelte [vs. 237 vv.] des zesden boeks van den Eneas.
In: Kinker, Prosodia, 270-9. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten III, (1821), 84-90. |
1809 | [anon.] | - Het lampje van de neölogen.
In: Schouwburg (1809), 17-47, 211-30, 273-87.Ga naar eind37 |
1809 | - De nagedachtenis van Jaques Kuyper,... (1808) in Harmonica gevierd, Den 11 September deszelfden Jaars. Amsteldam 1809.
Annotatie: Blijkens de inhoud zijn zes van de zeven onderdelen van Kinker, nl. Opdracht, Toelichting, Cantate, Lijkrede (1-24), Vervolg (25-30), en Aanteekeningen (33-5). Het voorlaatste onderdeel, Naklank (31 v.) is van E. Schilderup. |
|
1809 | J. Kinker | - Zijn wij werktuigen in de handen van anderen? Een teekenplank,... den 15. Febr. van het jaar des lichts 5809. aan zijne moeder La Charité, met kinderlijke liefde, aangeboden.Ga naar eind38 |
1810 | J. Kinker | - Cantate [t.e.v. Haydn].
In: Kinker, Hulde Haydn (1810), 5-12; en in Kinker, Naged. Haydn(1810), 13-20. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten II (1820), 105-10. |
1810 | J. Kinker | - Hulde aan Joseph Haydn, buitenlandsch honorair lid der Maatschappij Felix Meritis, Overleden te Weenen, den 31 van Bloeimaand 1809. Cantate, door A. Fodor,... naar de woorden van J. Kinker. Uitgevoerd... 23 van Sprokkelmaand 1810. Amsterdam z.j.
Annotatie: de inhoud bestaat uit de hierboven bij 1810 vermelde cantate, en de hieronder bij dit jaar vermelde Slotzang. |
1810 | J. Kinker | - Lofrede [op Haydn].
In: Kinker, Naged. Haydn (1810), 21-59. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten II (1820), 111-34. |
1810 | (J. Kinker) | - De nagedachtenis van Joseph Haydn,... In... Felix Meritis den 25 van Sprokkelmaand 1810 gevierd. Am- |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
sterdam z.j.
Annotatie: bevat Cantate [zie boven, 1810], Rede [zie Lofrede, 1810], Licht, maar met donkerheid omgeven [zie De toonkunst, 1810] en Slotzang [zie beneden, 1810]. |
||
1810 | J. Kinker | - Slotzang [t.e.v. Haydn].
In: Kinker, Naged. Haydn (1810), 77-80. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten II (1820), 153 v. |
1810 | J. Kinker | - Stille bemoed(ig)ing. Na de inlijving van Holland in het Fransche keizerrijk.
In: Kinker, Gedichten II (1820), 15-8. Annotatie: dit gedicht is geschreven tussen 1810 en 1813. |
1810 | J. Kinker | - De toonkunst van Haydn.
In: Kinker, Naged. Haydn (1810), 60-76. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten II, (1820), 135-52. Vertaald in 1821 door P.F.L. von Eichstorff, o.d.t. Die Tonkunst von Haydn.Ga naar eind39 |
1811 | - Nouveau guide des maires, des adjoints et des commissaires de police. D'après la quatrième édition./Nieuwe gids der mairen en adjunkten, en der kommissarissen van politie. Naar de vierde uitgave. [Vertaling in het Nederlands door J. Kinker]. Amsterdam 1811-12. 3 dln.
Annotatie: Kinker schreef een ‘Voorberigt’ in deel I (p. I-XIV). |
|
1811 | J.K. | - Ter gelegenheid van het St. Jans-feest, in Wintermaand, 1811.
In: Ned. vrijm. alm, 1814, p. 82-9. |
1812 | J. Kinker | - Het alleven of de wereldziel.
In: Kinker, Gedichten I (1819), 31-65. |
1813 | J. Kinker | - Inleiding eener wijsgeerige algemeene theorie der talen.
In: Gedenkschriften Derde Klasse KNI, dl. I (1817), 1-246. |
1813 | [anon.] | - Een nieuw lied.
In: Fabius, Herinneringen, 65. Annotatie: auteurschap onzeker. Datering: tussen 1813 en 1815.Ga naar eind40 |
1813 | J. Kinker | - Over de hoorbare voordracht van den redenaar.
In: Gedenkschriften Derde Klasse KNI, dl. II (1820), 113-38. |
1813 | K. | - Tafellied.Ga naar eind41 |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
Annotatie: herdrukt o.d.t. Lied der Hollandsche vrijmetselaren, bij de verlossing van het vaderland (Dicht. gedenkrolle, 61-3), en later o.d.t. Uitboezeming, bij den val van Napoleon in: Kinker, Gedichten II (1820), 33-5. | ||
1813 | J. Kinker | - De verlossing en herstelling van Nederland. Lierzang.
In: Kinker, Gedichten II (1820), 36-67. Annotatie: geschreven na 2.XII.1813Ga naar eind42 en voor 9.VI. 1815.Ga naar eind43 |
1813 | J. Kinker | - Weeklagt. Uitgesproken door den voorzitter der Hollandsche Maatschappij van fraaije kunsten en wetenschappen, bij de opening van hare algemeene jaarlijksche vergadering, gehouden te Amsterdam, den 1sten October 1813.
Annotatie: herdr. in Dicht. gedenkrolle, 65-80, en (Zonder ‘Voorafspraak’) in: Kinker, Gedichten II (1820). 19-32. |
1814 | J.K. | - Ter gelegenheid van het St. Jans-feest [zie 1811]. |
1814 | J. Kinker | - Het ware der schoonheid.
In: Kinker, Gedichten I (1819), 1-21. |
1815 | [anon.] | - De herkaauwer, dl. I. Amsterdam 1815.Ga naar eind44 |
± 1815 | - Machteld van Velzen, zangspel.
Annotatie: uitgegeven door Van Vloten in Verspr. dicht. Kinker, 301-72; hs. in KB-Haag (73F11). |
|
1815 | [anon.] | - Een nieuw lied [zie 1813]. |
1815 | J.K. | - Over de zedelijke verwantschap, of harmonie, als hoofdgrond en hoofddoel van de orde der vrijmetselaren.
In: Ned. vrijm. alm., 1815, p. 33-49. |
1815 | J.K. | - Tafellied, ter gelegenheid der viering van het vijf-en-twintigjarig grootmeesterschap van den achtb∴ Willem Holtrop. in de achtb∴ loge∴ La Charité.Ga naar eind45
Annotatie: ook uitgegeven o.d.t. Vijf-en-twintigjarige hulde(1815) [zie hier onder]. |
1815 | J.K. | - Vijf-en-twintigjarige hulde. (Ter vieringe van het 25 jarig Meesterschap van den A∴ W. Holtrop, in de Loge: La Charité, op 26 Januarij 1815.).
In: Ned. vrijm. alm., 1818, p. 83 v. |
1815 | K. | - Zedelijke grondregels.
In: Ned. vrijm. alm., 1815, p. 122-4. |
1816 | J. Kinker | - Feestzang bij de inwijding van het nieuwe spreekge- |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
stoelte, en de nieuwe vergaderplaats des letteroefenenden genootschaps, onder de zinspreuk: Tot nut en beschaving. Den 20sten van grasmaand, 1816.
In: Kinker, Gedichten II (1820), 94-8. |
||
1816 | [anon.] | - De herkaauwer, dl. II. Amsterdam 1816.Ga naar eind46 |
1816 | J.K. | - Iets over de harmonie (Bij de plegtige Inhuldiging van den nieuw-gekozenen Hoog-Eerw. Grootm.'. Nat.'. Frederik, Prins der Nederlanden, en zijn Hoog-Eerw.'. Vertegenwoordiger, A.R. Falck, in de Groote L.'. van Wijnmaand 5816).
In: Ned. vrijm. alm., 1817, p. 58-67. |
1816 | J. Kinker | - ‘Onheilig graauw! U haat ik; verwijder u!’Ga naar eind47
In: Kinker, Gedichten II (1820), p. XI-XIV. |
1816 | K. | - Zedelijke grondregels.
In: Ned. vrijm. alm., 1816, p. 106-10. |
1817 | J. Kinker | - Aan hoogstdenzelfden Grootmeester [Prins Frederik], toen zijn H.'. E.'. eene plegtige tafelloge, in het gebouw der vier oudste Amsterdamsche loges, met zijne tegenwoordigheid vereerde, den 8. van wijnmaand, 1817.
In: Kinker, Gedichten III (1821), 106-12. |
1817 | J. Kinker | - Cantate, bij het openbaar examen der kweekelingen aan het Instituut tot onderwijs van blinden, gehouden te Amsterdam, den 12den maart 1817, in de Remonstrantsch-gereformeerde kerk.
In: Kinker, Gedichten II (1820), 89-93. |
1817 | J. Kinker | - Fiat Lux! In het O.'. van Amsterdam, den 24 dag der 4 maand van't jaar des W.'. L.'. 5817.Ga naar eind49 |
1817 | J.K. | - Gedachtenis-viering van waardige overledenen, voor de levenden heilig; of karakterschets van wijlen den A.'. Br.'. z.'. Gr.'. Opz.'., Nanning Gorter, Overleden te Alkmaar in Slagtmaand 5815 [d.i. november 1815].
In: Ned. vrijm. alm., 1817, p. 44-57. Annotatie: vervaardiging in 1815 of 1816 is zeer waarschijnlijk. |
1817 | J. Kinker | - De geest van Loyola in de negentiende eeuw.
In: Kinker, Gedichten II (1820), 68-88. |
1817 | [anon.] | - De herkaauwer, dl. III. Amsterdam 1817.Ga naar eind50 |
1817 | J.K. | - Iets over de harmonie [zie 1816]. |
1817 | J. Kinker | - Inleiding... theorie der talen [zie 1813]. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1817 | J. Kinker | - Mijne innigste gewaarwording, uitgeboezemd bij gelegenheid der inwijding van den H∴ E∴ Gr∴ Mr∴ Nationaal van de orde der VV∴ MM∴ in het Koninkrijk der Nederlanden, Frederik, Prins der Nederlanden, in de Hooge Graden dier Orde, op den 16den dag der 8ste maand van het jaar des W∴ L∴ 5817 [1817], in de tot dat einde vereenigde vier Amsterdamsche kapittels.Ga naar eind51 |
1817 | J. Kinker | - Ode aan Voltaire. Z. pl., z.j.
Annotatie: het eerst verschenen in Herkaauwer, dl. III (1817), 205-10; herdr. in Kinker, Gedichten II (1820), 155-60. |
1817 | J. Kinker | - De schepping. Geestelijk muziekstuk. In muziek gebragt door Joseph Haydn. De woorden naar het oorspronklijk Engelsch, en Hoogduitsch gevolgd. 2e dr. Amsterdam 1817.
Annotatie: 1e dr. 1803. |
1817 | J.K. | - Ten feestdage van St. Jan. (Tafellied).
In: Ned. vrijm. alm., 1817, p. 103 v. |
1817 | J. Kinker | - Eene uit het hart opwellende gedachte, na het huwelijk van Z.E.A.R. Falck, toen sekretaris van Staat.
In: Kinker, Gedichten II (1820), 99-102.Ga naar eind48 |
1817 | J.K. | - Zedelijke grondregels.
In: Ned. vrijm. alm., 1817, p. 114-7. |
1818 | J.K. | - Aan de uitverkorene meesters [zie 1806]. |
1818 | J. Kinker | - Bij de viering van het geboorte-feest van Frederik, Prins der Nederlanden, enz., in het gebouw der vier oudste loges te Amsterdam, op den 28sten van Sprokkelmaand, 1818. p[rofane]. s[tijl].
In: Broederlijke hulde, 1-3. Annotatie: herdr. in Kinker, Gedichten III (1821), 103-5. |
1818 | J. Kinker | - Mijn afscheid aan het IJ en den Amstel, bij mijn vertrek naar Luik.
In: Kinker, Gedichten III (1821), 183-202. |
1818 | J.K. | - Over den voornamen plicht des V∴ M∴ om de teekenen der tijden wel te onderscheiden. (Voorgedragen in de G∴ L∴ van 1818 p[rofane]. s[tijl].)
In: Ned. vrijm. alm., 1819, p. 33-44. |
1818 | J.K. | - Over het kenmerkende van de Orde der VV∴ MM∴ in de tegenoverstelling en het verband des maatschappelijken levens.
In: Ned. vrijm. alm., 1818, p. 33-42. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1818 | J.K. | - Vijf-en-twintigjarige hulde [zie 1815]. |
1818 | J.K. | - Zedelijke grondregels.
In: Ned. vrijm. alm., 1818, p. 101-7. |
1819 | J.K. | - Aan God.
In: Ned. vrijm. alm., 1819, p. 82 v. |
1819 | J. Kinker | - Aanteekeningen op God en vrijheid.
In: Kinker, Gedichten I (1819), 184-92. |
1819 | J. Kinker | - Aanteekeningen op Het alleven, of de wereldziel.
In: Kinker, Gedichten I (1819), 169-83. |
1819 | J. Kinker | - Aanteekeningen op Het ware in het rijk der schoonheid.
In: Kinker, Gedichten I (1819), 153-68. |
1819 | J. Kinker | - Aanteekeningen op mijne Gedachten bij het graf van Kant.
In: Kinker, Gedichten I (1819), 193-6. |
1819 | J. Kinker | - Het alleven of de wereldziel [zie 1812]. |
1819 | J. Kinker | - De dichtkunst [zie 1801]. |
1819 | J. Kinker | - Gedachten bij het graf van Kant [zie 1805]. |
1819 | J. Kinker | - Gedichten, dl. I. Amsterdam 1819.
Annotatie: voor de (verkorte) titeluitgave hiervan zie men 1843 (Gedichten). |
1819 | J. Kinker | - God en vrijheid [zie 1800]. |
1819 | J. Kinker | - Klaagzang bij het graf van... Deiman [1808]. |
1819 | J. Kinker | - Over den voornamen plicht... te onderscheiden [zie 1818]. |
1819 | J. Kinker | - De toekomst.
In: Kinker, Gedichten I (1819), 22-30. |
1819 | J. Kinker | - Voorrede.
In: Kinker, Gedichten I (1819), I-XLIII. |
1819 | J. Kinker | - Het ware der schoonheid [zie 1814]. |
1819 | J. Kinker | - Wilskracht en deugd [zie 1803]. |
1819 | J.K. | - Zedelijke grondregels en spreuken.
In: Ned. vrijm. alm.,1819, p. 102-8. |
1820 | J. Kinker | - Aan Alfred [zie 1796]. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1820 | J. Kinker | - Cantate, bij het... examen... van blinden [zie 1817]. |
1820 | J. Kinker | - Cantate [t.e.v. Haydn] [zie 1810]. |
1820 | J. Kinker | - Feestzang... Tot nut en beschaving [zie 1816]. |
1820 | J. Kinker | - Gedichten, dl. II. Amsterdam 1820. |
1820 | J. Kinker | - De geest van Loyola [zie 1817]. |
1820 | J. Kinker | - Lofrede [op Haydn] [zie 1810]. |
1820 | J. Kinker | - Ode aan Alexander, Ruslands Alfred.
In: Kinker, Gedichten II (1820), 172-81. |
1820 | J. Kinker | - Ode aan Voltaire [zie 1817]. |
1820 | J. Kinker | - Ode aan Wattier [zie 1805: Lierzang... Wattier]. |
1820 | J.K. | - Onderzoek der redenen, waarom de veredeling van den mensch en zijne natuur niet verder gevorderd zij.
In: Ned. vrijm. alm., 1820, p. 33-46. |
1820 | J. Kinker | - Onheilig graauw... [zie 1816]. |
1820 | J. Kinker | - Over de hoorbare voordracht... [zie 1813]. |
1820 | J. Kinker | - Slotzang [t.e.v. Haydn] [zie 1810]. |
1820 | J. Kinker | - [Toespraak].
In: Honneurs funèbres, 23-6. |
1820 | J. Kinker | - De toonkunst van Haydn [zie 1810]. |
1820 | J. Kinker | - Eene uit het hart opwellende gedachte, na het huwelijk van Z.E.A.R. Falck, toen sekretaris van Staat, [zie 1817]. |
1820 | J. Kinker | - Uitboezeming, bij den val van Napoleon. Voorgelezen in eene vergadering van Vrijmetselaren, te Amsterdam. [zie 1813: Tafellied]. |
1820 | J. Kinker | - De verlossing... van Nederland [zie 1813]. |
1820 | J. Kinker | - Voorrede.
In: Kinker, Gedichten II (1820), p. III-XXXIV. |
1820 | J. Kinker | - Weeklagt [zie 1813]. |
1820 | J.K. | - Zedelijke grondregels en spreuken.
In: Ned. vrijm. alm., 1820, p. 98-104. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1821 | J. Kinker | - Aan de behaagzieken [zie 1786, 1792]. |
1821 | J. Kinker | - Aan Cloë [zie 1786, 1788]. |
1821 | J. Kinker | - Aan hoogstdenzelfden grootmeester... [zie 1817]. |
1821 | J. Kinker | - Aanspraak van... Wattier... [zie 1807]. |
1821 | J. Kinker | - Bij de terugvoering der Orde der V∴ M∴ Tot hare eerste maar naar den geest des tijds gewijzigde eenvoudigheid.
In: Kinker, Gedichten III (1821), 113-6. |
1821 | J. Kinker | - Bij de viering... Frederik... [zie 1818]. |
1821 | J. Kinker | - Bij het beschouwen... Nieuwland... [zie 1794]. |
1821 | J. Kinker | - Cantate... Jaques Kuyper [zie 1808]. |
1821 | J. Kinker | - Damon en Fillis [zie 1786]. |
1821 | J. Kinker | - Het dichterlijk vernuft. Ode [zie 1801: De dichterlijke genie]. |
1821 | J. Kinker | - De duivel van de negentiende eeuw. Een rijmpje. [zie 1806]. |
1821 | J. Kinker | - Gedichten, dl. III. Amsterdam 1821. |
1821 | J. Kinker | - De gestrafte nieuwsgierigheid [zie 1786, 1788]. |
1821 | J. Kinker | - J.C. Ziesenis [...] aan Polly [...] in het ballet: Telemachus op het eiland van Calypso [zie 1803]. |
1821 | J. Kinker | - De jonge Kloë.
In: Kinker, Gedichten III (1821), 156-8. Annotatie: vermoedelijk geschreven ± 1785.Ga naar eind52 |
1821 | J. Kinker | - Mijn afscheid... vertrek naar Luik [zie 1818]. |
1821 | J. Kinker | - Nieuwejaarswensch [zie 1801, 1802]. |
1821 | J. Kinker | - Opdragt [t.e.v. Kuyper] [zie 1808]. |
1821 | J. Kinker | - Proeve... overzetting... Eneas [zie 1808]. |
1821 | J. Kinker | - Treurzang... Washington... [zie 1800]. |
1821 | J. Kinker | - De verrukking [zie 1786, 1788]. |
1821 | J. Kinker | - Voorrede.
In: Kinker, Gedichten III (1821), p. III-XLII. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1821 | J. Kinker | - De wereldstaat. Inleiding of eerste zang.
In: Kinker, Gedichten III (1821), 31-83. |
1821 | J. Kinker | - Will en Betsy [zie 1786, 1798]. |
1822 | J. Kinker | - De geboorte van Pallas. Eene soort van Dithyrambe.
In: Ned. Muz. alm., 1822, p. 1-26. |
± 1822 | [?] | - Schillers klokgieterslied.
Annotatie: deze vertaling, aanvankelijk bedoeld voor de Muzen-almanak van 1823,Ga naar eind53 is afgedrukt in: Hall, Kinker, 133-46. |
1823 | J. Kinker | - Brieven over het natuurregt aan den heer Paulus van Hemert, (naar aanleiding van Mr. W. Bilderdijks ‘Korte ontwikkeling der gronden van het natuurrecht, en daarbij gevoegde zielkundige verhandelingen.’). Amsterdam 1823. |
1823 | J. Kinker | - Iets over het schoone.
In: Gedenkschriften Derde Klasse KNI, dl. III (1826), 305-29. |
1824 | J. Kinker | - Deugd en waarheid.
In: Ned. muz. alm., 1824, p. 92-4. |
1824 | [anon.]Ga naar eind54 | - Dichtbundel van F.C. de Greuve,... I. 's Hertogenbosch, 1824.
In: Rec. o.d. rec., dl. 19I (1824), p. 287-306. Annotatie: het tweede deel van dit werk werd door Kinker gerecenseerd in 1826 (Dichtbundel...). |
± 1825 | Kinker | - L'âne et son premier maître [imitée de Rouveroy].
In: Würth, Leçons, dl. II (1825), p. 143-5. Annotatie: zie ook bij 1833 (De ezel...). |
1825 | J. Kinker | - Ate. (Eene vertelling uit het laatste gedeelte der gouden eeuw.).
In: Ned. muz. alm., 1825, p. 27-60. |
1825 | J. Kinker | - [Homerus' Ilias, boek I, vss 1-50 (vertaling)].
In: Würth, Leçons, dl. II, 312 v. |
1825 | J. Kinker | - Huwelijksgroet aan Z.K.H. Prins Willem-Frederik-Karel der Nederlanden en H.K.H. Prinsesse Louise-Augusta-Wilhelmina-Amelia van Pruissen, bij hoogstderzelver echtverbindtenis, voltrokken den [21.] van [bloei-]maand 1825. |
± 1825 | - Les religions.
In: Würth, Leçons, dl. II, 29-31. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1826 | [anon.]Ga naar eind55 | - Dichtbundel van F.C. de Greuve,... II. 's Hertogenbosch, 1824.
Annotatie: het eerste deel van dit werk werd door Kinker gerecenseerd in 1824 (Dichtbundel.). |
1826 | (J. Kinker) | - Rapport sur la méthode de Mr. Jacotot, présenté au Département de l'Intérieur, le 8 Septembre 1826. Liège 1826. |
1826 | (J. Kinker) | - Verslag aangaande de leerwijze van den heer Jacotot, aan het Departement van Binnenlandsche Zaken den 8sten Sept. 1826 ingezonden. Luik 1826. |
± 1827 | J. Kinker | - Aan de Koninklijke Maatschappij van Vaderlandsche taal- en letterkunde, te Brugge, onder de zinspreuk: Eendragt en Vaderlandsliefde. [Lierzang].
In: Werken Kon. Mij Brugge, dl. V (1829), 49-56. Annotatie: hs. in KB-Haag (73F15). |
1827 | J. Kinker | - Aan den Redakteur van den Rencensent, ook der Recensenten [over Bilderdijk].
In: Rec. o.d. rec., dl. 22II (1827), p. 1-14. |
± 1827 | J. Kinker | - Mijnheer, de verzamelaar van den Eclaireur!Ga naar eind56
In: Eclaireur, nr. 90 (31.XII.1827-1.I.1828), p. 4. |
1827 | J. Kr. | - Nederlandsche Spraakleer, door Mr. Willem Bilderdijk, ...'s Gravenhage... 1826...
In: Rec. o.d. rec., dl. 22I (1827), 118-43, 217-40, 329-61, 491-527, 621-57. Annotatie: vervolg hiervan in 1828 (Nederlandsche...). Zie ook 1829 (Beoordeeling...). Hs. in UB-Leiden (MNL, 30). |
1827 | J. Kinker | - x x x [‘Ongelukkigste aller menschen’...].
In: Ned. muz. alm., 1827, p. 51-4. |
1827 | [anon.] | - Voorrede.
In: Dicht. gedachten-beelden (1827), p. III-VIII. Annotatie: 1e dr. 1801, zie aldaar. |
1828 | J. Kinker | - Aan den Heer B[eeldsnijder]., die mij om een tweeregelig verzocht had.
In: Brief van Kinker aan G.J. Beeldsnijder van Voskol d.d. 26.III.1828. Annotatie: puntdicht. |
± 1828 | J. Kinker | - Het Hoe vaart gij? bij onderscheidene volkeren.
In: Jaar- en zakboekje VW, 1828-1829, p. 80-3. |
1828 | J. Kinker | - Nederlandsche Spraakleer, door Mr. Willem Bilderdijk, ...'s Gravenhage... 1826... |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
In: Rec. o.d. rec., dl. 23I (1828), 61-95, 167-209, 282-321, 462-94, 632 vv.
Annotatie: vervolg van de beschouwingen in 1827 (Nederlandsche...). Het geheel opnieuw uitgegeven in 1829 (Beoordeeling...). |
||
1829 | J. Kinker | - Aan dee Koninklijke maatschappij... [zie 1827]. |
1829 | J. Kinker | - Beoordeeling van Mr. W. Bilderdijks Nederlandsche Spraakleer, met de spreuk: Discant artem quam frustra docent. Gevolgd van eenen brief des hoogleeraars M. Siegenbeek aan den schrijver, als bijvoegsel tot deze beoordeeling. Amsterdam 1829.Ga naar eind57
Annotatie: voor het eerst verschenen als artikelen in 1827 en 1828 (Nederlandsche...). |
1829 | J. Kinker | - Discours prononé par M. le Recteur magnifique J. Kinker de l'université à Sa Majesté le Roy, pendant Leur sejour à Liège.
In: Münch, Freiheit, 271 v. |
1829 | J. Kinker | - Enseignement universel, rapport sur la méthode de M. Jacotot. 2e ed. Paris 1829.Ga naar eind58 |
1829 | K. | - Gedachten bij het graf van Prins Willem den Eersten, voorgelezen als eene bijdrage in het letterkundig genootschap: Diversa sed Una. 20 Jan. 1829.
In: Ned. Muz. alm., 1830, p. 216 v. |
1829 | J. Kinker | - Het Hoe vaart gij?... [zie 1828]. |
1829 | Joh. Kinker | - In het album van... [Nanning]Ga naar eind59
In: Ned. Muz. alm., 1830, p. 216 v. |
1830 | K. | - Gedachten... Willem den Eersten... [zie 1829]. |
1830 | J. Kinker | - Proeve eener beantwoording van de vraag: wat nut kan de empirische algemeene taalkennis aan de hoogere wijsbegeerte toebrengen? gelezen den 13den september 1830. In: Gedenkschriften Derde Klasse KNI, dl. IV (1833), nr. III (114 pp.). |
1830 | [anon.] | - Steven van der Klok.
In: Ned. muz. alm., 1831, p. 193-200.Ga naar eind60 Annotatie: hs. in KB-Haag (73F15). |
1831 | J. Kinker | - Europa op den stier, in 1830-1831.
In: Keur scherts, dl. [II], p. 61-7. |
1831 | J. Kinker | - De heldendood van Jan Carel Josephus van Speyk; toonkundig tafereel vervaardigd door B. van Bree. Opgevoerd in de Maatschappij Felix Meritis, den 11den Maart 1831. Amsterdam 1831. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
---|---|---|
1831 | J. Kinker | - Oud-Nederland in oogstmaand 1831. Toonkunstig tafereel, door B. van Bree. Amsterdam 1832.
Annotatie: hs. in KB-Haag (73F15). |
1831 | [anon.] | - Steven van der Klok [zie 1830]. |
1831 | Johs. Kinker | - ‘Veel woorden zijn er, die slechts onzin in zich sluiten’... [kwatrijn].
In: Ned. muz. alm., 1831, tussen p. 64 v.Ga naar eind61 |
1832 | J. Kinker | - Helmina en Elise. Zang van twee Vaderlandsche meisjes.
In muzijk gebragt door J.W. Wilms. Amsterdam 1832. |
1832 | J. Kinker | - Iets over de meest kenschetsende teekenen des tijds, uit den tegenwoordigen toestand van Europa opgemaakt.
In: Rec. o.d. rec., dl. 25II (1832), p. 241-64. |
1832 | J. Kinker | - Oud-Nederland... [zie 1831]. |
1832 | J. Kinker | - Pygmalion. Een romantische droom.
In: Ned. muz. alm., 1832, p. 190-210. Annotatie: hs. in KB-Haag (73F15). |
1833 | J. Kinker | - De ezel en zijn eerste meester.
In: Genabeth, Zede- en lett. lessen, dl. II (1833), p. 131-3. Annotatie: zie ook 1825 (L'âne...). |
1833 | J. Kinker | - In hoe verre is de geschiedenis eene leerschool voor vorsten en volken? Eene voorlezing.
In: Rec. o.d. rec., dl. 26II (1833), p. 185-205. |
1833 | J. Kinker | - Proeve... wat nut... wijsbegeerte toebrengen... [zie 1830]. |
1833 | J. Kinker | - Toespraak aan het letteroefenend genootschap: Tot Nut en Beschaving, bij gelegenheid der feestviering van deszelfs vijf-en-twintigjarig bestaan, op den 13den Maart 1833. Z.pl., z.j.
Annotatie: herdr. in Rec. o.d. rec., dl. 27II (1834), p. 6-17. |
1834 | J. Kinker | - Frankrijk tegenover Europa. Eene voorlezing.
In: Rec. o.d. rec., dl. 27II (1834), p. 128-207. |
1834 | K. | - De leden en kinderen der A.'. □ La Charité, bij de feestviering van 75 jarig bestaan.
In: Bie, Feestrede, 59 v.Ga naar eind62 |
1834 | J. Kinker | - Toespraak... Tot N & B... [zie 1833]. |
1835 | J. Kinker | - Europa op den stier, in 1830-1831 [zie 1831]. |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
1835 | J. Kinker | - Geen passer, met den boog en winkelhaak gepaard,... (6-r. gedicht).
In: Naged. Holtrop, t.o. titelblad. |
1835 | K. | - De leden en kinderen ... [zie 1834]. |
1835 | J. Kinker | - Een loovertakje op het graf van Cornelis Loots.
In: Ter nagedachtenis Loots, 93-8. |
1835 | J. Kinker | - Ter nagedachtenis van Willem Holtrop, aan de □ La Charité, door hare Amsterdamsche zusters.
In: Naged. Holtrop, 57 v. |
1836 | J. Kinker | - [Homerus, Ilias, I, 503-30, 573-600, vertaald in 18, resp. 28 vss.]
In: Kinker, Iets romant., 336-8. |
1836 | J. Kinker | - Iets over het romantische, eene voorlezing.
In: Rec. o.d. rec., dl. 29II (1836), p. 329-350. |
1836 | J. Kinker | - [Vergilius, Aeneïs, IV, 621-9, vertaald in 11 vss.]
In: Kinker, Iets romant., 347. |
1838 | [anon.] | - Brieven van Mr. Willem Bilderdijk... 1836 en 1837... Mengelingen en fragmenten... door... Bilderdijk... 1834...
In: Rec. o.d. rec., dl. 31I (1838), p. 25-41, 153-174, 290-316, 517-544. Annotatie: vervolg en slot van de recensie: zie 1839 (Brieven...). |
1839 | J. Kinker | - Brieven van Mr. Willem Bilderdijk... 1836 en 1837... Mengelingen en fragmenten... door... Bilderdijk... 1834...
In: Rec. o.d. rec., dl. 32I (1839), p. 101-18, 139-64. Annotatie: vervolg en slot van 1838 (Brieven...). |
1839 | [anon.] | - Histoire de la Civilisation morale et religieuse des Grecs ... par P. van Limburg Brouwer... II Tomes... 1837 et 1838.
In: Rec. o.d. rec., dl. 32I (1839), p. 328-46. Annotatie: voor Kinkers recensie van dl. 3 en 4: zie 1841 (Histoire...), en van dl. 5 en 6: zie 1843 (Histoire ...). Hs. in UB-Gent (Ms. 1298). |
1839 | J. Kinker | - Iets over den brief van Mr. Derk Donker Curtius.
In: Avondbode, 9.IX.1839. Annotatie: het artikel is gedateerd 4.IX.1839. |
1841 | J. Kinker | - Heinrich Schmid's Voorlezingen over... Wijsbegeerte ... vertaald... door F.C. de Greuve... 1838-1839; |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
Beknopte geschiedenis der wijsbegeerte... van Kannegiesser ... met bijvoegselen... verm. door J.J. 1e Roy ... 1838.
In: Rec. o.a. rec., dl. 34I (1841), p. 22-38, 66-83, 111-33. Annotatie: in hs. in UB-Leiden (MNL 957, 1). |
||
1841 | [anon.] | - Histoire... par P. van Limburg Brouwer... Tom. troiset quatrième... 1839-1840.
In: Rec. o.d. rec., dl. 34I (1841), p. 299-320. Annotatie: vervolg op Kinkers recensie van dl. 1 en 2 hiervan (zie 1839: Histoire...); voor de bespreking van dl. 5 en 6 zie men 1843 (Histoire...). |
1842 | J. Kinker | - Eene stem uit het Oosten.
In: Ned. jrb. vrijm., 5842[=1842], p. 146-8. |
1843 | J. Kinker | - Chiron, Menippus, enz. Eene zamenspraak in het rijk der dooden. Maar aanleiding eener tweespraak van Lucianus.
In: Rec. o.d. rec., dl. 36II (1843), p. 41-8. Annotatie: hs. in KB-Haag (73F15). |
1843 | J. Kinker | - Gedichten. Amsterdam 1843.
Annotatie: titeluitgave van Kinker, Gedichten I (1819), verminderd met de Voorrede (I-XLIII), p. XLIV (‘Inhoud’) en p. 197 (‘Drukfeilen’). |
1843 | J. Kinker | - Histoire... par P. van Limburg Brouwer... Tomes cinq- et sixième... 1841-1842.
In: Rec. o.d. rec., 1843I, p. 96-113. Annotatie: vervolg en slot van Kinkers besprekingen van dit werk in 1839 en 1841 (Histoire...). |
1844 | J. Kinker | - Iets over eene oude vrijmetselaarslegende.
In: Ned. jrb. vrijm., 5844[=1844], p. 185-90. |
1850 | J. Kinker | - Le dualisme de la raison humaine; ou le criticisme de Em. Kant, amelioré sous le rapport de la raison pure, et rendu complet sous celui de la raison pratique. [I]. Amsterdam 1850. |
1852 | J. Kinker | - Le dualisme... [zie 1850]. [II]. Amsterdam 1852.
Annotatie: de postume uitgave van dit tweedelige werk (1850-1852) is verzorgd door J.D. Cocheret de la Morinière. |
1853 | J. Kinker | - De jaargetijden, naar Thomson... Amsterdam 1853. [zie 1803]. |
1872 | J. Kinker | - Kant, Kritiek der zuivere rede. Proeve eener opheldering daarvan. Groningen 1872.
Annotatie: voor de 1e dr. zie men 1799 (Proeve); zie ook 1880 (Kant). |
Jaar | Auteursaanduiding | Titel; annotatie |
1873 | J. Kinker | - Over de beoefening der Koninklijke Kunst.
In: Maç. weekbl. (N.S., jrg. X), jrg. XXII, nr. 26 (d.d. 30.VI.1873). |
1873 | J. Kinker | - Overdenkingen aangaande de leer van den Insteller onzer Kon. Orde, Johannes, naar aanleiding van Openb. Johannis, kap. 21, vers 2 en 22-24.
In: Maç. weekbl., jrg. XXII, nr. 33 (d.d. 18.VIII.1873). |
1873 | J. Kinker | - Ter beantwoording van de vragen welke onze Orde is? en van welken aard de verbintenis die de gezamenlijke BB. door hunnen intrede in onze verlichte wereldburgerlijke maatschappij met elkander hebben aangegaan?
In: Maç. weekbl. (N.S., jrg. X), jrg. XXII, nr. 34 (d.d. 25.VIII.1873). |
1874 | J. Kinker | - Bouwstuk, betrekking hebbende tot den bouw en de begronding van den tweeden tempel te Jeruzalem, naar aanleiding van de vier laatste verzen van het 3e hoofdstuk uit het boek Ezra, toegepast op den zich immer vernieuwenden tempelbouw der Vmm.
In: Maç. weekbl., jrg. XXIII, nr. 5 en 6 (d.d. 2 en 9.II. 1874). |
1874 | J. Kinker | - Redevoering over de woorden in het 13e kapittel van Mattheus, het 20e en 21e vers, tegen de duisterlingen der eeuw gericht.
In: Maç. weekbl., jrg. XXIII, nrs. 9-10 (d.d. 2 en 9.III. 1874). |
1874 | J. Kinker | - Redevoering over het wereldburgerschap, toegepast op het vooruitzicht eener vereeniging van de in de zuidelijke provinciën met die der noordelijke.
In: Maç. weekbl., jrg. XXIII, nrs. 7 en 8 (d.d. 16 en 23.II.1874). |
1880 | J. Kinker | - Kant, Kritiek... Amsterdam 1880 [zie 1872]. |
1897 | Johs. Kinker | - ‘Trop grand’... [zie 1785]. |
Kinkers geregelde anonieme medewerking aan de Schouwburg en De recensent o.d. recensenten doet vermoeden dat hij aan deze tijdschriften meer bijdragen heeft geleverd dan die welke in bovenstaand overzicht vermeld zijn. Zo is het zeer waarschijnlijk te achten dat de anonieme artikelen over Schiller in de Schouwburg van 1805Ga naar eind63 en 1806Ga naar eind64 van Kinkers hand zijn, zowel op grond van de inhoud ervan als ook vanwege het tijdstip van verschijnen
(vlak voor de uitgave van zijn Schillervertalingen in 1807); Kinker was toen een van de weinigen die belangstelling had voor de nieuwe Duitse literatuur.Ga naar eind65 Wat De recensent betreft is Kinker wellicht verantwoordelijk voor de besprekingen over KantGa naar eind66 en P. van Winter,Ga naar eind67 en de toneelkritiek,Ga naar eind68 in de jaargang-1806, de bijdragen over Van Hemert en Wyttenbach in de jaargangen van 1809Ga naar eind69 en 1810,Ga naar eind70 die over Lucianus' Zamenspraken (1814)Ga naar eind71 en H. Haakman (1815),Ga naar eind72 en de recensie van Van Limburg Brouwers Diophanes in jaargang-1839.Ga naar eind73
3. HandschriftenGa naar eind74
A. BrievenGa naar eind75
a. Gedateerde
Datering | Geadresseerde | Vindplaats/Bron |
---|---|---|
17.XII.1800 (*) | A.J. Zubli | Beets, N. versch., 39-41. |
20.II.1805 | [vriendin]Ga naar eind76 | UB-A'dam, Hss., As 48. |
1.III.1806 | La Charité | Bibl. GON-Haag, Arch. La Charité. |
23.V.1806 | Grote Loge Bat. Republiek. | id.; in klad: KB-Haag, Hss. 73 F 15. |
23.XI.1808 | J. Immerzeel Jr. | KB-Haag, Hss., 133 C 11IV Kinker |
5.XII.1808 | id. | UB-Leiden, Hss., MNL, L 1909b (in 1004), 475. |
19.III.1809 | P.G. Witsen Geysbeek | UB-A'dam, Hss., Ep 13 b. |
31.V.1811 (*) | J.L. Kesteloot | Bols, Brieven, 56 v. |
Voor 26.VIII. | Trip-A'dam, arch., Not. 3e kl. KNI | |
1812 (*) | Derde kl. KNI | 1810-1815 (II), 117-20. |
27.XII.1813 | [een lid van La Charité] | Bibl. GON-Haag, arch. La Charité. |
27.V.1816 | H.C. Cras | UB-A'dam, Hss., I A20 b. |
?.VII.1816 (*) | F. Munter | Trip-A'dam, arch., Brieven 3e kl. KNI, I, 142, 1. |
24.1.1817 | J.W. Vredenburch | UB-A'dam, Hss., 12 Cg, nr. 1. |
30.1.1817 | id. | id., nr. 2. |
10.III.1817 (*) | F. Munter | Trip-A'dam, arch., Brieven 3e kl. KNI, I, 142, 2. |
11.VII.1817 | O. Repelaer van Driel | ARA-Haag, BiZ na 1813, OKW, nr. 2650. |
25.III.1818 | id. | id., 10.IV.1818, nr. 61, inv. nr. 2706. |
4.XI.1818 | G. van LennepGa naar eind77 | KB-Haag, Hss., 129 A 27. |
25.II.1819 | M. Stuart | Trip-A'dam, arch., Brieven leden 3e kl. KNI, Not. III-V (I), 36. |
29.X.1819 | id. | id., 48. |
31.V.1820 | S.I. Wiselius | Trip.-A'dam, arch., Brieven leden 2e kl. KNI, Not. I-VI (I), 165. |
19.VI.1820 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
Datering | Geadresseerde | Vindplaats/Bron |
---|---|---|
29.VII.1820 | S.I. Wiselius | Trip-A'dam, arch., Brieven leden 2e kl. KNI, Not. I-VI (I), 166. |
31.VII.1820 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
2.IX.1820 | A.R. Falck | id., Verz. Falck, nr. 34. |
12.XI.1820 | id. | id. |
9.XII.1820 | id. | id. |
7.III.1821 | J. Immerzeel Jr. | KB-Haag, Hss., 133 C 11IV |
7.VI.1821 | id. | id. |
18.IV.1821 | id. | id. |
29.IV.1821 | id. | LM-Haag (Kinker). |
28.V.1821 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
Tussen 15 en 25.VIII.1821 | A.R. Falck | Id., Verz. Falck, nr. 34. |
25.VIII.1821 | id. | id. |
18.XII.1821 | id. | id. |
29.IV.1822(*) | [?]Liebaert | UB-Leiden, Hss., MNL 4, fol. 97 verso [kladfragment]. |
17.V.1822 | M. Stuart | Trip-A'dam, arch., Brieven leden 3e kl. KNI, Not. III-V(I), 81. |
1.VII.1822 | A.R. Falck | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Falck, nr. 34. |
16.VIII.1822 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 81. |
?.XII.1822 | id. | id. |
?.XII.1822 | M. Stuart | Trip-A'dam, arch., Brieven leden 3e kl. KNI, Not. IIII-V(I), 92. |
15.I.1823 | A.R. Falck | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Falck, nr. 34. |
16.II.1823 | id. | id. |
28.II.1823 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 81. |
4.III.1823 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
?.III.1823 | J. Immerzeel Jr. | KB-Haag, Hss., 133 C 11IV. |
16.IV.1823 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 81. |
19.IV.1823 | id. | id. |
11.V.1823 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 81. |
11.V.1823 | Willem I | ARA-Haag, Staatssecretarie, 1756. |
12.V.1823 | A.R. Falck | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Falck, nr. 34. |
21.V.1823 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
11.VI.1823 | M. Stuart | Trip-A'dam, arch., Brieven leden 3e kl. KNI, Not. III-V(I), 101. |
3.VII.1823 | J. Immerzeel Jr. | KB-Haag, Hss., 133 C 11IV. |
22.VII.1823 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
Datering | Geadresseerde | Vindplaats/Bron |
---|---|---|
14.IX.1823 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 81. |
27.IX.1823 | id. | id. |
27.XII.1823 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
5.III.1824 | J. Immerzeel Jr. | KB-Haag, Hss., 133 C 11IV. |
9.III.1824 (*) | M. Stuart | ARA-Haag, Versl. 1925I, nr. 51, Verz. Prof. Dr. Th. Th.H. Jorissen [afschrift, gemaakt door Jorissen]. |
15.IV.1824 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
11.V.1824 (*) | M. Stuart | ARA-Haag, Versl. 1925I, nr. 51, Verz. Prof. Dr. Th. Th.H. Jorissen [afschrift, gemaakt door Jorissen]. |
6.VI.1824 | J. Immerzeel Jr. | KB-Haag, Hss., 133 C 11IV. |
19.VI.1824 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius nr. 7. |
20.XII.1824 | M. Stuart | Trip-A'dam, arch., Brieven leden 3e kl. KNI, Not. III-V(I), 113. |
13.VI.1825 | Willem I | ARA-Haag, BiZ na 1813, afd. Ond., 6.VII.1825, nr. 12 F, inv. nr. 1946. |
2.VII.1825 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 82. |
14.VII.1825 | Ministerie BiZ. | ARA-Haag, BiZ na 1813, afd. Ond., 25.VII.1825, nr. 155a, inv. nr. 1948. |
23.VII.1825 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius nr. 7. |
24.VII.1825 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 83. |
3.IX.1825 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
7.XI.1825 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
7.XI.1825 (*) | [vriend (uit TandemGa naar eind78] | UB-Leiden, MNL 4, fol. 67recto [klad fragment]. |
20.II.1826 (*) | L. Jottrand | Jottrand, Gewrochten, 36-9. |
14.III.1826 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7. |
26.III.1826 | J. van der Hey | KB-Haag, Hss., 78 F 62. |
13.IV.1826 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 82. |
5.VI.1826 | J. Immerzeel Jr. | KB-Haag, Hss., 133 C 11IV. |
4.VII.1826 | M. Stuart | UB-A'dam, Hss., 12 Cg nr. 3. |
14.VII.1826 | D.J. van Ewyck | ARA-Haag, BiZ na 1813, afd. Ond., 17.VII.1826 nr. 11 F, inv. nr. 1996. |
8.IX.1826 | id. | id., 21.IX.1826 nr. 112A, inv. nr. 2004. |
10.IX.1826 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, Inv. nr. 83. |
10.IX.1826 | Willem I | ARA-Haag, Arch. Staatssecr. gewoon, 14.III.1827, nr. 159, inv. nr. 2686. |
?.IX.1826 (*) | J.L. Kesteloot | Bols, Brieven, 73 v. Ga naar eind79 Ga naar eind80 |
Datering | Geadresseerde | Vindplaats/Bron |
---|---|---|
17.X.1826 | D.J. van Ewyck | ARA-Haag, BiZ afd. Ond., 25.X.1826, nr. 22F, inv. nr. 2009. |
1.XI.1826 | id. | id., 7.XII.1826, nr. 123 A, inv. nr. 2014. |
26.XI.1826 | Willem I | ARA-Haag, Staatssecr. gewoon, inv. nr. 2633, 19 dec. 1826, nr. 85. |
28.XI.1826 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 83. |
4.XII.1826 | C. Loots | KB-Haag, Hss., 130 G 16. |
Na 4.XII.1826 | id.Ga naar eind81 | KB-Haag, Hss., 72 D 57. |
20.XII.1826 (*) | L. Jottrand | Jottrand, Gewrochten, 43-5. |
21.II.1827 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius nr. 7. |
3.IV.1827 | H. TollensGa naar eind82 | KB-Haag, Hss., 70 F 57. |
30.VII.1827 | id.Ga naar eind83 | id. |
31.X.1827 | Th. Weustenraad | KB-Brussel, Hss. kab., II, 7714 vol. 1. |
eind XI.1827 (*) | L. Jottrand | Jottrand, Gewrochten, 51-3. |
4.II.1828 | Th. Weustenraad | KB-Brussel, Hss. kab., II, 7714, vol 1. |
24.III.1828 | id. | id. |
26.III.1828 | G.J. Beeldsnijder van Voskol | KB-Haag, Hss., 121 D 5, 3. |
26.III.1828 | J. Immerzeel Jr. | KB-Haag, 133 C 11IV. |
26.III.1828 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 83. |
10.IV.1828 | id. | id. |
7.IX.1828 | D.J. van Ewyck | ARA-Haag, BiZ na 1813, afd. Ond., 17.IX.1828, nr. 25 F, inv. nr. 2138. |
10.II.1829 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 84. |
19.IV.1829 | id. | id. |
6.V.1829 | id. | id., inv. nr. 93. |
14.V.1829 | Willem I | ARA-Haag, Staatssecr. geheim, 23.VI. 1829, La N 14, inv. nr. 5721. |
19.V.1829 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 84. |
9.VI.1829 (*) | id. | Colenbrander, Gedenkstukken IX,2 p. 595 v. |
6.VII.1829 | Willem I | ARA-Haag, Staatssecr. gewoon, inv. nr. 3222, 8 juli 1829, nr. 29. |
28.VII.1829 | id. | id., inv. nr. 3235, 30 juli 1829, nr. 190. |
29.VII.1829 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 84. |
20.VIII.1829 | Ministerie BiZ | ARA-Haag, BiZ na 1813, afd. Ond., 22.VIII.1829, nr. 124a, inv. nr. 2183. |
4.IX.1829 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900 Coll. Van Maanen, inv. nr. 85. |
25.IX.1829 | id. | id. |
26.IX.1829 | J. Immerzeel Jr. | KB-Haag, Hss., 133 C 11IV. |
12.X.1829 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 85. |
7-8.XII.1829 | id. | id. |
17.XII.1829 | Holl. Mij | KB-Haag, Hss., 130 G 16. |
18.XII.1829 | H. TollensGa naar eind84 | id., 70 F 57. |
Datering | Geadresseerde | Vindplaats/Bron |
---|---|---|
3.I.1830 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 86. |
16.I.1830 | id. | id. |
20.I.1830 | id. | id. |
1.II.1830 | id. | id. |
19.II.1830 | J. Koning | UB-A'dam, Hss., II C 30 a 14. |
12.III.1830 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 86. |
20.III.1830 | id. | id. |
5.VII.1830 | id. | id. |
6.VII.1830 | H. TollensGa naar eind84 | KB-Haag, Hss., 70 F 57. |
25.VII.Ga naar eind85 1830 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 88. |
7.VIII.1830 | id. | id. |
27.VIII.1830 | id. | id. |
17 of 18.IX.1830 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1913, Verz. Fabius nr. 7. |
Na 20.X.1830 (*) | Willem I | KB-Haag, Hss., 73 F 15 [klad]. |
28.X.1830 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 89. |
29.X.1830 | J. Immerzeel Jr. | KB-Haag, Hss., 133 C IIIV. |
1.XI.1830 | id. | id. |
9.XII.1830 | J.D. van Ewyck | ARA-Haag, BIZ na 1813, afd. Ond., 26.I.1831, nr. 5 F, inv. nr. 2207-37. |
?.?.1830/31 (*) | Willem I | KB-Haag, Hss., 73 F 15 [minuut]. |
24.I.1831 | W.J.C. van Hasselt | KB-Haag, Hss., 130 G 16. |
19.III.1831 | H.J. van Doorn van Westcapelle | ARA-Haag, BiZ na 1813, afd. Ond., 6.VII.1831, nr. 109A. |
21.III.1831 | Willem I | ARA-Haag, Staatssecr. gewoon, 1.IV. 1831, nr. 16, inv. nr. 3548. |
30.III.1831 | J. Koning | UB-A'dam, Hss., II C 30a, 17. |
16.IV.1831 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, inv. nr. 90. |
30.VI.1831 | H.J. van Doorn van Westcapelle | ARA-Haag, BiZ na 1813, afd. Ond., 6.VII.1831, nr. 109A. |
30.IX.1831 | id. | id., 13.X.1831, nr. 124A. |
23.VIII.1832 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1916, Verz. Fabius nr. 5. |
21.II.1833 | A. van Lee | UB-A'dam, Hss., H 78. |
11.III.1833 | id. | LM-Haag (Kinker). |
26.IV.1833 | J. Fabius | ARA-Haag, Versl. 1916, Verz. Fabius nr. 5. |
26.XI[?]1833 (*) | [vriendinGa naar eind86 van Kinker en E. Capitaine] | UB-Leiden, Hss., MNL L. 1004, 3 [minuut]. |
8.V.1834 | C.A. den Tex | UB-Adam, Hss., Di 85. |
8.X.1834 | J.G.E.G. Stierling | Bibl. GON-Haag, arch. La Charité. |
9.X.1834 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, nr. 92. |
21.III.1836 | C.F. van Maanen | ARA-Haag, Versl. 1900, Coll. Van Maanen, nr. 240. |
11.VI.1836 | [vriend]Ga naar eind87 | UB-A'dam, Hss., Ep 13 a. |
16.XII.1836 | M.C. van Hall | UB-A'dam, Hss., Do 18. |
27.IV.1837 | W.J.C. van Hasselt | KB-Haag, Hss., 130 G 16. |
Tussen 1838 en 1841 | [anon.] | id |
4.V.1841 (*) | F.C. de Greuve | Greuve, Dualisme, 226 [fragment]. |
27.XII.1842 | W.A. Schimmelpenninck van der Oye | ARA-Haag, BiZ na 1813, afd. Ond., 19.XII.1842, nr. 157. |
29.IV.1843 | C.A. den Tex | UB-A'dam, Hss., Cy 62. |
18.VI.1843 (*) | F.C. de Greuve | Greuve, Dualisme, 226 [fragment]. |
9.X.1843 | A. van Lee | LM-Haag (Kinker). |
b. Ongedateerde
- - | ? | KB-Haag, Hss., 130 G 16, nr. 8. |
- - | ?Ga naar eind88 | UB - Leiden, Hss., MNL L 572. |
B. Overige manuscriptenGa naar voetnoot*
a. ARA-Haag
- | BiZ na 1813, afd. Ond., 15.IX.1829, nr. 136A, inv. nr. 2187.
Verklaring t.g.v. J. Paquet, aan Atheneum Luxemburg, d.d. 28.X.1828. |
- | Staatssecr. geheim, 23.VI.1829, La nr. 14, inv. nr. 5721.
Memorie aan Willem I, i.v.m. nieuwe onderwijswet, d.d. 14.V.1829. |
- | Versl. 1913, Verz. Fabius, nr. 7.
Vision de St Jean [anoniem; handschrift vermoedelijk van Kinker]. |
b. Bild. Mus.-A'dam
- | A 4711.
Over de geschiedenis van de Hollandse taal door Bilderdijk. |
- | A 4717.
In deze brief van Bilderdijk aan Kinker (d.d. 16.I.1800) de notitie ‘geäccepteerd Johs Kinker’. |
- | A 4718.
In deze brief van Bilderdijk aan Kinker (d.d. 10.V.1800) de notitie ‘accepté 21 Juin 1800 Johs Kinker’. |
- | A 4721.
Verklaring van Kinker i.v.m. een betaling (d.d. 15.XII.1794). |
- | A 4727.
In deze verklaring van Bilderdijks crediteur Bromet (d.d. 2.IV.1800) enkele regels van Kinker. |
c. GA-A'dam
- | Cat. W.A. Veder, depot oud-arch. Amsterdam, arch. Fam. De Graeff, inv. en regesten A'dam 1914, A89 Johannes Kinker 1816, 9 febr.
Over het schrijven en de afleiding van het woord beunhaas. |
d. KB-Haag
- | 73 F 11, 1a.
Achilles en Polyxena. Treurspel. |
- | 73 F 11, 1b.
Machteld van Velzen. Zangspel. |
- | 73 F 11, 1c.
De l'esprit des Journaux. Janv. 1790. |
- | 73 F 11, 2.
Vertaling van Schillers Turandot. |
- | 73 F 11, 3.
Eduard. of De man die nooit tevreden is (Eerste Bedrijf + gedeelte Tweede Bedrijf). |
- | 73 F 11, 4.
Toneelstuk zonder titel. (Twee bedrijven). |
- | 73 F 11, 5.
De zegepraal van Poppea Sabina, of de val van Octavia (aanzet tot een toneelstuk). |
- | 73 F 11, 6.
Velletje met notities over historische figuren. |
- | 73 F 11, 7.
Toneelstuk, Eerste Bedrijf. |
- | 73 F 11, 8.
Toneelstuk, Eerste Bedrijf. |
- | 73 F 11, 9.
Toneelstuk, Eerste Bedrijf + gedeelte Tweede Bedrijf. |
- | 73 F 11, 10.
Toneelstuk, Eerste Bedrijf + aanzet Tweede Bedrijf. |
- | 73 F 11, 11.
id. |
- | 73 F 11 (12 + 14).
Ada, gravinne van Holland, fragment. |
- | 73 F 11, 13a.
Magteld van Velzen, fragment. |
- | 73 F 11, 13b.
Notities over Magteld van Velzen. |
- | 73 F 11, 14.
Aanzet tot een toneelstuk. |
- | 73 F 12, 1a.
Materialismus. |
- | 73 F 12, 1b.
Iets over het Fransche Eklektismus, naar aanleiding van de voorrede van V.C. voor zijn vertaling van Tennemanns geschiedenis der wijsbegeerte. |
- | 73 F 12, 2.
Wijsgerige beschouwingen. |
- | 73 F 12, 3a.
Over metriek. |
- | 73 F 12, 3b.
Frankrijk tegenover Europa; gedrukt 1834: (zie boven). |
- | 73 F 12, 3c.
Taalkunde. |
- | 73 F 12, 4.
Inleiding tot de geschiedenis. |
- | 73 F 12, 5.
Taalkundige aantekeningen; losse briefjes. |
- | 73 F 15.
Hierin vindt men o.a.:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
- | 130 G 16 (drie mapjes met tezamen tien nrs.).
Behalve de boven reeds genoemde brieven met deze signatuur vindt men hierin:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
- | In het gedrukte werkje uit 1784, Eridomizus, Academie-zang beantwoord II staan eigenhandige aantekeningen van Kinker op fol. A1recto, A3verso en A4rv. | ||||||||||||||||||||||||||||||||
- | In de brief (aan Loots) ‘Na 4 dec. 1826’ (in 72 D 57) staat: Spookromance (eerste strofe). | ||||||||||||||||||||||||||||||||
- | In Kinkers brief aan Immerzeel d.d. 26.IX.1829 staat het gedicht In het Album van [den WelEd. Gestr. Heer Nanning].Ga naar eind92, gedrukt in 1830 (zie boven. 1829). |
e. LM-Haag
- | Kinker.
‘Veel woorden zijn er, die slechts onzin in zich sluiten’...; dit kwatrijn werd afgedrukt in: Ned. muz. alm., 1831, tussen p. 64 v. |
f. SA-M'tricht
- | Hs. 298.
Aantekeningen en correcties betreffende idioom, stijl en prosodie in Weustenraad (Th.). Verzen en 1 stuk proza in het Nederlandsch. |
g. Trip - A'dam (arch.)Ga naar eind93
- | Brieven 3e kl. KNI, I, achter nr. 142, d.d. 22.VII.1816.
Hier vindt men: Aan Mecenas,Ga naar eind94 en Odi profanum vulgus;Ga naar eind95 laatstgenoemde tekst gedrukt in 1820 (zie boven, 1816, Onheilig graauw...). |
||||||||
- | Brieven 3e kl. KNI, I, achter nr. 142.
Vergelijking der door den Heer Niebuhr aangewezen Sumatrasche Alphabetten, met de Letters des M.S. van den Heere Willmet, overgelegd op de vergadering van 2.X. 1815. |
||||||||
- | Bijlagen Not. (3e kl. KNI) I-II, nr. 76.
Rapport van de Commissie Willmet-Bosscha-Kinker over Bilderdijks verhandeling over de redenen der rangschikking van de letteren in de alfabetten, d.d. 31.V.1813. |
||||||||
- | Bijlagen Not. (3e kl. KNI) I-II, nr. 95.
Voorstel aan de Derde Klasse n.a.v. het concept-rapport Willmet-Van Lennep-Bosscha, en de brieven van Te Water en Pareau, d.d. 28.VI.1815. |
||||||||
- | Kast I. Stukken over muziek, J. Kinker; stukken over toneel; medailles van Loon IVe klasse.
|
||||||||
- | Kast I. Stukken over muziek... IVe klasse; Stukken over toneel.
Hierin: Terentius Eunuchus. De Gesnedene. |
||||||||
- | Raporten 3e kl. KNI, Not. III-VI (II, nr. 9).
Verklaring van Kinker en J. van Hall betreffende Rekening en Verantwoording van Thesaurier Willmet, d.d. 17.VIII.1832, overgelegd ter vergadering d.d. 10.IX.1832. |
h. UB-A'dam
- | 12 Cg,4.
Aperçu detaillé de la philosophie critique. |
- | 12 Cg, 5.
Vlugtig geworpen blikken op den toestand der Nederlanden, bij het einde des jaars 1830. |
- | Ep 13a.
In de brief aan een vriend d.d. 11.VI.1836 (zie boven) staat het 24-regelig, in 4- jambische verzen geschreven gedicht Al houdt de druk der jaren mij,... |
i. UB-Gent
- | Ms. 1298.
Hierin bevindt zich een recensie van P. van Limburg Brouwers Historie de la civilisation morale et religieuse des Grecs (1837-1842); gepubliceerd in 1839, 1841, 1843 (zie boven). |
j. UB-Leiden
- | MNL, 2.
J. Kinker. Verhandeling over algemeene taalkunde. |
- | MNL, 3.
J. Kinker. Dictaten over taalkunde in het algemeen, in het Nederl. en Fransch, gegeven te Luik. |
- | MNL, 4.
J. Kinker. Opstellen en aanteekeningen over vergelijkende taalkunde. |
- | MNL, 5.
J. Kinker. Principes métaphysiques des langues, ou de grammaire générale. |
- | MNL, 6.
J. Kinker. Taalkundige aanteekeningen. Vergelijking van de Nederlandsche met andere Indo-Germaansche talen. |
- | MNL, 17.
J. Kinker. Lessen over Nederlandsche Taal- en Letterkunde. |
- | MNL, 29.
J. Kinker. Dictaten over Nederl. taal- en woordvoeging. Nederl. en Fransch. |
- | MNL, 30.
J. Kinker. Recensie over Bilderdijks Spraakleer; gedrukt: 1827 (zie boven). |
- | MNL, 31.
J. Kinker. Over verschillende soorten van werkwoorden. |
- | MNL, 145.
J. Kinker. Ontwerp van een beoordeelend letterkundig tijdschrift. |
- | MNL, 146.
J. Kinker. De ziekte... (Recensie van Bilderdijks De ziekte der geleerden); deze tekst (Kinker, Rec. Bild. ziekte) is afgedrukt als bijlage 2.Ga naar eind96 |
- | MNL, 229.
Afschrift van F. van de Puttes editie van het fragment van Maerlants Spieghel Historiael in Belgisch Museum jrg. 1837, 276-283.Ga naar eind97 |
- | MNL, 409, nr. 46.
J. Kinker. Over ongelijkvloeiende werkwoorden. |
- | MNL, 572.
J. Kinker. Woorden en Spreekwoorden in de taal van Luik. Met minuten van brieven in die taal. |
- | MNL, 957, 1.
J. Kinker, Recensiën van H. Schmidt. Voorlezingen over het wezen der wijsbegeerte en Beknopte geschiedenis der wijsbegeerte; gedrukt: 1841, Heinrich Schmidts... (zie boven). |
- | MNL, 957, 3.
Over Du juste milieu van ‘Mad. de S.’ (Brux., 1837). |
- | MNL, 959, 1.
J. Kinker. Aanteekeningen betreffende wijsgeerige onderwerpen. Nederl. en Latijn. |
- | MNL, 959, 2.
De jongste verlossing van Europa uit den vernederenden toestand. |
- | MNL, 1080.
J. Kinker en D.J. van Lennep, Rapport aan de 3e klasse van het Kon. Instituut omtrent eene door L.J.F. Janssen ingezonden verhandeling, betreffende een te Millingen gevonden Rom. gedenksteen; betreft een opdracht d.d. 20.VIII.1838.Ga naar eind98 |
- | MNL, 1615.
In de Vriendenrol van Bilderdijk (fol. 14recto) staat een 9-regelig gedicht in alexandrijnen, beginnend met het vs. Trop grand pour cette sphêre, ou par le sort placé, ..., geschreven omstreeks 1785;Ga naar eind99 gedrukt: 1897 (zie boven, 1785 Trop grand...). |
k. Verz. Rust-NaardenGa naar eind100
- | Le genie du mal. Vertaling van De geest des kwaadsGa naar eind101 van Helmers (strofe 1-7), gevoegd in een exemplaar van Helmers, Gedichten I (1809) met de opdracht voorin ‘Uit hoogachting aan mijnen harts- en kunstvriend J. Kinker van J.F. Helmers’.Ga naar eind102 |
- eind3
- Kinkers auteurschap blijkt uit: a) een desbetreffende mededeling in Eridomizus, Ac. zang, II, fol. A 7verso; b) Kinkers eigenhandige aantekeningen in het exemplaar van dit werkje dat berust op KB - Haag (480 K 86).
- eind4
- Vgl. Evers, Lijst, 11.
- eind5
- UB - Utrecht, B. oct. 25163.
- eind6
- Het exemplaar bevat, behalve het gedicht (fol. A 4 - A 6), een stukje proza o.d.t. ‘Aan Eridomizus’ n.a.v. ‘De Academie-zang beantwoord’ (fol. A 7 - A 8recto). Gaarne dank ik de heer R.B. Knottnerus voor de moeite die hij zich heeft gegeven bij het opsporen van gegevens.
- eind7
- Vgl. A. le Roy, Kinker, 384; verder KB - Haag, Hss., 73 F 15 (hs. Kinker van De Eigenbaat).
- eind8
- In hs. in UB - Leiden, Hss., MNL 1615, fol. 14recto.
- eind9
- Vgl. Jager, Bild. werken-1857, p. 189 vv. en Doorninck, Vermomde schr., dl. II, 32.
- eind10
- Voor Kinkers mogelijke aandeel in de Janus zie men Würth, Cours, p. XXVI, en Hall, Kinker, 19, 27.
- eind11
- A. le Roy, Kinker, 384. De anonieme bundel Eerstelingen van 1788 waarvan o.a. een exemplaar berust op UB-Gent (H 1099) biedt vanuit de inhoud geen enkel aanknopingspunt voor de veronderstelling dat Kinker de auteur ervan zou zijn.
- eind12
- Op het catalogusfiche van Ismaël in KB-Haag (526 D 13) staat: ‘voor een groot deel van J. Kinker’; vgl. Doorninck, Bibl., 241 (nr. 2337).
- eind13
- Het Ismaël-exemplaar van de UB-A'dam (Broch. 280-1) loopt van 28.VII.1788 tot 9.II.1789.
- eind14
- In nr. 35 staat een brief d.d. 26.XII.1788; over Bilderdijks aandeel in de PvdH zie men Jager, Bild. werken-1857, p. 188 v.
- eind17
- Doorninck, Bibl., sub k. 245 (4102), en Doorninck, Vermomde schr., dl. II, k. 508.
- eind18
- A. le Roy, Kinker, k. 385; Veilingcat. Kinker, p. 113, nr. 1756.
- eind19
- Zie Feith, Grab, 104-13 (Die Poesie).
- eind20
- Deze anonieme ‘Voorreden’ kan aan Kinker worden toegeschreven zowel op grond van de inhoud en de stijl (die geheel overeenstemmen met die van Kinkers toenmalige literaire beschouwingen), als ook vanwege de voetnoot op p. VII van deze voorrede, luidend: ‘De verhandeling over den dichterlijken genie, te vinden in het Magazijn [1801, van Kinker], zal over deze Theoretische aanmerking [betr. het verzinnelijken van begrippen] meer licht verspreiden’ (Dicht. gedachten - beelden, VII).
- eind21
- Veilingcat. Kinker, p. 113, nr. 1753.
- eind22
- Doorninck, Bibl., k. 1, nr. 5; Veilingcat. Kinker, p. 113, nr. 1760.
- voetnoot23
- Vgl. Rebling, Eeuw, 101 v.
- voetnoot24
- Zie a.w., 94.
- voetnoot25
- Hall, Kinker, 149; A. le Roy, Kinker, 385.
- voetnoot26
- A. le Roy, Kinker, k. 385, nr. 23.
- voetnoot27
- Exemplaar in Bibl. GON-Haag (2. C. 64). Voor zijn informatie betreffende maçonnieke geschriften dank ik de heer B. Croiset van Uchelen te Den Haag.
- voetnoot28
- Ex. in Bibl. GON-Haag (6. D. 4, 19).
- voetnoot29
- Alle veertien hier bij het jaaroverzicht van 1806 vermelde vrijmetselaarsliederen uit het Gezangboek zijn aan Kinker toegeschreven (Hall, Kinker, 149).
- voetnoot30
- Ex. in Bibl. GON-Haag (6. D. 1, 20).
- voetnoot31
- Haug, Toon. brieven, 37.
- voetnoot32
- Vgl. Naamlijst, dl. IV, 295.
- voetnoot33
- Ex. in Bibl. GON-Haag (6. D. 4, 21).
- voetnoot34
- Kinker noemt deze door hem geschreven recensie in zijn brief aan Immerzeel d.d. 23.XI.1808; P. van Duyse heeft later Kinkers auterschap eveneens vermeeld (Duyse, Verh. versb., dl. I, 258n).
- voetnoot35
- Kinkers auterschap blijkt uit zijn brief aan Immerzeel d.d. 23.XI.1808.
- eind36
- De bekroning ervan in 1808 wordt door A. Klinkert vermeld op p. II van zijn ‘Voorrede’ tot Kinker, Prosodia.
- eind37
- Vgl. Kinkers brieven aan Immerzeel d.d. 23.XI.1808 en d.d. 5.XII.1808.
- eind38
- Ex. in Bibl. GON-Haag (2. C. 65).
- eind39
- Zie Feith, Grab, 89-113.
- eind40
- Afgaande op de beginregel (‘Lucifer komt ten tweede maal’) zou men geneigd zijn het gedicht te dateren op 1815; blijkens het vervolg (‘Nu zijn wij vrij’, strofe 2) is het niet voor 1813 geschreven.
- eind41
- Ex. in Bibl. GON-Haag (6. D. 4, 37).
- eind42
- Vgl. de woorden ‘Gij hebt [...] Een Nederlander tot uw’ Vorst verkoren’ (Gedichten II, 67, vs. 16-9).
- eind43
- Vgl. de woorden ‘Bataaf en Belg, eerlang vereenigd’ (curs. van mij, V.), in Gedichten II, 63, vs. 5.
- eind44
- Voor het auteurschap van De herkaauwer zie men o.a. Falck's desbetreffende uitlating in zijn brief aan Fabius d.d. 14.VII.1817 i.v.m. Kinkers benoeming te Luik: ‘Dat is een magtige verhuizing voor den Herkaauwer’ (ARA Haag, Versl. 1913, Fabius, nr. 4); verder Würth, Cours, p. XXVI.
- eind45
- Ex. in Bibl. GON-Haag (6. D. 4, 36).
- eind46
- Voor het auteurschap zie men de noot bij De Herkaauwer, dl. I (1815).
- eind47
- Voor de datering op 1816 zie men het hs. hiervan in Trip-A'dam, Brieven 3e Kl. (I), achter nr. 142.
- eind49
- Ex. in Bibl. GON-Haag (Bureau).
- eind50
- Zie de noot bij De herkaauwer, dl. I (1815).
- eind51
- Ex. in Bibl. GON-Haag (80 E 3, 2).
- eind48
- In 1817 huwde Falck met baronesse De Roisin (zie De Beaufort in NNBW, dl. I, k. 846).
- eind52
- Vgl. de inhoud van Lethe (Kinker, Mijne Zangster, 47 vv.) en van Aan Cloë (1786).
- eind53
- Vgl. Kinkers brief aan Immerzeel van maart 1823.
- eind54
- Kinkers auterschap blijkt o.a. uit een desbetreffende opmerking in Rec. o.d. rec., dl. 21I (1826), p. 211 v.; zie verder 1826 (Dichtbundel...) en de daarbij in de noot gegeven verantwoording voor toeschrijving van beide recencies (1824, 1826) aan Kinker.
- eind55
- In zijn brief aan Van der Hey d.d 26.III.1826 schrijft Kinker: ‘Hier eindelijk eene recensie van de tweeden Dichtbundel van F.C. de Greuve’. Hij kondigt tevens de recensie van Bilderdijks Spraakleer (geplaatst in Rec, o.d. rec. 1827 en 1828) aan.
- eind56
- De ‘verzamelaar’ is Th. Weustenraad. Het hs. berust in KB-Haag (73 F15).
- eind57
- In hs. in UB-Leiden. Hss., MNL 30.
- eind58
- Ex. in Bibl. Nat. (Rp. 1539), zie Cat. Bibl. Nat.-Paris, dl. LXXXI, k. 761.
- eind59
- In hs. in de brief van Kinker aan Immerzeel d.d. 26.IX.1829.
- eind60
- Vgl. de brief van Kinker aan Immerzeel d.d. 26.IX.1829, en KB-Haag, Hss., 73 F 15.
- eind65
- Vgl. Leeuwe, Schiller, 139.
- eind66
- Rec. o.d. rec., jrg. 1 (1806), p. 177-25.
- eind67
- a.w., 1 (1806), 45-50, 597-606, 688-700.
- eind68
- a.w., 1 (1806), 275-80, 303-7, 653-6.
- eind69
- a.w., 4 (1809), 286 vv., 392 vv.
- eind70
- a.w., 5 (1810), 486 vv.
- eind71
- a.w., jrg. 1814II, 529-33, 566-75.
- eind72
- a.w., jrg. 1815II, 41-8, 181-4.
- eind73
- a.w., 32 (18391), 479 vv.
- eind74
- Gaarne dank ik hier Drs. L.S.J.M. Spronck voor de, welwillendheid waarmee hij mij de resultaten van zijn grondig archiefonderzoek op ARA-Haag ter beschikking heeft gesteld.
- eind75
- De van een (*) voorziene brieven zijn slechts in (geheel of gedeeltelijk) afschrift of klad teruggevonden.
- eind76
- Vermoedelijk J.C. Ziesenis-Wattier.
- eind77
- Deze brief is gepubliceerd in Rutten, Neerlandica, nr. 1, p. 109 v.
- eind78
- Mogelijk gericht aan J. Paquet (vgl. Tandem, Aant., dl. II, d.d. 31.X.1825).
- eind79
- De geadresseerde is, blijkens de inhoud van de brief, de uitgever van de Rec. o.d. rec., J. van der Hey.
- eind80
- Blijkens de inhoud dezelfde geadresseerde als die van de brief ‘Na 4.XII.1826’ (C. Loots).
- eind81
- Geadresseerde, blijkens de inhoud van de brief dezelfde als die van de brief d.d. 4.XII.1826, is C. Loots (opgave KB-Haag).
- eind82
- Opgave KB-Haag.
- eind83
- Id.
- eind84
- Id.
- eind84
- Id.
- eind85
- Kinker dateert deze brief abusievelijk op 25.VIII.1830; uit de inhoud blijkt dat de brief in juli geschreven is.
- eind86
- Vermoedelijk Mej. R. Renard; vgl. haar brief aan Kinker (waarschijnlijk van eind 1833) in UB-Leiden, Hss., MNL, L 1003, 2).
- eind87
- Waarschijnlijk een vriend uit Kinkers Utrechtse studententijd; vgl. de inhoud van de brief, waarin een gedicht is opgenomen om aan de ‘feest- en disgenoten’ (op een bijeenkomst van de Utrechtse reünisten) te worden voorgelezen.
- eind88
- Vermoedelijk P.J. Destriveaux (blijkens de inhoud van de erbij ingeplakte brief van Destriveaux aan Kinker).
- voetnoot*
- Vanwege de onmogelijkheid om alfabetisch of chronologisch te ordenen, is het materiaal per vindplaats gerangschikt.
- eind89
- De hier tussen [] geplaatste tekst is doorgehaald.
- eind90
- J. le Roy, Besch. bedenkingen (1827).
- eind91
- Zie boven, onder 1841 (Heinrich Schmid's...).
- eind92
- De tussen [] geplaatste tekst is doorgehaald; hs. in brief aan Immerzeel d.d. 26.IX.1829.
- eind93
- Voor een algemeen overzicht zie men het inlegvel in Trip - A'dam, Arch., Not. 3e Kl., VII (bij p. 2-3).
- eind94
- Naar Hor., Carm., I, 1.
- eind95
- Naar Hor., Carm., III, 1.
- eind96
- Zie p. 338-347
- eind97
- Zie het met F.V. gesigneerde artikel Fragment van eenen berijmden passionael (‘Van Sinte Margrieten’) in Belg. Mus., jrg. I (1837), 276-83. Vgl. hierover W. de Vreese in Ts., jrg. XVII (1898), 200-22.
- eind98
- Zie Trip-A'dam, Arch., Not. 3e Kl., V, 420.
- eind99
- Vgl. H. de Jagers uitgave ervan in Navorscher (1897), 311-21.