direct achter de reeds geciteerde zin: ‘Niemand weet wat hij doet.’
Is dit laatste een verontschuldiging? Vinkenoog laat ons daarover in het onzekere. Als niemand weet wat hij doet ontsnapt de moordenaar aan de verantwoordelijkheid voor zijn daad, maar, in dit boek, uitdrukkelijk niet aan schuldgevoelens. Viktor, die terugkeert naar zijn land, blijkt niet zozeer een individueel geval, als wel symbolisch voor de mensheid: ‘hij leeft voort en u komt hem dagelijks tegen’, en ‘hij heeft de oorlog niet gekend, de wereld niet gezien, de liefde niet beleefd. Hij leeft in anderen - Viktor. Wie, zeg ik? Hoe was zijn naam?’
Vinkenoog heeft zoals men ziet een moraal aan zijn boekje gegeven, een moraal die voortkomt uit een levensbeschouwing. Zover die laatste grijpbaar is in het boek, doet zij denken aan die van de ‘angry young men’, waarvan John Osborne in Engeland er een is met wie wij onlangs hebben kennis gemaakt. Er is veel verveling en onverschilligheid, doelloosheid en angst in hun wereld, en ook het sociale motief der boze, jonge mannen ontbreekt niet in Wij helden. Zo is Susana het kind van Marcel, die een vrouw uit ‘betere kringen’ trouwt, een huwelijk dat na een halve dag al kapot is.
De eenzaamheid van Vinkenoogs verhaalfiguren is een essentieel andere dan die van de personages van Anna Blaman. Bij Blaman voelen de eenzamen zich deel uitmaken van de samenleving, maar zij kunnen die niet bereiken: zij zijn verlatenen, uitgestotenen. Vinkenoogs scheppingen voelen zich volstrekt vreemd in dit leven, dat zij niet herkennen als het hunne. Zij zijn niet uitgestotenen, integendeel, maatschappelijk vinden zij hun weg zonder veel moeite; zij zijn niet verlaten, zij zijn nooit opgenomen geweest. Zo komt het dat Susana zich als bij blikseminslag gebonden voelt aan een man die zij op straat heeft ontmoet, en Viktor later hetzelfde overkomt met Susana. Beiden worden slachtoffer van een illusie. ‘Ik was bij je mezelf,’ klaagt Viktor later, hij heeft zijn wereld herkend, maar het was al te laat.
Wijst Vinkenoog, de experimenteel, de estheet, elke verantwoordelijkheid af? Wij weten het nog niet. Het is merkwaardig dat deze woordkunstenaars, die de betekenis der woorden minder belangrijk vinden dan die woorden als associatie en klank (literair gezien in aansluiting op de beweging van Tachtig) toch de kwestie van ‘de moraal’ zijn gaan stellen,