De Roos aan het Kruis
‘De Heilige Geest openbaart niet slechts de Heilige Taal, doch Hij zendt ook Zijn Heilige Dienaren uit, die onpersoonlijk de mens opwekken, opdat hij zich geschikt zal maken om de Heilige Taal onafhankelijk, in de verlichting van een eerstehands doorschouwen, te lezen.’ En: ‘Dat wat wij in het Evangelie vinden, komt tot ons in indirecte taal. Dat wil zeggen, dat ge de werkelijke zin van hetgeen de Heilige Taal verkondigt en het volkomen Godsplan voor wereld en mensheid eerst langs de weg van de ars magica, de koninklijke en priesterlijke Kunst, kunt gaan vernemen en assimileren, naar de mate ge, gedreven door de geestdrang der Herinnering en voorbereid door de Fundamentele Verandering, u tot de levende Christus-Hiërarchie van het nu wendt. Alles, wat ge dan omvatten en ontvangen zult, is zo weids, zo groots, en zo heerlijk, dat ge niet in staat zoudt zijn er alle boeken van de wereld mee te vullen.’
Deze beide citaten uit het boek ‘Elementaire Wijsbegeerte van het Moderne Rozenkruis’ door J. van Rijckenborgh, Haarlem, 1965: hoofdzetel van het Lectorium Rosicrucianum, Bakenessergracht 11-15, Haarlem Nederland. De Weg der Rozekruisers is slechts bestemd voor hen, die gedreven door de herinnering aan oorspronkelijk goddelijk leven, in staat zijn alles te laten vallen.
Waar houd je nog aan vast? Niets houdt je tegen. Wegbereider Ik.
Jij, die binnenstaat, of buiten blijft, eenling, Outsider, verguisde verwaarloosde, tekortgescho-