Weergaloos
(1968)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermdOliver Reiser: Man's highest mission...‘Gedwongen door innerlijke noodzaak wordt de mens meedogenloos voorwaarts gedreven in zijn speurtocht. Verkennend tasten naar het alsnog-onbekende is het onontkoombaar lot van de mens. Zijn verlossing ligt in het eeuwigdurend peilen van dit kosmisch drama, en misschien helpt hij zelfs mee de betekenis ervan te vervullen door zijn onvermoeid streven naar de archetypale orde die rondwaart in zijn herinnering en zijn verwachtingen kleurt. Ook ik heb hier iets te verliezen. Als een sleutel in mijn slot wordt gestoken, zit ik op. Ik wil deze zelf-veroverde vrijheid niet verliezen, languit op bed, de ogen dicht, na te kunnen liggen denken. Ik heb veel om over na te denken. Het welzijn van de wereld gaat mij aan. Ik voel mij alle mensen zo na. Ik bén deze wereld, en voor alles wat er gebeurt mede-verantwoordelijk. | |
[pagina 15]
| |
Wat doe ik tegen de napalm, die dikke brandende stookolie, die alles wat in zijn weg komt verstikt, verbrandt, ontademt, MOORDT? Ik vlucht niet uit deze wereld, ik vecht. Namens de genade van het gezonde verstand. Het laat me niet los. Ik laat je niet los. Ik stel vragen. WAAROM? vraag ik. WAAROM? Waarom, wereld, laat je mij niet los?
Het ik is een vicieuze cirkel. Ik, die mijn ik zo graag wil verliezen, doe niets dan dit schrijvende ik hervinden. Ik schrijf het naderbij. Want ik weet wat ik heb te verliezen, en ik weet ook wat ik bij het verlies kan winnen. Het zijn betekenissen vol inhoud, het is de oorsprong en het einde van alle dingen. Meesters heb ik, die mij zeggen: ga daaraan voorbij, aan dit sociale spel, aan dit spel met jezelf, en zie naar de joyous unity beyond... de vreugdevolle eenheid daaraan voorbij. Maar de schrijver, die in mij schuilt, gooit nog met tomaten, hij is nog rebels, hij rebelleert voor een andere orde, en hij doet het met graagte, want (zegt hij) het doel heiligt alle middelen. De middelen, het zijn er zovele. Het leven is een uniek middel, dat zijn doel vervat. Er is nog zoveel plaats voor leven. Tussen beulsknecht en slachtoffer nog zoveel plaats voor de vrije mens. Ik schrijf niet voor slaven. Slaven hebben een slaven-mentaliteit: zij vrezen. Zij worden geslagen. Zij bukken zich in het gareel, en - zong ik op mijn 17e: ‘Slechts die bukkend voor de slagen
En berustend in 't gareel
| |
[pagina 16]
| |
Alle smaad en hoon verdragen
Blijft de slavernij ten deel.’
Ik neem een paar happen rijst, schud mijn hoofd (C 1/12 Rijst. Op mijn deur staat van buiten ‘ziekenvoeding’; ik noem het ‘gezondheidsvoeding’, ieder zijn terminologie) en zet de rest in het nikkelen pannetje opzij. Ga naar margenoot+ Elke dag denk ik opnieuw: alles went, maar elke dag opnieuw weet ik: ik verdraag het, maar NIETS went. Ik kan het aan, maar het is ONmenselijk. Het gaat uit van de vooronderstelling dat mensen slaven zijn, of beesten - en God weet dat er genoeg aanleiding voor gegeven wordt - maar de ware schuldigen lopen ‘vrij’ rond. Hoeveel straf krijgt de man die de moordenaar het mes of de revolver verkocht? Hoeveel straf de kastelein, die het ene noodlottige glas te veel schonk? Hoeveel straf neemt de maatschappij op zich? Hoeveel straf? Ik weet niets van straf. Ik kan zonder straf. Ik boet uit mijzelf. Ik zal niet wraakzuchtig rondlopen, ik zal trachten te leven in een vooruitzicht op een beter leven. Ik hoef mij niet te verontschuldigen, ik hoef niets te bewijzen, maar de gemeenschap dwingt mij tot verklaringen van mijn daden - terecht. Het doel, en de middelen. Het doel? Een wereld, waarin de mens zichzelf kan worden, een wereld die niet langer krankzinnig is, en waarin de mens komt tot een hoger bestaansniveau, doordat zijn wilskracht, zijn intellect en zijn gevoelens zich verenigen. Om mee te beginnen. Eerst de nieuwe mutatie, dan zien we verder. Er zit toekomst in de toekomst! Er zit veel leven in het hier en heden! Ik maak het aan alle kanten mee. | |
[pagina 17]
| |
Ik mag dan wel niet mijn krant aan mijn buren geven (drie mannen in één cel, hiernaast), maar ik mag toch wel lezen wat ik wens te lezen, al is het maar één dag- en één weekblad. Ik lees genoeg; een stem uit het verleden weerweerklinkt op de voorpagina van Het Parool van gisteren: Kroesjev sprekend tot een Scandinaviër, over de politiek van vreedzame coëxistentie die dient te worden voortgezet. ‘Er is geen alternatief. Problemen met wapens oplossen behoort tot het verleden. Elk land moet zijn problemen, zowel politieke als sociale, zelf oplossen. Ik ben communist en geloof aan een uiteindelijke zege van het communisme, maar u bent kapitalist en gelooft aan het tegenovergestelde en beiden moeten wij proberen samen te leven.’ Het is zo vanzelfsprekend. En het is zo waar. Ik twijfel niet aan de oprechtheid van zijn woorden. Uiteindelijk zal de vrijheid zèlf zegevieren, onder relke benaming dan ook. |
|