Vogelvrij. Bouwstenen 1963-1967
(1967)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 253]
| |
Workshop Utopia '67Het belangrijkste gebeuren van 1966 is ongetwijfeld de chinese kulturele revolutie geweest. Bovendien is dit jaar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens 18 jaar geworden en kunnen wij de eerstvolgende jaren mee-maken in hoeverre dit ‘gemeenschappelijk ideaal’ te verwezenlijken is - wij zijn een stuk op weg naar de toekomst als wij de daarin omschreven rechten van de staat weten terug te bemachtigen. Als Amsterdammer kan ik het bovendien niet laten te vermelden dat ook onze lastige hoofdstad is betrokken bij een evolutionnair gebeuren, dat zich op alle niveaus, in mikro- en makro-kosmos, afspeelt en, goddank, ook op ooghoogte. Ook in Amsterdam speelt het wereldgebeuren; onze kreatieve, spelende, wetenschappelijke en kulturele eksperimenten vertalen zich als pilot-projects (proef-nemingen): een uitweg voor wereldproblemen. De problemen, waar de wereld zich op dit ogenblik mee gekonfronteerd ziet, laten zich namelijk met behulp van gevoel en intelligentie binnen zeer korte tijd (één generatie?) uit de weg ruimen. Enige juiste mensen op juiste plaatsen, en een netwerk van informatie dat gekoördi- | |
[pagina 254]
| |
neerd kan worden tot speel-goed voor alle psychologen met ‘weldoenerscompleksen’ en alle Utopisten, die hun praktische voorstellen verwezenlijkt willen en kunnen zien.Ga naar voetnoot1 Een nieuwe ekonomische visie dringt zich op, gericht op de behoeften van de spelende mens, die komt als de westerse beschaving - die afgedaan heeft - vervangen zal worden door een kultuur met mensen zonder angst voor depressie, werkloosheids-neuroses en andere toebehorens van de ‘verleden tijd’. Het gaat niet om het opbouwen van een nieuwe struktuur, noch horen wij rigide systematieken in onze wereldhuishouding binnen te halen, het gaat slechts om een ondogmatisch groeiproces, dat de huidige veranderingen op planetair niveau overziet: een noodzaak dus - want dat ons nog de nodige chaos, agressie en tegenwerking te wachten staat: het spreekt haast vanzelf, nu wij nog geregeerd en betutteld worden door negentiende-eeuwers. De nieuwe gemeenschap zal de vrucht zijn van onze zich al jaren daarop voorbereidende, kommunikatieve vermogens. Het zijn te openbaren geheimen, te ontsluiten wetmatigheden, en het weghalen van niet-bestaande hekken voor het paradijs op aarde. Wat zich op dit moment in de marge van de maatschappij afspeelt, aan de rand van de samenleving, aan de ‘zelfkant’ en als ‘deelverschijnsel’, vertegenwoordigt geen bestaande traditie: niets dan een schat van hedendaagse kennis, die ter be- | |
[pagina 255]
| |
schikking van het leven zelf staat. Voorop dient te staan, op de grens van twee jaren, dat wij nog steeds gevangenen zijn, binnen onze eigen opvattingen, die vrijheid zoeken en vaak ook vinden. Kulturele konditioneringen, etno-centrische uitgangspunten, dualistische standbepalingen, en een refleks-gedrag van onlust op een agressieve buitenwereld zullen we overboord moeten gooien. Wij moeten ook bij voortduring beseffen, dat wij worden blootgesteld aan een psychologische oorlogvoering, die een koude-oorlogsmentaliteit (die het begaf onder de druk van een werkelijkheid, die de wereld kleiner maakt en de verbondenheid in het leven groter) tracht hoog te houden, in opdracht van de China-lobby rond het Pentagon, en andere verscholen ekonomische machten: de duizenden eks-generaals bijvoorbeeld, die in de amerikaanse industrie als liaison-officieren van hun toeleveringsbedrij ven funktionneren, en hun zakken spekken aan elke gedode Vietnamees die een kleine 300.000 dollar kost. Ook Allen Ginsberg wees er in een interview opGa naar voetnoot1 dat de struktuur van de werkelijkheid, die iedereen wordt aangeboden, volledig gefabriceerd is: een verveelvoudiging van images, niet alleen in de publiciteit, maar in de public relations van het totale gebeuren. A Curtain of Ignorance (China: How America is deceived) noemt Felix Greene zijn uitgebreide boek (Jonathan Cape, Londen, 1965, 340 pagina's) over de kennis-kloof, die de groeiende waarheid in de weg staat. Tienerterreur in Peking kapittelde de Telegraaf; het is moeilijk - maar niet ondoenlijk - het gebeuren in China te zien in een grotere kontekst dan onze ingeheide op- | |
[pagina 256]
| |
vattingen gedogen. Toevallig, koïncidenteel of evolutionnair planmatig speelt zich de omwenteling in China op dit zelfde moment af, als de voltooiing van een proces dat langer duurt dan onze eigen christelijke jaartelling. Zestien eeuwen lang was de chinese beschaving efficienter dan onze eigen duistere middeleeuwen, het buskruit werd uitgevonden zonder dat het gebruikt werd om mensen mee te doden, slechts om ze met vuurwerk te vermaken, en het papier niet om leugens, maar om er praktische lessen op te drukken. Het aziatische kommune-systeem was voor Marx een bron van inspiratie, en als men de marxistisch-leninistische revolutie in de Volksrepubliek China wetenschappelijk zou bezien, blijken vanzelfsprekend de overeenkomsten tussen het mandarinaat (een niet-erfelijke elite, op basis van een groot aantal min of meer zelf bestuurde landbouwgemeenschappen) en de op praktijk gerichte revolutie van nu: de staat verdedigt de grenzen, beheert de centrale financiën, doet aan welzijnszorg, en verricht openbare werken - waarbij de burger-geleerde-ambtenaar meer in ere staat dan de soldaat (meestal een mislukte ambtenaar). Dat de Engelsen bijv. de centrale waterhuishouding in India door éen verwoestingsoorlog hebben vernietigd - waardoor op dit ogenblik de woestijnwind waait boven eens bloeiende akkers en miljoenen honger lijden - het is slechts éen van de vele misdaden die het westerse imperialisme heeft begaan; de briefwisseling tussen Marx en Engels uit juni '53 (Band 28, Werke, Berlijn 1963) laat zien hoe dit ruim honderd jaar geleden al werd vastgesteld. In zijn essay Science and Society in East and WestGa naar voetnoot1 | |
[pagina 257]
| |
brengt Joseph Needham naar voren: ‘The greatest culture-hero of all time in China was a hydraulic engineer’, wat ons terug brengt naar het China van Europa, waar waterbouwkundige ingenieurs tot op de dag van heden een waterstaathuishouding voeren, die aan de oorsprong staat van onze overeenkomsten met het aziatische China. Wat de provo's op straat in Amsterdam bracht, het is identiek aan de massale happenings die zich dit jaar in Peking afspeelden. De straat is gemeenschappelijke inspiratie, een ontmoeting uit het niets geboren, waarbij gedurende kortere of langere tijd een aantal jongeren die kracht opdoen, welke zij nodig hebben voor him privé-strijd om het bestaan. Niet-doelgerichte aktiviteiten, slechts een verheviging van solidariteits-gevoelens, een kreatief samenspel waarbij het ritueel wordt gedikteerd door de omstandigheden. Daarbij, binnen de kontekst van dit spel, dringt zich de uitspraak van de usco-groep uit Amerika op, die dit jaar een psychedelische bijdrage leverde aan de eindhovense tentoonstelling Kunst Licht Kunst: ‘Wij zijn allen éen, en slaan op de stam-trommels van onze nieuwe elektronische omgeving. In een wereld van gelijktijdige handelingen, hoef je niet de eerste te zijn om aan de top te staan.’ De HongKong-korrespondent van de Los Angeles Times probeert de chinese revolutie geringschattend af te doenGa naar voetnoot1; hij schrijft: ‘De meeste vroegere régimes in China | |
[pagina 258]
| |
hebben er naar gestreefd een rigoereus gekontrolleerd Utopia te bouwen in China, tegen onverschillig welke kosten. In zijn eigen geest triomfeert Mao regelmatig over de objektieve werkelijkheid. In plaats van de lessen van het westen en zelfs van hun eigen ervaring, hebben de chinese kommunisten de hallucinatoire gedachte van Mao Tse-toeng gezet, die volhoudt dat alle dingen mogelijk zijn voor een massale toepassing van menselijke arbeid, geleid door de onfeilbare wijsheid van de Chinese Kommunistische Partij.’ Voor een subkontinent als India is het inderdaad een utopistische gedachte, dat elke inwoner elke dag te eten zou hebben; het is een werkelijkheid in China, deze eeuw geteisterd door binnen- en buitenlandse oorlogen. Hallucinatoir? Wie weet iets af van de werkelijkheid, die jonge Chinezen uit heel het uitgestrekte gebied in de hoofdstad bijeenbracht? Wie, met een westerse geest, geschoeid op westerse leest? Het beloofde land van een wereld die één wordt is binnen handbereik, als men de konstellatie van hedendaagse strukturele veranderingen ziet in een ruimer kader dan dat van politiek-ekonomische machtsverhoudingen alléén; men onderschat de vele neven-faktoren die invloed uitoefenen op de kommunikatie tussen Oost en West, Noord en Zuid (de tacit agreements die Bram de Swaan naar Amerika brachten, bijvoorbeeld!) - de evolutie in de wereldgeschiedenis wordt waarachtig niet langer uitsluitend via oorlogvoering bepaald; zij uit zich evenzeer wetenschappelijk in een sprong naar voren (de verschillende eksplosieve versnellingen dezer eeuw) als in een herwaardering van oorspronkelijke uitgangspunten. Eén van de meest paradoksale gevolgtrekkingen van Einstein's eksponentieel denken is het opnieuw ervaren | |
[pagina 259]
| |
van de mogelijkheid denken en handelen te vereenzelvigen; een ‘hallucinatoire gedachte’ uiteraard voor iemand, die zijn eigen wezen identificeert met de lediggang, het verloren kontakt met het leven, de rationalistische uitholling en het geestelijke verval van het Westen - waar inderdaad opnieuw schoon schip gemaakt zal moeten worden, willen wij niet terechtkomen in een nodeloze bloedige strijd tussen rijk en arm. Op dit ogenblik kan de mens nog kiezen; wie zich nu niet persoonlijk met het uit de weg helpen van gevaarlijke misverstanden bezighoudt, zal straks ongetwijfeld angst koesteren voor het ‘gele gevaar’ - je kleinzoon of - dochter zal op voet van gelijkheid verkeren met diegenen, die ons nu nog vreemd (‘vijandig’, ‘onbekend’) voorkomen. Nee, niemand onderscheidt nog het patroon, ondergangs-profeten roepen moord en brand, anderen hebben visioenen van éen wereld voor allen; het thema van de expo '67 is een citaat van De Saint-Exupéry: ‘Mens zijn betekent dat men voelt bij te dragen aan het bouwen van de weréld, door zijn eigen steen te leggen.’ Velen voelen zich betrokken bij deze opbouw, die aan de basis begint, lokaal, op terreinen waar men andersdenkenden voor het eerst ontmoet, verrast dat ook in anderen een toekomstverwachting zich openbaart, na schuil te zijn gegaan achter jarenlang scepticisme en défaitisme. Dat is de mentaliteitsverandering, waartoe ook provo heeft bijgedragen; spreekt niet zelfs Greet Hofmans van een kollektief bewustzijn, dat bezig is zich te ontwikkelen (hoe eerder hoe liever!)! Men kan dan aan zijn idee een naam verbinden: Teilhard de Chardin spreekt van de homo progressivus, die zich planetair voorbereidt op een veranderd wereldbeeld, en de amerikaanse filosoof Oliver Reiser spreekt in zijn belangwekkende boek The Integration of Human Know- | |
[pagina 260]
| |
ledge (1958) van een world sensorium, dat zich aankondigt. Simultaneïteiten, want de tekenen aan de wand zijn vele, voor iedereen bedoeld, voor de rooskleurigen en de zwartkijkers, de azijnpissers en de genieters. Deze kategoriserende grenzen zullen vervallen, als alle andere muren tussen mensen gesloopt worden: het kan niet sneller dan het nu gaat. Enig geduld, en een uitgebreide programmering: de wereld als workshop - niemand is uitgesloten. Iedereen: een Gelukkig Nieuw Jaar.
(Podium, jan./feb. '67) |
|