| |
| |
| |
Seks in de Gevangenis
Niemand komt klaar in de gevangenis. Niet de direkteur, die maar boeman moet spelen omdat niemand hem en anderen ooit heeft kunnen vertellen, hóe de vrijheidsberoving in de praktijk zou kunnen worden toegepast en uitgevoerd. Ook de ‘bewaarders’ in hun afstotelijk-grauw-zwarte uniformen, gevangen in de macht van hun sleutelbos, gevangen in hun moraliserende houding tegenover de man aan de andere kant van de celdeur, komen niet klaar - in hun aan de gevangenis geketende huisjes-op-een-rij, en hun sloffend wachten op de pensioengerechtigde leeftijd, hebben zij in de meeste gevallen levenslang in het vooruitzicht.
Niemand komt klaar. Met het systeem niet, dat niet deugt. Met de anderen niet, die in de gevangenis (niet) zijn te ontmoeten. Met zichzelf niet, omdat hij die denkt in de gevangenis een retraite te kunnen vinden, om de zoveel tijd wordt gestoord door een openzwiepende deur, geopend voor allerlei betekenisloze rituele handelingen: een bord, een vork, een strontemmer, een vraag, een aankondiging, een schoonmaakbeurt, luchten (‘luchten’), de krant, schoon water, vuil water...
| |
| |
Op een dood spoor staat het gevangeniswezen: aan alle kanten knabbelen hervormers aan het gebouw dat eens op instorten zal komen te staan - maar voorlopig is de gevangenis nog een symbolische miniatuur-uitgave van de demokratie, die ons te wachten staat, als wij ons neerleggen bij de aantasting van onze bewegingsvrijheid.
Een toneelstuk van ongekende omvang speelt zich voortdurend in alle gevangenissen in Nederland af, een permanent inferno - op elk moment van de dag kan ik in gedachten naar de gevangenis terug, wetende wat ze NU doen, ervarende vooral wat ze nu NIET kunnen doen - soms hoor ik een doordringende stem om hulp roepend in mijn oren: een brief van een vriend, bekend of onbekend, een mededeling, een verhaal, een verslag.
Het gilt je tegemoet uit de sombere gebouwen, die van een verre vorige eeuw dateren: iedereen die hier zit, zit onschuldig! De soeteneur, de oplichter, de inbreker, de dief, de valse munter, de onvoorzichtige, de sentimentele agressieveling, de enigszins debiele ter beschikking gestelde, de waarheidzoeker - een felle jongen, met een open mes en een gewapende politie-agent tegenover zich op het dak van een huis: hij schrijft erover, hij is er dichter door geworden, hij heeft zijn uiterste bestaansmomenten gekonfronteerd - de ‘seks-maniak’, de landloper, de alkoholist, de recidivist - met 25 veroordelingen achter de rug door een radeloos justitioneel apparaat al 17 maanden in voorarrest...
ONRECHT? Ongerechtigheden? Onrechtmatigheden? Luister: ik haal diep adem en vertel je Het onrecht dag-in-dag-uit, jarenlang bedreven; op dit zelfde ogenblik, dat ik dit hier schrijf, dat jij daar dit leest, het houdt niet op; het krijst van binnen bij je: DOE ER IETS AAN!
Je bent mede-verantwoordelijk! Je kunt het mee helpen
| |
| |
veranderen: de mens verandert zelf - je bent operabel. Je bent vandaag niet meer, die je gisteren was zoals je morgen zal leven met de mensen die je gisteren niet kende, of wilde kennen. Je kunt niet langer als een struisvogel je kop in het zand steken: zolang er nog éen in de gevangenis zit, zonder dat je er iets aan doet, zit je zelf in de gevangenis. Ik weet het, ik was er, jij bent er, nu, met mij.
Kijk's rond: ik heb van alles, hel en hemel. Wat prefereer je? Wat heb ik liever. Ik herinner je aan het taboe. Je weet wel. Een aardige jongen ken ik, op z'n negentiende kregen ze hem te pakken omdat hij toevallig zo'n sigaretje rookte, weet je wel? Hij had niemand, z'n loopbaan als danser naar de maan, z'n studiebeurs van 4 jaar kwijt, de reklassering wilde niets meer met hem te maken hebben, want zijn gedrag is voorbeeldig. Maar hij heeft nooit een andere baan kunnen krijgen dan stationsveger of magazijnbediende, ze geven namelijk iemand die in de gevangenis gezeten heeft, niet zo gauw iets anders, weet je, en hij heeft zich laten testen: ‘middelbaar onderwijsniveau, moet kreatief werk verrichten’ - ze betalen hem om leeg te lopen, weet je, want kreatief werk mag je pas verrichten als je wat geld en een middenstandsdiploma hebt, of vrienden in het vak, en een paar kruiwagens, nietwaar? Je moet oppassen, met kreatieve mensen! Hij wil Amsterdam uit, waar hij met vrouw en twee kinderen op anderhalve kamer woont, hij vond een huis in Zuid-Limburg voor maar 60 gulden per maand, maar de desbetreffende gemeente verstrekt hem geen woonvergunning. want - weet je: zie boven...
Ik ken honderden, duizenden jongens, die recht hebben op kreatief werk, die dat ook gráág willen verrichten, en zoveel werk is er te bedenken voor ze, er zijn zoveel miljoenen realiseerbare ideeën voor volks-feesten en
| |
| |
massaspelen, voor muziek en theater, voor dans en poëzie, film en andere expressieve kommunikaties - al die andere, velerlei zaken die de mens nog kunnen redden uit zijn gevangenissen van vooroordelen en angsten en twijfels en niet-klaarkomen-met-zichzelf.
Ach, wat kan ik zeggen over Seks en Gevangenis? Zo weinig, zo innig weinig. Kon ik er maar voor zorgen, dat er éentje niet in de gevangenis kwam, dat er éentje buitenbleef door wat ruimer inzicht bij anderen... Ik ken er zovelen, over wie nooit is nagedacht, zij hadden het zelf nooit geleerd, en de intellektueel, de akademikus, die hem ‘veroordeelde’ kon het evenmin opbrengen: rechters zijn de laatsten die beseffen (dat is: voelen, meevoelen) dat hun lopende-band-veroordelingswerk ingrijpt - kwaadaardig, duivels, demonisch, ziek, krankzinnig ingrijpt - in het onaantastbare vrije leven, dat de mens van nature heeft meegekregen.
Als men iets tot misdaad kan bestempelen, is het wel de door gebruik kromgegroeide, door eeuwen waanzin gerationaliseerde daad van de man die zich verkleedt en maskert achter bef en toga (in sommige landen nog onder een pruik) om een ander mens ‘in naam der wet’, een dode letter altijd, van zijn vrijheid te beroven. Alles fout, het hele spel een vergissing, dwangmatig-neurotisch, met mensen voor het leven ongeschikt tot deelname aan het open mede-menselijk samenspel, dat maatschappij heet.
Iedereen ziek, de justitie een fiktief begrip, nu het leven niet langer kan worden verdeeld in - en veroordeeld tot - goed (enerzijds) en kwaad (anderzijds), maar de levensinstellingen zich meer en meer toespitsen op de tegenstellingen tussen onoverkomelijke, slechts door elk individu afzonderlijk te beleven opvattingen: enerzijds het Genot (ja, ik graag, en jij, en jij, en jij ook - hoop ik, want wat
| |
| |
is liefde, seks, feest, spel, poëzie, muziek ànders dan genot, totaal genot, niets dan genot) en anderzijds de beschaamde, schuldbeladen Onlust. Niets dan dat.
Moet ik soms nader bepalen de gefrustreerden, de maskerdragers, de blotebillenjagers, de neurotici met hun lijf-blad en de lijfgeur die zij ook onder de dekens niet willen blootgeven. De velen met hun huichelende, moraliserende stemmen, de leugenaars met het valse spel in de keel, de angstvalligen met hun hart gesloten achter twee rijen knopen, de filistijnen met hun zondige gedachten over een hiernamaals waar engeltjes geslachtsloos zijn, de ivio-redakteuren die in een stuk van dr Jef Last het woord ‘fallus’ vervangen door ‘vruchtbaarheidssymbool’ - kortom, de velen die hoog te paard zittend, vergeten dat het dier nét z'n enorme zwengel heeft als God ook in een begenadigd ogenblik aan Adam zelf gaf, die opstond uit zijn polluties en tot zijn verrukking uitvond, dat een ander wezen zò van hem verschilde, dat zij hem volmaakt kompleteerde. Als Yin naast Yang, als dag naast nacht, als licht naast duister. Want de man alleen is een duisterling, hij denkt en hij denkt en hij denkt zich te gronde. Zolang hij Moeder Aarde niet heeft om te bevruchten of om er zijn baantje in te trekken, is hij half en on-af. Een gehandicapte, een slachtoffer, want wie zich niet bedient van het voortreffelijk genotsmiddel dat zo'n hervorragend deel uitmaakt van zijn lichaam, weet niet wat leven is.
Hij, die niet klaarkomt, weet niet wat het klaarkomen betekent, voor zichzelf, voor de ander (met wie je zomaar dit leven ten volle kunt genieten), voor alle anderen - hij weet niet dat hij leeft, dat hij in naam van de liefde leeft.
Ik zou willen dat iedereen klaarkwam, ik zou willen dat iedereen het dag en nacht uitgilde van liefde, steeds
| |
| |
klaar om nieuwe energieën samen te ballen, steeds bereid tot uitstoten en overgave. Die overgave, die binnen handbereik ligt, ook als ik alleen ben - gedwongen tot lichamelijke afzondering, en de hand kan slaan aan eenzaam surrogaat. Ik weiger surrogaat. Ik wens echt. Ik wens ogenblikkelijke vervulling van mijn verlangens. Ik leef terwille van mijn bevrediging. Ieders bevrediging. Bevredig jezelf, bevrijd jezelf, bevrijd die anderen - wie ze ook zijn, waar zij ook schuilen - van het surrogaat.
Het surrogaat van het leeg bestaan, dat het woord plichtsgetrouw slechts verbindt aan zoveel jaar trouwe dienst aan een afgod, die arbeid heet, of geld: in elk geval: materie, liefdeloze, levenloze stof.
Ik wil het zo duidelijk zeggeu, telkens terug naar alles daarachter, omdat er nog bij zoveel mensen de gedachte schuilt dat ZIJ vrij zijn, en dat de gevangenis er is voor een ander soort mensen - het is niet waar, en het is gevaarlijk zo te denken. Iedereen zit in een gevangenis,
iedereen leeft bij de gratie van waandenkbeelden, en het komt er alleen maar op aan dat je die - al is het maar éen keer in je leven - kunt laten vieren. Het komt er maar op aan, dat je weet te leven terwille van het orgasme.
Wat is het moment suprême anders dan een kosmisch orgasme? Wat is er anders dan gehoorzamen aan de drie grote openbaringen: geboren worden, klaarkomen, sterven?
Wat is er ánders aan ons waar? Waarbij zijn wij méer, zowel geestelijk, als lichamelijk, betrokken? Waarin beleven wij de waarheid meer? In een oorspronkelijke vereniging, een belevenis van de eenheid die wij vormen, menselijke komponenten in een organisch geheel van de mensheid..
Je kunt de wereld niet verdelen door schijnproblemen op te blijven lossen. Je kunt een ander van het kastje
| |
| |
naar de muur sturen, maar op een gegeven ogenblik moet je toch met jezelf klaarkomen. Je kunt een ander tot vrijheidsstraf veroordelen, maar éens zul je je eigen rekening moeten opmaken, hoeveel kwaad je ook met kwaad vergeldt. Wat wordt er onrecht in naam van recht gepleegd! Alsof er een ander dan hemels, geestesvervoerend, zinneverrukkend natuurlijk Recht is! Wat moeten velen vreemd rondschipperen in eigen taboes - waarmee zij vorigen angst konden aanjagen, maar waarom meer en meer gelachen wordt: die status, die geur van rechtschapenheid, die de Nowhere Man kenmerkt. Met niemand heeft hij kontakt, het leven sluit hem vanzelf buiten, met zijn eigen verwarring (‘Something is happening here, but you don't know what it is, do you, Mr. Jones?’) en zijn eigen ja-knikkende mindere-broeders.
Die verschrikking van duizenden onderscheidingen, afbakeningen, grensbepalingen, categoriseringen - alle even onnatuurlijk. Je ligt toch niet met een fragment van jezelf in bed, met de zaakwaamemer, de vertegenwoordiger, de plaatsvervanger, de prokureur of prokuratiehouder, je bent toch éen man (éen wereld) die de warmte van éen vrouw (de tegen-aarde) zoekt? En kom je niet voor zessen klaar? NEE? Dan schort er wat aan je, dan houdt een taboe je gevangen. Bevrijd je. Leer genezing zoeken, in het leven, in jezelf.
Als ik voor het eerst de lezers van een bepaald orgaan (in dit geval symbiotisch) ontmoet, leg ik mijzelf open. Kom op me klaar. Bevredig je aan me. Af en toe (en dat is niet de bedoeling) word ik gebeld door een schuimbekkende erektomaan, die ik vriendelijk adviseer klaar te komen terwijl hij zijn hitsende woorden op mij afspuit. Als promofiel Duco van Weerlee mij vermeldt in zijn boekje Wat willen de provo's?, dan vindt hij niets karakteristieker, uiteraard, dan mijn uitspraak: ‘Een erektie is mooi.’
| |
| |
Ieder vogeltje zingt zoals hij gebekt is, ik bezing alle vogeltjes, alle bekjes wil ik wel opensperren:
(De Beatles, op hun lp: Rubber Soul).
Iedereen vrij, zo vrij als maar mogelijk, van boom naar boom, van de hak op de tak, god een ezeltje of een haan, een pauw of een zwijnenhoedster, een orgasme of de eeuwige stilte.
Ieder zoekt zich zijn eigen relaties, ieder breekt door eigen grenzen - die niet bestaan - iedereen klopt bij je aan om gehoor.
Die jongen, die op deze lege en lange zondagmiddag blijft masturberen, terwijl door de celdeuropening een bewaarder binnenkomt met een sinaasappel. Ik kan over seks en gevangenis (dit schoolopstel-onderwerp) niets anders zeggen dan
schandeschandeschandeschandeschandeschandeschande tussen zoveel andere soorten van schandes, die ons leven vergezellen.
Wat was er ter wereld ooit belangrijker dan Adam en Eva, wat is er vanzelfsprekender dan Reineke en Simon samen, verenigd - niets daartussen, ondeelbaar getweeën een?
Als ik dan terugdenk aan die gedwongen afzondering, niets is er mens-onterender. Die korte wekelijkse bezoekjes, waarbij je elkaar niet mag betasten, die nachten waarin je met je eenzaamheid vecht, het lichaam naderbij-hallucineert, luisterend naar dat vertrouwenwekkende met jou het leven delende kloppende hart in dat eigen lichaam..
Hoevelen gaan er niet onder door! Hoevelen komen
| |
| |
niet met wraak in hun hart de ‘vrije samenleving’ weer binnen! Hoevelen gemaakt tot vijand van zichzelf! Hoevelen verminkt, mismaakt, voorgoed.
Wie het niet voelt, wie het NU nog niet voelt, moet ter plaatse, op dit moment, door de grond zakken - voorgoed - en als hij een liefdespartner bij de hand heeft, en hij wil het nog niet voelen, of weten, of horen, dan moet hij maar eens meemaken hoe zij oplost in het niets en verdwijnt. De ogen rotten het eerst weg, gaten vallen in haar wangen, gapende holtes in haar buik leggen haar ingewanden bloot, het stinkende haar - DIT KAN IK NIET.
Dit ook wil ik niet. Maar kan ik anders? Het is een slechte tijd voor lyriek. Onschuldigen in de gevangenis, ALLE, en jij en ik daarbuiten, om ons van de schuld te bevrijden. In naam van de liefde. In jouw naam.
(Juli '66. Geschreven op verzoek van de redaktie van Symbiose, kwartaalschrift uitgegeven door de nvsh. Februari '67 ontvang ik het terug: ‘na een vrij langdurige periode is het er ten slotte op uit gedraaid dat Symbiose op de fles is.’)
|
|