| |
| |
| |
Alleen voor Outsiders
Laten mijn lezers en ik duidelijk weten, waar wij aan toe zijn, en stellen wij dus inééns en onweerlegbaar voorop: de strijd tussen de machten van de Duisternis en die van het Licht is nog niet ten einde gestreden. Wij zitten er nog middenin, als wij tenminste onze koppen niet in het zand steken. Tenslotte zijn wij mensen en geen struisvogels. Je kunt altijd beter tussen de regels dan helemaal niet lezen en je afsluiten voor het woord is even dwaas als je ogen dichthouden voor een roos, het gevaar of een volgende waarheid, die ik graag aan de man breng, vergezeld van een waarschuwing tegen de leugen (een van die wapenen van de Duisternis), want wie je wil wijs maken dat het leven iets anders is dan een vrije val tussen geboorte en dood, is een leugenaar.
En die ruimte, die wij innemen in de jaren dat wij leven, kunnen wij zowel nuttig en bewust als wel slaapwandelend vullen.
En ik bedoel niet ‘nuttig’ op de manier van The Well-Respected Man, die zijn werkplicht vervult, want het is ook een tijd waarin wij moeten afrekenen met de idee dat je in het zweet van je aanschijn moet werken om je brood
| |
| |
te verdienen, maar ik bedoel ‘nuttig’ in de zin van positief.
De Beatles doen bijvoorbeeld meer voor de wereld dan de eerste de beste geneesheer die slechts geneest in plaats van voorkomt, meer dan de allerlaatste rechter, die oordeelt in plaats van begrijpt (deze gedachtengang een parafrase op 'n idee van Wally van de Outsiders).
Daarbij vertel ik je dan nog eens uit mijn ervaring van 37-jarige parachute-springer en avonturier, dat je nergens bang voor hoeft te zijn, en dat je met even veel plezier omhoog als omlaag kunt vallen!
Sinds kort heeft My (and Your) Generation/de eerste na Yesterdays, toen het Atoom Moorddadig werd gesplitst - de veranderende wereld beter leren begrijpen, leren handelen. We moeten er tenslotte ook in leven, met z'n allen, en daarom is het zo'n dringende noodzaak, dat wij het er levend vanaf brengen, en dit kostbare, kortstondige goed niet om het leven brengen - als in Vietnam, waar de duisternis nog niet geweken is. Het is altijd zo geweest dat er te weinig Outsiders in de maatschappij waren, om de mensen te vertellen waar de schoen wrong, maar ook dat is niet langer waar: the times they are waarachtig a-changin'! Jezus (Christus) werd gekruisigd met z'n Outsiders-ideeën, Socrates moest de gifbeker ledigen omdat hij alles beter wist dan iedereen, en Galileo werd ‘verbannen’ en ‘uitgestoten’ omdat hij volhield dat de aarde tóch lekker om de zon bewoog. (Eppur se muovè! riep hij uit, of mompelde het in z'n baard; daarover zwijgen de kronieken).
Maar Luther, die ook niet anders kon na de visioenen, die hij op de w.c. kreeg, kon al z'n eigen kerk stichten, en tegenwoordig kan iedereen het voor zichzelf het allerbeste weten!
Want sinds de vorige eeuw kregen de ketters, die grote Outsiders, poot aan de grond: Sigmund Freud bijvoor- | |
| |
beeld, of Charles Darwin, maar hoeveel ongein kregen zij niet naar hun hoofd gesmeten, voordat iedereen inzag dat de heren het tòch bij het juiste einde hadden gehad, hun tijd zogenaamd ‘vooruit’ waren geweest, en zo voort.
Of Einstein die zijn relativiteitstheorie wist uit te vinden (Een Geniale Inval!), omdat hij én Alles van elektriciteit én Alles van licht af wist! Of Norbert Wiener, de cybernetikus, die de machines een doel wist mee te geven maar ons, toen hij vorig jaar dood ging, de waarschuwing mee gaf altijd onze hersenen voor onszelf te gebruiken omdat geen machine ter wereld voor jou kan denken, lieve lezer die dit leest!
Het is een grote en rijke wereld waar wij in zitten; er is zo ontzettend veel kommunikatie, er zijn zoveel mogelijkheden om uit te kiezen, dat wij - waar ook ter wereld! - nergens meer onze tijd vooruit hoeven te zijn, omdat wij alleen maar bij de tijd hoeven te blijven, om alles mee te maken wat er mee te maken valt. Vroeger ging een dichter in zijn ivoren toren zitten, òf omdat hij het daarbinnen mooier vond dan wat hij buiten zag (jammer van al die prachtige landschappen, die mooie mensen, die unieke zons-op-en-ondergangen!) of omdat hij dacht: ik word toch alleen maar begrepen door andere dichters in hùn ivoren torens! Maar tegenwoordig is elk mens dichter, en hij die in een ivoren toren blijft zitten, een ouderwetse zonderling! Wat we nodig hebben zijn moderne zonderlingen; kijk - ik ben er één.
Elke Outsider is hij die buiten blijft staan, als anderen in de gevangenissen zitten, die zij rondom zichzelf hebben opgetrokken: die van ‘de openbare orde’ bijvoorbeeld, of de statussymboliek van televisie en auto, waaraan zij verslaafd zijn, lieve zaterdagse-beurt-krijgende middenstan- | |
| |
ders, aandoenlijke mede-konsumenten, verlokt door de mooie verpakking en in de war van een deukje.
Ik weet wat de Outsider is, ik ben er vanaf mijn vroegste jaren zelf een geweest, ik ben het Godzijdank gebleven, ik hoef niet mee te doen aan lullige spelletjes van autoriteit en gezag, en als er geld verdiend moet worden, dan komt het brood heus wel op tafel, en zo de waard is vertrouwt hij zijn gasten, en wie goed doet goed ontmoet.
Als je geen spelregels hebt om anderen op te dringen, word je ook geen slachtoffer van andermans spelregels. Dan beleef je het leven ten volle, kun je in- en uit-ademen vol genot, omdat niemand je in de weg staat als je in de zon wil staan en jij ook voor iedereen anders de zon in het water kunt zien schijnen.
De Outsider, dat is de geuzen-naam van de Geus, de Provo, of de Rebel; dat is niet de kulturele avant-gardist alleen, dat is iedereen die de snelheid beseft waarmee hij zijn leven kan achterhalen, om in te halen wat hij bij de start reeds ver achter zich heeft gelaten.
Het leven is een duizeling, in zijn meest waardevolle momenten, een uitzinnige ekstase, dat is niets dan beweging, en ik schrijf slechts voor degenen die op de muziek van de Outsiders kunnen, willen en moeten dansen.
De anderen begrijpen toch niet, wat ik zeg, die voelen mij niet aan. Die kunnen niet meevoelen, die zitten verkrampt in hun lichaam - zoals ik er nog zovelen zie, en hun vooroordelen zijn vele, lieve vrienden!
Toen ik zo'n negen maanden geleden grote witte of roodgekalkte menie-letters The Outsiders op de muren van Amsterdam zag verschijnen, werd het mij goed om het hart!
Ik die Colin Wilson's boek The Outsider gelezen had, waarin mij het een en ander werd verduidelijkt, ik - die
| |
| |
door studie, ervaring en kennismaking zo ongeveer alle Outsiders in de wereldgeschiedenis kende - werd met alle mogelijkheden gekonfronteerd. Ik fantaseerde er maar wat op los, als mijn buitenlandse vrienden er om vroegen.
Ik heb sommigen Godzijdank ook nog kunnen meenemen naar de oorsprong, toen ik het eenmaal wist: een beatgroep in Las Vegas op de Nieuwendijk.
Ik kwam, zag en werd overwonnen.
Toen ik bovendien werd opgebeld door de managers van The Outsiders met de vraag of wij niet eens konden kennismaken, was ik verheugd en vereerd.
Mijn vakantie in Turkije kwam er tussen, en ik ontmoette de Outsiders voor het eerst in oktober, drie maanden geleden. Ik polste ze, interviewde ze en wist meteen dat het heel moeilijk voor mij zou zijn om over ze te schrijven. Als ze nu nog Dike Boys hadden geheten! Of The Mads!
Of als Wally, Appie, Ronnie, Buz en Tom met hun vrouw en vriendinnen ándere jongens en andere meisjes geweest waren! Maar ze waren het wél: jongens die volop leefden voor hun muziek, een goed geluid, vol van klank en betekenis! Niet alleen maar na-apertjes van wat in Engeland en Amerika gemaakt wordt, maar jongens die kennis namen van alle stromingen in de muziek, terugkerende naar de bronnen, openstaand voor kennis, middenin hun ontwikkeling, op weg naar een eigen sound!
Wat ik onder zoveel woorden wil brengen, wat ik graag dagelijks beter wil leren zeggen omdat het zo belangrijk is dat het geopenbaard wordt, zo noodzakelijk dat het een uitlaat vindt, een injektie wordt in de samenleving, een onomstotelijke wil tot leven, een vitalisme à l'état pur
waarmee je het leven kunt opladen en inspireren tot tegenaktie, omdat het de versnelling waarin wij bewegen een- | |
| |
parig of buitensporig doet versnellen, omdat het beter is hoe vlugger het gaat, omdat hoe eerder de tijden veranderen hoe beter...
Al dit, en méér, dat wat de muziek zelf is: dit oorspronkelijk geluid van de meest innige gewaarwordingen tot de meest uitbundige uitbarsting van gevoelens in alle vormen en kleuren, geregistreerd en gerangschikt voor het totale menselijke oor, tot in de meest verre echo's doordringende en in beweging zettende, overal door het lichaam ogenblikkelijk waarneembare invasies van beat en melodie en betekenis en gevoel en liefde en strijd, de ogenblikken waarin de mens het meest zichzelf kan zijn: in de overgave aan de dans, de gedeelde ervaring van het buiten-spel staand zich-zelf zijn, ik vond het bij de Outsiders!
In bekende engelse of amerikaanse, in onbekende door hen zelf gemaakte songs, hoorde ik dit leven, zoals het zich dagelijks duidelijker manifesteert, als dé muziek van vandaag, niet gemaakt bij wijze van spel (het spel van kommercie, roem, komfort), maar als een geladen stem van een jeugd, die zich bewegend en provocerend waarmaakt.
Ik heb het niet van horen zeggen; het klinkt hier en nu in mijn oren. Ik blijf spreken tot diegenen, die mij verstaan, ik ga niet verder, ik wil iedereen de gelegenheid geven deze klanken met eigen oren te beluisteren. De Outsiders, die de laatste maand op het amsterdamse Rembrandtplein hebben gemusiceerd, vliegen per januari de nederlandse beat-wereld binnen. Bij hun afscheid van het Manders-circus vergezellen hun mijn beste wensen voor 1966: ik hoop jullie nog vaak, waar dan ook, dit jaar te zien, overal in Nederland, voor de t.v., op de film, de plaat, in de radio, op feesten en andere happenings.
Ik hoop dat velen dan met mij zullen zien, dat jullie de besten zijn, dat jullie de besten móeten worden, zijn en
| |
| |
blijven, omdat jullie het aan je muziek, elkaar, jezelf, de wereld en je naam van ‘Outsiders’ verplicht bent!
Ik ben jullie dankbaar voor vele onvergetelijke ogenblikken, waarin ik méer was dan jullie muziek, dwars door mijn oren mijn hele lichaam binnen, dat bewoog en bewoog alsof het geboren werd - en jullie brengen je vele fans die geboorte binnen, waarin je mee gaat dansen, omdat er niets verrukkelijkers is dan dansen. En wage weer niemand het mij tegen te spreken!
En de wereld zo groot. Don't you know I love you?
So long! So long! Now I'm on my way!!!
So long! So long! See you all one day!!!
Kerstmis 1965
(Hitweek, Vakblad voor Twieners, 7 januari 1966)
|
|