| |
| |
| |
Jeugdkriminaliteit
Ende certeyn wij bevinden dat de kinderen van onzen jeghenwoordighen tijd veel snoder ende veel ergher zijn dan de kinderen van voorleden tijden waren - (Godt betert).
Joost den Damhouder van Brugge, praktijke in criminele saecken, Utrecht, 1642. Pagina 171.
Driehonderd jaar later roepen wij er in Den Haag enkele specialisten bij om aan het steeds toenemende kwaad enkele woorden te wijden en er een gesprek over te houden ten overstaan van de pers.
Onze kommunikatie is er in enkele eeuwen op vooruitgegaan, en tegelijkertijd hebben wij ons ieder angstvallig in onze specialiteit kunnen terugtrekken. Want wij kunnen immers niet alles bijhouden?
De hoeveelheid informatie, in de laatste decennia nieuw ontdekt en verwerkt, is groter dan de verzamelde hoeveelheid wijsheid, wetenschap, vernuft en ontwikkeling van de vele beschreven eeuwen daarvoor, en per sekonde breidt deze informatie zich met 2 miljoen nieuwe feiten uit.
| |
| |
Toch geloof ik niet dat wij vandaag in staat zullen zijn het probleem de wereld uit te helpen, hoogstens dat wij er enige voorbereidende maatregelen voor zouden kunnen treffen.
Ik geloof niet dat het de huidige samenleving, gezien de wijze waarop zij op dit ogenblik nog is opgebouwd zal lukken de toenemende kriminaliteit, waar ook ter wereld, tegen te gaan. Zoals geen 19e-eeuws leger een strijdkracht uit deze tijd kan verslaan, zoals geen pleister helpt voor psychose. De meest verlichte psychiaters en de meest vooruitstrevende jeugdleiders en de meest objektieve gezagshavers kunnen ‘het fenomeen op zichzelf’, waarover wij spreken, nu niet zien voor wat het is. Er kan geen gezamenlijk plan van aktie worden opgezet, waardoor de delinkwente jeugd - en feitelijk: de jeugd in zijn geheel, een werkelijke opvatting van het leven krijgt, een juister inzicht in eigen drijfveren, sociale verhoudingen en menselijke verbanden.
Geen school, lager, uitgebreid, vak- of hoger onderwijs, geen universiteit, beroeps- en kulturele of gezelligheidsvereniging, leidt de jeugd op tot het leven, zoals dat nu geleefd dient te worden.
Geen onderricht (openbaar of konfessioneel), geen sport- of politiek verband leert het kind, de puber, de opgroeiende jongen en het volwassener wordende meisje het schouwspel begrijpen, dat het leven openlegt aan diegenen die verplicht en gerechtigd worden binnenkort op eigen benen te staan. En dat, terwijl ieder bewust levend mens hoogstpersoonlijk de verantwoordelijkheid zou dienen te gevoelen voor de volgende generatie mensen, die zich van evolutie-trap tot evolutie-trap heeft ontwikkeld tot het machtigste, het rijkste, op het toppunt van zijn
| |
| |
kreatief en technisch, wetenschappelijk en intellektueel kunnen staand geslacht in de geschiedenis der mensheid.
De franse schepper van de Euratom-gedachte, Louis Armand, noemt het nieuwe bewustzijn in l'Express van deze week een mutatie: de ontwikkeling van het planetair geweten.
En professor Auger van de Unesco en de Sorbonne rekende ons voor, dat er van alle grote geesten, die ooit hun diensten ter beschikking van de mensheid hebben gesteld, 90% in leven is, temidden van ons.
De duitse professor Carl von Weiszäcker deelt zelfs mee, dat over twintig jaar de mensheid zal zijn ‘uitgevonden’, omdat er niets meer te ontdekken valt, van geest en materie. Nieuwe denkmethodes worden gezocht om het weten bij te houden, andere vormen van kommunicatie dan de verbale. En wat doen wij hier vandaag? Wij praten.
Ik lever u geen basis van diskussie, maar een kontekst waarbinnen zowel dit grootse evolutionair gebeuren als ons samenzijn hier gezien moet worden. Er zullen deze maatschappij nog heel wat botsingen, konflikten en agressieve situaties te wachten staan, voordat zij zelf tot volwassenheid zal zijn gegroeid.
Wij moeten eerst leren onze ogen, die meer zien dan ooit tevoren, te gebruiken, onze hersenen moeizaam aanpassen: uit alle werelden, uit het verleden en de herkomst van onze eigen planeet, uit de kosmos zelfs, bereiken ons dramatische en gedramatiseerde ogenblikken. In Cecil B. de Milleoscope and color komen universele geboden bij ons binnen, de science-fiction van morgen is gisteren achterhaald, en het dagelijks televisiescherm levert ons interieuropnamen uit het stenen, het feodale, het gedekolonialiseerde middeleeuwse, en het hedendaagse atoomtijdperk. De eerste en de laatste wilden, spelend met natuurwetenschappelijke krachten en psychische energie- | |
| |
en. Maar elk mens ter wereld holt alleen achter de feiten aan, geen regeerder ter wereld kent vandaag de vernielende en konstruktieve krachten waarover hij, dank zij de wetenschap, de beschikking heeft. Geen enkel mens kan alleen over alle faktoren beschikken, die hij moet kennen om zijn besluiten juist te nemen. Samenwerking, op alle gebieden, is meer dan ooit geboden want in de maatschappij, waarin het werken van de mens voor 90% door machines zal zijn overgenomen, is zijn leven niet langer bepaald door zijn dagtaak.
De mens zelf zal veranderen, er zullen verschuivingen plaatsvinden waarbij vroegere en huidige migraties in het niet verzinken; nog voor de zorg om materieel welzijn is weggevallen en iedereen zijn auto en status, vakantiemaanden en andere natjes en droogjes heeft, zal de vraag ‘waarom leef ik?’ weer centraal komen te staan.
Elk mens zal leren denken aan zichzelf, aan zijn relaties tot het leven, die hij zelf moet kunnen opbouwen. Onbewust zonder het onder woorden te kunnen brengen, is de jeugd van vandaag al op zoek naar een teken van leven, een ogenblik dat hem en haar bewijst, dat zij UIT de materiële tredmolen kunnen treden, als zij dat willen.
De rebellen zonder doel hebben een goed doel: het leven zelf, omdat zij uit hun geschiedenisboekjes, van hun ouders en via hun eigen ogen weten, hoe kostbaar dit leven is, hoe beperkt, en ook - hoe onbeperkt. Zij zoeken het avontuur, zij vereenzelvigen zich met echte of gefabriceerde helden, met vrijbuiters als James Bond, Lemmie Caution of Jean-Paul Belmondo, zij treuren om James Dean, en ja - ze gillen bij de Beatles.
Ik ben een schrijver. Ik heb geniale kollega's: dieven, verraders, moordenaars, zeelieden, engelen, onbegrepen vagebonden, gerespekteerde huisvaders. Ik ben een mens. Ook als mens heb ik kollega's: mensen.
| |
| |
Ik weet dat de wereld een periode van schijnbare uitzichtloosheid heeft doorgemaakt, waaruit wij ons zullen weten te bevrijden, een periode van angst, omdat wij moesten leren leven met de toverkrachten van deze jaren.
En ik heb ook - en dat is het verschrikkelijke - begrip voor een overheid, die zich met didaktische methodes, stammende uit de 19de eeuw, met een psychologie nog nauwelijks de freudiaanse kinderschoenen ontgroeid, met een strafwetgeving uit het begin 1800 wil handhaven tegen dezelfde krachten, die schuilen in de moderne methodes waarmee guerrilla-oorlog wordt onderwezen. Beschermster, deze orde, van een dubbelmoraal: het nazisme veroordelend, te velde trekkend in Indonesië, Algerije, Vietnam, grote woorden predikend: vrijheid en gelijkheid, en heilige begrippen met voeten trappend.
De schuld van elk rebellerend individu, dat met de rechtsmiddelen van deze maatschappij in aanraking komt, zal opnieuw vastgelegd moeten worden.
Sociologen, psychologen, statistici en planologen, technici en zomaar-denkers moeten deelnemen aan de vorm, die de opvoeding van vandaag de jeugd van morgen moet bieden. Angst, wanhoop, de revolte om de menselijke konditie, de menselijke eksistentie, alle normen en elke moraal moeten opnieuw worden bezien. Niets geldt langer. Alle spelregels zijn verouderd.
Ik heb maar weinig praktische oplossingen voor dit jaar voor het probleem dat de normen overschrijdende jeugd vormt in een maatschappij als de onze, die haar kinderen in het tijdvak van interkontinentaal verkeer en met lichtsnelheden kommunikatie het abc nog onderwijst via het traditionele ‘aap-noot-mies’, in scholen (te oud en te klein, met te grote klassen en te weinig jeugdige onderwijskrachten) waar de wandkaarten van ver voor de Eerste Wereldoorlog nog aan de muur hangen. Elke dag
| |
| |
brengt de televisie aanschouwelijke geschiedschrijving, land- en volkenkunde, en wat al niet. Maar het geschiedenisonderricht speelt zich nog af in een ver verleden, tussen jaartallen en verouderde twisten... waar is het tv-kijken onderricht?
Ik geloof dat er maar één kruid gewassen is tegen ‘de groeiende baldadigheid en kriminaliteit van de oudere jeugd c.q. de jongere volwassene’: een totale ommezwaai in onderwijsmethoden. Gericht op morgen, gericht op denken. Elke klas, elke school is een maatschappij in het klein, waarin iedereen zijn eigen unieke plaats inneemt. Hoe leert het kind er zijn weg kennen? Door schade en schande, en het ontbreekt hem aan elke vorm van reële voorlichting: ekonomisch, sociaal, seksueel en doodgewoon praktisch psychologisch.
Wie verklaart de ingewikkelde struktuur van onze maatschappij, wie ondermijnt de status-symboliek van de kommerciële publiciteit, die de mens een schijn-bestaan voortovert?
Het herkennen van de mens als medemens: het kan niet jong genoeg gebeuren, want hoeveel leegte en eenzaamheid schuilt er niet in deze tot berstens toe met afleiding gevulde samenleving.
Een nieuwe generatie komt binnenkort aan bod, niet meer gekenmerkt door de jaren '30-'40 met depressies, werkloosheid en werkverschaffing, angst en honger - steeds op vlucht voor een vijand, van binnen en buiten. Ik spreek tot deze nieuwe generatie - begrip: het is een sleutelwoord. Samenwerking op grote schaal, komputerstudies, van dossiers en processen-verbalen, onbevooroordeeld denkwerk en een voortdurend, welingelichte objektieve openbare mening, op de hoogte van oorzaken en
| |
| |
gevolgen.
De vraag of het verschijnsel ‘delinkwente jeugd’ verontrustende aspekten bevat kan ik met ja beantwoorden, verontrustend en zorgwekkend als deze samenleving, die in eerste instantie aansprakelijk kan worden gesteld voor alle tekortkomingen, die de jeugd worden aangewreven, niet binnen de kortst mogelijke tijd, met alle liefde die in haar schuilt, met de meest moderne methoden en technieken, leef- en speelruimte schept voor zich zelf en de jeugd. Er is na ons geen zondvloed.
God betert.
(September 1964)
|
|