| |
| |
| |
Electronic man is making the world, using the cosmos as a teaching machine to imprint the mind with immortal information (De elektronische mens maakt de wereld, waarbij hij de kosmos gebruikt als een onderwijsmachine om de geest te beïndrukken met onsterfelijke informatie)
Marshall McLuhan
Man's highest mission is to increasingly understand and recreate the products of the Supreme Imagination as these are revealed in nature and in human nature. Such is the ecstasy, the mystery, and the agony of man's awesome journey through the vastness and the majesty of our eternal cosmos. (Het is de hoogste missie van de mens om in steeds grotere mate de voortbrengselen van de Opperste Verbeelding te begrjipen en te herscheppen, zoals deze worden geopenbaard in de natuur en de menselijke natuur. Dat is de ekstase, hat mysterie en de worsteling van de ontzagwekkende menselijke reis door de uitgestrektheid en de majesteit van onze eeuwige kosmos).
Oliver Reiser
Man will no longer need to toil: he must find a new role in the cybernetics era which must emerge from a new goal of self-fulfillment. He can no longer view himself as a super-animal at the center of the physical universe, nor as a super-efficient taker of decisions self-fashioned in the model of the computer. He must view himself as a truly creative being in the image of a creative God.
Robert Theobald, Cybernation and the Fulfillment of Man.
L'acte situationniste le plus simple consistera à abolir tous les souvenirs de l'emploi du temps de notre époque. C'est une époque qui, jusqu'ici, a vécu très au-dessous dde ses moyens.
To know peace man has to experience conflict, he has to go through the heroic stage before he can act as a sage. He has to be a victim of his passions before he can rise above them.
Henry Miller
Le poète détruit tous les ordres, même l'ordre révolutionnaire, pour maintenir sans cesse la Révolution... c'est pourquoi, depuis longtemps, on se méfie de lui, on veut l'exclure de la Cité.
Max-Pol Fouchet
I have seen the Bird of Paradise, she has spread herself before me, and I shall never be the same again.
There is nothing to be afraid of. Nothing.
Exactly.
The life I am trying to grasp is the me that is trying to grasp it.
R.D. Laing.
Men moet altijd een open en vrije hoek in zijn hoofd hebben, om er een plaats te geven aan de meningen van zijn vrienden, en ze er en passant in te passen. Het wordt waarlijk onverdraaglijk om met mensen te praten die in hun hersenen niets dan hokjes hebben waarin alles is inbegrepen, en waar niets van buitenaf kan binnenkomen. Laten wij een gastvrij hart en een gastvrije geest hebben!
Joubert, Pensées
| |
| |
Voor
Alle
Vrienden
Van
De
Mens -
30 Variaties
op 1 Thema
| |
| |
| |
New Babylon: Preambuul bij een Nieuwe Wereld
Stenen spreken. Steden spreken. Ruïnes en skylines: een verhaal van mensen. De overlevering spreekt. De stad is een stem, spreektaal.
Namen bereiken ons: van heilige steden, waar bezit verkommerde tot macht en de mens zijn eigen slaaf werd, zijn eigen heerser, zonder goden. Boeken met woorden, mondelinge en op schrift gestelde overlevering legden in de steden het bestaan vast van één generatie of tientallen - veroverd of bedwongen, vergaan en herbouwd.
Onder een uitgeholde tijd begraven, of nog altijd een eindeloze ruimte bedwingend, spreken Angkor en Tughlakabad van de mens, en Curzo fluistert nog na over de macht der Inca's. Een krokodil schuifelt in de tempels van Thebe, het regent paddestoelen over Hiroshima, trompetgeschal weerklinkt in Jericho, de oorlog om Troje vindt opnieuw plaats. Zion spreekt van bidden en werken, en Babylon wordt ons nog altijd door de slangen aangeboden als een verboden vrucht.
Namen blijven leven. Aan ons de herinnering en de kennis. Ons is het heden: Chandigarh en Brasilia, spie- | |
| |
gelende woorden van glas en beton. Wouden en water. De naam van een bouwer, namen van werelddelen, een tijd op weg naar een nieuwe vergetelheid.
Wij zijn van andere bouwwerken getuige.
Constant bouwt aan een nieuwe wereld en wij zijn z'n getuigen. Met recht van spreken: iedereen is welkom op zijn toneel. Schatplichtig geven wij hem het recht, ons een stadschap te bouwen, en hij grijpt dit recht, met beide handen, met hoofd en hart, met de zintuigen en verbeeldingskracht van de bezetene. Hij is geen zonderling, nee, dat zelfs niet. Een eenling uiteraard, die zijn verbeelding ombouwt tot denkbeeld ombouwt tot vorm en gestalte ombouwt tot wereld ombouwt tot heilig recht ombouwt tot NEW-BABYLON ombouwt. Een schepping in woorden, maquettes, fotos, tekeningen, spelen, theorieën.
Steden schrijven leven. Verdwenen ooggetuigen laten de verhalen achter van oorlog en vrede, van heersers over werelden. Constant schept de nieuwe verhalen, geen science-fiction, hij bericht over een eigen wereld, die hij de naam geeft van een symbool, dat wordt tot een teken aan de wand van deze wereld.
Een teken, dat tot ons spreekt, wij die weten van stedebouw, en de namen kunnen spellen van het ogenblik. De bouwers en de brekers met hun konglomeraat van problemen, de technici van het licht, de brekers van de ruimte, de bouwers van lucht en aarde, met hun materialen van nu en weleer: steen, glas, beton, hout, metaal.
Uit de aarde komt hun erts, en van haar bewoners het rekenen en tekenen, de rente en de betekenis. Een wereldtaal in cijfers en tekens is ontstaan: van kadastrale
| |
| |
verbodsbepalingen en universele voorschriften, urbanistische theorieën en mathematische betrekkingen. Eigendom speelt ons parten. Wij onteigenen. Beperkte inzichten. Verruimde welstand. Verarming. Onbegrensde mogelijkheden. Gemeengoed bouwt aan vertwijfeling. Wonigbouw, transport, snelverkeer en industrialisatie ondergraven menselijke principes. Ruimte breekt wetten. Wetten leggen ons vast. Het leven wordt wereldvreemd. Ieder zijn vierkante meter (m2), ieder zijn klimaat, omgeving en statistische waarde.
Niets ligt nog vast, behalve de veranderingen.
Nog altijd schijnt de zon, dezelfde zon, boven dezelfde zeeën en werelddelen. Torenhoge gebouwen verrezen waar eens oerwouden groeiden, bergketens worden door tunnels en snelwegen doorboord, klimaten wisselen door rook uit fabrieksschoorstenen, de mens heeft leren vliegen en verheft zich in de ruimte. Steeds dieper worden de mijnen, steeds verder strekken de boortorens zich in zee uit, tot diep in Afrika leveren krachtcentrales elektriciteit door water uit stuwdammen en stuwmeren. Meer dan twintig landen bouwen aan een atoomtoekomst. Ongeneeslijke ziektes verdwijnen. Zeewater zal worden gedronken en gegeten, de zon schijnt en geeft ook warmte als hij niet schijnt. Wij leven gevaarlijk op de grens van kennis, macht en mogelijkheden, eksperimenteren met mensen van binnen en buiten, en leggen ons neer bij honger, overbevolking, oorlog en onwetendheid.
New-Babylon ligt vast. Constant bouwt verder. Van het nieuwe Babylon ligt nog niets vast dan de idee. Voor een forum van ongelovigen toont Constant zijn geloof. Het is geen geloof - maar een waarheid. In een wereld van papieren wetten en uniformen spot hij met het heden,
| |
| |
dat niet vastligt; hij maakt er gebruik van. Voor het laatst wist hij zich het zweet van zijn aanschijn, want op deze onwaarachtige wijze hoeft de mens zijn leven niet meer te rechtvaardigen. Hij hoeft niet meer te bidden en te werken, niet meer ondergaan in de menigte, want de vrijheid der gerechte kunstmatigheid stelt hem in staat zijn aandeel in de natuur op te eisen.
De mens is zijn opgelegde klimaat ontwassen, en in zijn handpalmen ligt de energie voor duizenden jaren; tussen zijn vingers ligt de toekomst, in de ontelbare cellen die hem doen leven en sterven.
De mens heeft de mogelijkheid te leven in een aards paradijs, in een onvolprezen New-Babylon; de stad van het geautomatiseerde tijdperk, niet langer alleen maar een ekonomische organisatie, een politieke koncentratie, een geografische verschijning en een stedebouwkundige konstruktie.
Constant:
‘De moderne stad is dood; zij is het slachtoffer geworden van de kultus van het nut. New-Babylon is het projekt van een stad, waarin men leven kan. Want leven betekent kreatief zijn. New-Babylon is het produkt van een kreativiteit der massa, gebaseerd op de aktivering van het enorme kreatieve potentieel, dat op dit ogenblik onbenut in de massa sluimert. New-Babylon gaat er van uit, dat als gevolg van de automatisering de niet-kreatieve arbeid verdwijnt, het gaat uit van een metamorfose van de moraal en het denken, gaat uit van een nieuwe maatschappijvorm.’
In een stadschap, in een wereld waarin de bewoners alleen maar met zichzelf in het reine hoeven te komen, heerst een nieuwe orde - wee deze woorden - die van de zelfvervulling. De nieuwe bewoner koestert geen idealen
| |
| |
of illusies meer; hij verwezenlijkt zijn idealen en maakt zijn illusies waar. Hij zal tijd en gelegenheid hebben zichzelf te leren kennen, en hij zal zijn medemensen beter begrijpen. Hij zal onbekommerd zichzelf kunnen zijn, zijn eigen taal en die van anderen verstaan, hij zal zich aan het leven kunnen geven, want in New-Babylon is alles mogelijk, wordt alles verwezenlijkt, is alles waar.
Is alles mogelijk? Kan de mens zijn eigen leven maken, ‘en niets anders’? Kan hij zijn leven een eigen vorm en inhoud geven? Kan de mens nog spelend leven, niet als een vlucht uit de werkelijkheid, maar het leven zelf ondergaan als een spel?
Ja, deze mens kan alles, want
want |
de mens met zijn zoveel-urige werkweek, zijn kol- |
want |
lektieve arbeidsovereenkomsten, pensioenregelin- |
want |
gen en andere onderkomens is een onmondige |
want |
mens, afhankelijk van een gestoord verleden. |
want |
In New-Babylon is de mens bevrijd van lasten. |
want |
hij maakt zijn leven zelf. |
Deze mens zal kunnen spelen, want
want |
hij zal van zijn kinderen leren, |
want |
geen anders-zijn hoeft nog langer geheimen voor |
want |
hem te verbergen |
want |
hij zal niet meer hoeven op te zien tegen meerde- |
want |
ren, niet meer kunnen lachen om zijn minderen. |
Deze mens, die nu zijn gezicht nog niet heeft gevonden, en zijn hersenen nog slechts halverwege gebruikt
Deze mens die zich leeg voelt en leeg is, die nog tekort schiet in zijn zintuigen en een derde van zijn leven verslaapt
| |
| |
Deze mens is nog ongeboren.
De New-Babyloniër is anders, want
want |
alles zal anders zijn, alles zal mogelijk zijn |
want |
alles is anders alles is mogelijk |
want |
het staat nog te gebeuren |
want |
het gebeurt, straks, nu, |
want |
het is gebeurd. |
(Het is gebeurd met u, en de mensen, hier in New-Babylon, gesticht door Constant, 1958 - nú.)
Nu. Beleef, onderga, handel, zie niet achterom, leef vooruit. Maak plaats voor alle weten, alle kunnen, alle miljoenen zonnen waarvan de energie nog niet wordt gebruikt, de ontelbare krachten die in u liggen, nog niet ontgonnen.
| |
| |
Nu kunt u kiezen: de psychologie voorbij, de ruimte veroverd, erfelijk onbelast, tussen nul en niets, godzelf, de eerste generatie, mens, stad, werkelijkheid.
Er is maar één werkelijkheid
Droom en daad vallen samen, alle verschillen opgeheven, aktief hoort bij passief, positief bij negatief, geven bij nemen. De nacht even duister als de dag, licht even verblindend als blindheid, koude even verstikkend als hitte.
Er is maar één wereld: deze
Erotiek - hersenspoelingen - hypnose - de roes - de wetenschap - het isolement - de rust - de natuur - radiokommunikatie - telepathie - cinerama - het nomadendom - de kaleidoskoop - een sfeer van alles en niets - het toeval - spanning en ontspanning - het labyrint het labyrint het labyrint - een wereld zonder angst - het leven een spel
Leven is spelen. Bouwen is leven
Wonderen worden ontdekt, werelden waar, uitvindingen ongedaan, spelregels vergeten, niets staat vast en ook datzelfde niet. Een nieuw evenwicht gaat groeien, nieuwe ledematen, nieuwe zintuigen, funktionele machines zonder machinerieën, apparaturen zonder aanwijsbaar nut, goed zonder mooi, waar zonder vaststaand.
| |
| |
Slijtageslagen - veldslagen - katastrofes - godsdiensttwisten - nationalistische veten - kleurscheidingen - taalbarrieres - incidenten en ongelukken - longaanslagen - organische aandoeningen
Geef een definitie van leven - geef u aan het spel over - speel parten - laat het nu gebeuren - bereid u voor.
(Tekst bij een bibliofiele uitgave, mei '63, tien litho's van Constant, in een tot 50 exemplaren (engelse, duitse en nederlandse) beperkte oplage.)
|
|