‘What is your consciousness at present?’ vraagt hij mij. Ik ben bezig met I Tjing (had uitgevonden, niets te vragen hebben, dus vroeg: ‘Will I get more knowledge of red truth?’) en antwoord: ‘The answer cannot be given (yet).’ Dat zeg ik, onmiddellijk begin ik de plaats te definiëren: de afgeruimde eettafel bij Adriaan, de I Tjing, de gesprekken, het theater, dat in elk van onze dialogen schuilt, de konversatie met Ekker.
Dat vroeg hij niet. Ik moest onmiddellijk weg naar huis- want wat weet ik? Wat ik vanmiddag overschreef, vertalend de gedachten die zich vormen bij het lezen, het denkproces dat zich voortzet, zowel achter de schrijfmachine als bij de ontmoetingen met de vele begenadigden? De ontmoeting met Ekker had ik weergegeven, de anti-wetenschappelijke, pseudo-wetenschappelijk sprekende Gurdjieff had hij me meegedeeld: ‘the first time I read Ouspensky I thought it was nonsense.’
Hoe kan ik uitleggen dat elk systeem nooit nonsens is, als je het maar uitbreidt?
Ik heb één ding twee-keer-hetzelfde gezegd. Stagnatie? Developing?
De onomatopee, in het Engels vaak mooier dan het Nederlands: a woman was struck by lightning through her zipper. She singed. 4 tezamen.
En de zelfmoordromantiek, de dekadente walging, van de junkies. Een verschrikkelijk sprookje om in te geloven; knoei nooit met pillen, want je weet niet wat je doet. Zelfmoord.
Science is magic - hij verdedigt de wetenschappelijke impartial observer. Ik kan het niet zijn, de onpartijdige waarnemer. Maar ik neem méér waar, en weet dat ik Einstein's wereld pas betrad toen het bewijs door mescaline geleverd werd. Intellektueel begrip plus de hersenmutatie. Einstein swallowed Newton; systeem inkorporeert systeem. ‘Heisenberg could not have discovered the uncertainty then’ (a hundred years ago) ‘through lack of mathematical equipment.’ Wat zijn mijn werktuigen? Woorden. Taal.