| |
| |
| |
sv form 1
Ter kennismaking
Naam: |
Leeftijd: |
Adres: |
Telefoon: |
Beroep: |
|
Over de onderstaande onderwerpen zou ik meer willen weten. Ik geef mijn mening in enkele woorden. S.V. verzekert mij geheimhouding, ik beschrijf het papier aan één zijde.
Moderne Poëzie/Jazz/Televisie/Semantiek/God/Magie/PSI-fenomenen/ESP/De toekomst/Onverklaarbare verschijnselen/Simon Vinkenoog (vul andere namen in)/The Beatles/Pop-art/De geheime genootschappen anno nu/Body-and-soul-building/Hypnose, telepathie ed./Subud.
Ik wens op de hoogte gehouden te worden van de aktiviteiten (manifestaties en publikaties) van een eventueel op te richten gemeenschap, bevrijd van vooroordelen, en stuur hierbij enkele richtlijnen betreffende de eisen waaraan aspirant-leden dienen te voldoen.
Ik schenk de gemeenschap, verpersoonlijkt in Simon Vinkenoog, een bijdrage van ƒ, in de kosten van oprichting en onderhoud, en maak dit per postwissel (of anderszins, cheque, persoonlijk) over. Ik ontvang in ruil voor mijn minimumbijdrage (van ƒ10,-) de eerste publikaties van de gemeenschap gedurende een nader te bepalen tijd. Over mijn toelating beslis ik zelf, door het inzenden van mijn mening betreffende de eisen waaraan deze gemeenschap dient te voldoen.
Handtekening:
(voor minderjarigen toestemming van ouders of voogd noodzakelijk)
Te sturen aan Uitgeverij De Bezige Bij, ter attentie van Simon Vinkenoog, Van Miereveldstraat 1, Amsterdam-Zuid.
| |
| |
Tot zover het eerste formulier. Stuur maar in. Wacht maar af. Telefoneer niet, want er zijn duizenden manieren om iemand telefonisch gek te maken. Benodigdheden een gemakkelijke stoel en een telefoon. Voorbeelden. Wachten maar:
‘ Rrrrrring.’
‘Hallo; met (je eigen naam). Aardig van u me te bellen. Tot ziens.’ (Hoorn weer op haak.)
Hierop vele varianten: ‘Dit ben ik; ik heb geen tijd voor de telefoon vandaag. Tot de volgende keer.’
Ook aardig is te zien hoe vaak het woord ‘hallo’ langs de lijn heen en weer kan schallen (turven is het gemakkelijkst) voordat een der zijden, meestal de andere, de hoorn weer op de haak legt.
‘Voor eenvoudige telefoongesprekken geen tijd (zin) vandaag.’
Draai eens 'n nummer, vraag naar die en die - misschien is er iemand, die aan de naam beantwoordt. Stel een goede vraag. Wees niet onaangenaam praktisch, Marja stierf aan zijn hart en een overdosis practical jokes. Hij ruste in vrede. Eindelijk.
Telex je geloof, telegrafeer je liefde: ‘I love you I need your love.’
Stuur eens 'n postwisseltje, zo maar. Misschien komt het geld nog eens met sneeuwbaleffekt terug, wie weet...
Reis: het vliegtuig, de geest, de auto, de trein, de parachute, de auto-stop of het hitch-hiken verruimt de blik, luxe-passagierend, varend, per DS, onderin achterop hoog boven hoger -
‘We were paranoid that time.’ Een bliksembezoek van Dixy, Liza (‘we can't make it here anymore; we're going to Kashmir’), Daevid en Pete St., hoeveel weken is het geleden? Ik heb hier de tijd opgeheven. Er zijn zoveel tegelijkertijden, het onbestemde tegenwoordige van alles is grenzeloos!
Sta je in dit boek? Ik ben ze nooit vergeten. Staan ze in hun eigen pagina's? Ik zal ze allemaal krijgen. ‘Ik hoop u in de loop der tijden allemaal nog te ontmoeten,’ met één zin achterop zijn eerste boek stal Ewald m'n hart. Ja; al twijfelt hij nu tussen isoleren en annekseren.
Hier sta ik. Weet niet wat te zeggen. Terugbladeren (en straks, nu: vooruit), bezinnen. Maar de toekomst houdt het allermeeste in, de volgende minuut is altijd meer te beleven dan de vorige, meer weten, meer ervaren binnen de ruimte, maar nog zoveel dat opnieuw, telkens opnieuw verteld zal moeten worden voordat de definitieve versie vastligt (nooit)...
| |
| |
Ik weet niet langer dat ik schrijf, mijn hand wordt geleid, ik boog me een halve decimeter achterover en een ander nam beslag van mij, die inderdaad wilde terugbladeren, de waarde naar menselijke maatstaven meten, zien en vergelijken, een boekje pakken en opschrijven, afschrijven, overschrijven, de geboren verteller! Ik, met dozen vol gegevens en mensen en feiten en herinneringen, gele en witte papieren, bloknoten in maten, handenvol ballpoints en een scherp geheugen naast een opmerkelijke opmerkingsgave, jij twijfelt? Al zouden ze door 1000 pagina's per maand benaderd moeten worden. Het staat hier toch? Het kan toch niet vlugger? Het gaat met een uiterste aan koncentratie, het zijn de zwaarste uren van de dag, al adement het scooteren en ontmoeten en liefde - deze pagina's hebben de geur van een intens leven, het bevalt me, het is mijn leven, de zon schijnt al of niet, elke kus is een solovlucht, kus me. Het vaststellen van en het wachten op: een kleine hoofdrol in een mikrogemeenschap, waarin iedereen zijn eigen rol krijgt toebedacht, slechts enkelen zijn alsnog tot lid verkozen: het gaat zo maar! niet!
Ik heb nog een boek vol aantekeningen: boot. Adriaan zou een boot kopen, voor zesduizend gulden. Wie gaat mee varen (naar het oosten)? Wie kan mee? Wie wil mee? Wie mag mee? Leiderschap? Leiderschap. Wie niet met wie? Welke funkties en wie de zijne? Ik vanzelfsprekend de mijne: ik ben schrijver, ik houd een pen of potlood vast, ik vereeuwig ontdekkingsreizen, ik houd papieren bij, sleep munten mee, kortom maak mij zingend plezierend minnend werkend en ook de handen uit de mouwen slaand altijd nuttig: de vertaler en konciliator, de tolk en de boodschapper, de koerier en de wachter, altijd voor z'n nieuwsgierigheid beloond en gestraft, altijd smachtend naar meer weten meer noteren meer begeren.
Er is een woord gevallen. Ik doe geen afstand van begeerte. De overgave is de begeerte zelf. Geluk is het toppunt van begeerte. God begeer ik.
*
Mijn kachel brandt overdadig, ik zit op rode kolen, zet ramen en deuren wijd open het huis staat open. 's Nachts werk ik, overdag maak ik mij anderszins nuttig, ik ben op reis met een verhaal,
| |
| |
dat elke dag opnieuw begint. Geen ander einde dan de afspraak: zeventig dagen recht op mij. Recht op je af.
Het ga je wel, ik ben nog lang niet uitgepraat. Ik wil altijd verder. Ik kies: morgen? Nee, nu nog.
*
Hij heeft vanavond en (zonder dat ik het wist) mijn hele leven, in deze pagina's en in de andere woorden, lang op zich laten wachten. Hij is voortdurend bij me geweest. Hij is de grijze eminentie van mijn weten, mijn spelen. Hij korrigeert met liefde mijn beterweten, tikt mij gevoelig op de tikkende vingers, woont in mij, ik ken de glimlach van de foto's. Ik ben de overgave, de kracht die weet: met woorden moet ik bouwen. Huizen bouwen, steden, werelden; beginnen aan mijzelf. Ik kan helpen en weten, liefde geven en ontvangen, handelen, laten, ik zal naderen. Ik kom nader. Ik ben.
Afstand van hart, begeerte, verstand.
Terwijl ik door het hart beleef: het geluk, het lijden. Himmelhochjauchzend Zumtodebetrübt.
Terwijl mijn begeerte zich uitstrekt tot het allerhoogste.
Terwijl het verstand mij leert: hoe meer je weet hoe meer je van nut kunt zijn.
Afstand doen.
Plaatsmaken voor.
‘De overgave aan de wil van God.’
*
Het karakter van dit geschrift verandert van dag tot dag. Het wordt meer.
*
Ik ben er (niet langer.).
*
Een schrijver doet boete, achter zijn schrijfmachine. In zijn leven leidt hij 'n liefdesleven. De godganselijke dag. Lummelen, leeglopen, vergezellen, samenzijn, werken, doodmoe en goddelijk gelukkig zijn? Dat heet boete-doen.
Niet langer zalig de alleenzaligmakenden.
| |
| |
Het is een spel: zoek een begin aan mij. Ben ik zonder de wereld? Dit is niet de ivoren toren, dit is het gevaarlijkste kruispunt. Weigeren je remmen? Zie een liefdevolle Godgelovige psychiater.
*
Je kunt overal beginnen. Sla maar 'n pagina op. Dit is de cut-up werkelijkheid, dit is een aktueel monster dat ik voed, dit is verder te lezen, de nacht duurt oneindig. Het is ook Leegte.
*
Ik weet m'n overgave te beheersen. Ik weet de toetsen allereerst nog te vinden, het papier heb ik klaargelegd, ik hoef automatisch maar op te rapen en het ligt er, ik weet ook te rangschikken (nummeren komt later, morgen, of aan de afsluiting van de nacht), verder vul ik mijn tijd met roken, eten, kijken, opmerken, plaatje opzetten, kachel temperen, krantje inzien, kijken, vooral kijken, bladeren in boekje, papiertje, en zodra ik het papier weer met zijn adem besla, dan ga ik weer, dan weet ik geen andere wereld te herinneren, dan die waarin ik behalve mijzelf in de kamer alleen met Reineke op de achtergrond slapende, soms een enkele zucht of een steun, een klein gebaar, met de wereld alleen ben. Soms kijk ik naar haar, zij is me zeer te na - en denk ik, naar buiten, of naar binnen, het is een menselijke kosmos. Het spant in mijn hoofd samen, het doet me weten dat het schrijven een doel heeft en een funktie, dat het een werktuig is te gebruiken, rustig en doelmatig, weloverwogen, en zelfs in de overgave zo leeg van angst dat voor iedereen begaanbaar.
Ik ben zeer begaanbaar. Leer mij begaan. Laat mij begaan. Ik zoek Gods wil.
‘Ik weet het allemaal zo goed. Het nu nog te kunnen opschrijven. Twee levens leiden: het eeuwige en het huidige, inéén. Vierentwintig uur latihan per dag.
Het laatste woord laat geen sporen na.’
*
Leer mij verstaan. Ik heb zelf alles moeten uitvinden: de liefde, de mensen, een voor een, mijzelf, de talen en landen, goed, de dingen, kwaad soms de wijze waarop, ik ga langzaam nader (het tikken soms sneller dan soms weer langzamer dan anders, soms
| |
| |
benaderend de woorden die te voorschijn zullen komen onherroepelijk)
*
er is één waarheid die ik wil schilderen. Ik hoef er geen naam aan te geven, ik hoef niets te loochenen, ik spreek van Planeet Een, en niemand weet dat dit Hemel heet. Ik spreek van vele avonturen; laat ze in tijd en ruimte gebeuren, als science-fiction van het verleden, historie van de toekomst, spelend met tijdmachines en het allerbreedste wide-screen-geheugen.
Morgen goede vrijdag, dag van rijst en rozen (twee tranen, zweetdruppels van Mohammed toen hij voor zijn God stond), dit is geen geheimschrift, dit is film, televisie, dit is de taal van morgen, je zult eraan verslaafd raken, het is liefde, neem het, neem dan. Pak aan. Er komt, als het zaad, steeds meer vanwaar het vandaan komt.
Vandaag de vandaal komt, hij is geen autoriteit. Hij herkent in iedereen de zelfregering. Dit kan. Dit ben ik. Hier houdt dit op (zeg ik, basta, de vingers ledig, wordt vervolgd, einde) of: ik kan doorgaan. Geen verantwoording schuldig.
*
Ik bedank de publieke opinie voor het vele goed dat zij de mensen heeft gegeven. Haar taak is hier beëindigd. Wij gaan over tot de orde van de dag.
*
Ik nodig tienduizend mensen uit (meer, hoe meer zielen hoe meer vreugd) mij op hun kosten te laten leven. Koop dit boek. Laat het een ander kopen.
*
Je kunt ervan leren. Het is mijn bedrijfskapitaal, dat ik heet. Hij geeft je zelfvertrouwen. Dit is nog altijd een leerboek. Praktisch Leven. Hoe Krijg Ik Meer Uit Mijn Leven? Vraag het mij (ik weet het antwoord, laat mij de vragen weten, wacht je voor wedervragen).
*
| |
| |
Wie tot hier is gekomen hoeft de hoop niet langer te laten varen.
*
Dit is ook funktioneel als poëzie, ik ben leverbaar met pianist, bassist en drummer in een modern jazzrepertoire à ƒ50, - de man plus reiskosten vanuit Amsterdam per avond; een innemend, clean, opwekkend programma. Je hoeft niet te luisteren, het is goed voor je.
*
Ralph & Phil waren de eersten die ik I januari 1964 rond het eerste uur ontmoette; zij pasten op mijn slapende zoon in het huis aan de Oudezijds. De anderen waren het vuurwerk gaan opzoeken, ik kwam om te groeten het nieuwe jaar, ik spraakzame meester.
*
Niets is sneller dan het licht. Waarom niets sneller is dan licht. Mijn verzameld werk, de eerste gedichten (1948-1964) en de laatste. Ja, ik, nu, ik wil, ja, nu, jazeker. Hier ben ik. Ik sluit al je dagen, lees per dag een van m'n dagen, er zit een dag leven en ademen en handelen tussen.
Als ik het raam nu openschuif, de gordijnen opzijtrek, hoor ik de vogels.
Het is elke dag opnieuw een gedicht, dat ik niet kan schrijven.
Ik geef het je cadeau. Luister.
*
Ik houd van dichten. Er is geen vorm meer. Dit is dichten. In de speeltuin zie ik geen hand voor ogen. Jij bent hem. Je kent me goed, je houdt van me. Kijk 's of ik 'm ben. Je hebt recht op weten. Voor jou schrijf ik, especially you & alle anderen, de ook graag luisterenden. Oog in oog, mond aan mond. Hoeveel keer heb ik alles verloochend, schepen verbrand? Little Stevie Wonder. Waar zijn de korte verhalen? Hier op te graven. Dig, baby, dig. De vokabulaire van de hipster, met proeven van Nederlandse vertaling. Organen vol foto's.
*
| |
| |
Alle in deze maanden genoemde boeken, films, artikelen, middelen van verbale en niet-verbale kommunikatie worden ter kennisneming aangeraden. Onder de boom der kennis van goed en kwaad groeien de gewassen des velds, de kaktussen en paddestoelen. Eerlijke vinders worden ruimschoots beloond.
*
Vroeger was ik bang te spreken, ik wilde iedereen tegelijk spreken, en was tegelijkertijd bang dat iedereen anders me zou afluisteren. Ik ben hardop te horen.
*
In afwachting van de tijd, Nikolaas, dat de verbale kommunikatie via schrift, beeld, woord, taal niet meer nodig is, schrijven en spreken wij om die tijd dichterbij te brengen. Ik heb een grote doos tekens. Duizenden. Daar grijp ik uit; een grabbelton ervaringen. Ik doe uitvindingen: de tape-recorder, van waaruit de stemmen een voor een te voorschijn kunnen worden gehaald. En wie maakt de film met professor Pi in de hoofdrol? De bloemlezing heet ‘The Book of Grass’.
|
|