Liefde. Zeventig dagen op ooghoogte
(1965)–Simon Vinkenoog– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 185]
| |
denken, het onroerende goed dat het me doet, de beheersing ook niet te schrijven. Kom Klaas, de Klazen komen - Robert kladt het op alle Amsterdamse muren en schuttingen. Klaas, aan het zevende gebod vastgebeten: ‘Ik ga even naar het niets, ik ben zo terug.’ ‘Ga voor mij ook even, ik moet ook zo nodig.’ Lees mij om de voorafgaande schijngestalten, zie wie het is, die je bent. Telkens opnieuw zuiver ik een naam, elk woord werpt nieuwe smetten. Andermans verhaal. Tweemaal twee is ook niet mis. Wat al nieuwe woorden: lees de nieuwe vertaling. De onvoltooid tegenwoordige tijd levert mij een nieuwe status: geen rebellie of romantiek, geen vergezichten maar bestaanbare mogelijkheden. Het blijft een vraagteken en wat al niet voor tekens, onbepaalde grammaticaal-onjuiste, verbaal-gevisualiseerde metafysiek-dimensionale totalitaire fragmenten, die ik geen religie durf noemen, terwijl het woord ‘poëzie’ niets minder inhoudt. Ik houd van kicks, zelfs in m'n achterste. Keer me een wang toe, ik sla niet. Sla ik terug? De mens is angstig, kijk hem in het gezicht en vol paniek weet hij niet hoe te kijken. Eén week geen wereldnieuws en de mens hervindt de grassen, de planten en paddestoelen, de mensen en zonnen, zintuigen, vogels, springers en vallenden, een psycho-flora en menselijke fauna. Toen Gurdjieff geboren werd, zoog de vroedvrouw op een hoesttablet doordrenkt met Duitse cocaïne. Hasjiesj was voor 1930 in Amerikaanse apotheken vrij te koop. Terecht. |
|