door alle ervaringen tot in de psychose te achtervolgen, als een boze droom die wordt uitgebannen, om te verspreiden vanuit het nieuwe weten een kennis die van het vuur en het licht is - de taal, waarnaar ook Lodewijk snakt, met in zijn hand een deel van de legpuzzel: de nieuwe taal der dichters: ‘cette langue sera de l'âme pour l'âme, résumant tout, parfums, sons, couleurs, de la pensée accrochant la pensée et tirant’, hetzelfde houvast dat de kleur Willem aan Lodewijk en Micheline biedt: een gezamenlijk beleefde werkelijkheid, die droom mag heten, visioen, hallucinatie of waarheid, werkelijkheid, leven: film, hypnose, redenering, associatieve of diskursieve logika, post-neopositiv istisch, ontwaakt, slapend, bewust, en passant, in hints, nuchter, dronken, high of verlicht beleefd, deelnemers tellende, kenners in de wereld van ingewijden.
‘Le poète est vraiment voleur de feu. Il est chargé de l'humanité, des animaux même; il devra faire sentir, palper, écouter ses inventions; si ce qu'il rapporte de là-bas a forme, il donne forme; si c'est informe, il donne de l'informe. Trouver une langue; - Du reste, toute parole étant idée, le temps d'un langage universel viendra!’
Een universele déclaration des droits (et devoirs) de l'homme voyant, le vrai croyant, waarbij ik mij - al ware het slechts een job description - kan neerleggen, als funktie.
Alleen het woord op papier kan het niet maken; ook Michaux zoekt zijn uitdrukking in een groter taal dan Nederlands, op boekdruk. De werkelijkheid zal worden één poésie faite par tous, ik verklaar dit leven nader. Als wat ik breng inform is, het komt ook van là - bas, en het doet er niet toe, op welke wijze ik de grâce ontvang. Ben ik niet jarenlang zoekende? Word ik dan niet wijzer? Mag ik spreken?
Deel ik niet mee in het lijden?