26 februari 1964 [nog steeds de eerste dag]
wfh: Paranoia is zijn kick; hij heeft zich vastgeklampt aan de enige vijand. Ik geef aan gezonder belevenissen de voorkeur.
Beste Mike, bedankt voor je kaart uit Israël. Toestanden hier zijn gewijzigd, het adres niet langer het oude. Een half jaar ander leven is aan je voorbijgegaan; zonder jou leiden tienduizend anderen het hunne. Er is over je gesproken, we hebben je succes toegewenst op de reis en je goede nieuws zal ik verspreiden.
Ik kan je hier niet alles verhalen, ik ben op dit ogenblik onderweg, ik ga het allemaal opschrijven, ik ben aan het schrijven begonnen, dit is de eerste dag. Vanaf vandaag elk woord dat ik schrijf in dit boek. Wens me voorspoed op deze reis, noem (zoals ik een ander) mij gebenedijde. Van Dale: gezegende, ingewijde.
Stephen is een maand geleden uit de States teruggekomen, een mede-reiziger. Wij waren gedrieën (met Lodewijk) bij Henri Michaux op bezoek; als ik op deze plaats over die ontmoeting van ruim twee uur zou schrijven, is het niets meer dan journalistiek. Als ik het weekend beschrijf, dat wij tezamen hebben meegemaakt, Amsterdam-Parijs v.v., zou ik in de eerste woorden stokken. Het zijn niet de laatste woorden, waarom het gaat, het gaat om de eerste die nog gezegd moeten worden. Het verhaal van Prometheus die het vuur van de Goden stal, de openbaring van de vele geheimen, the enemies within, die telkens opnieuw overwonnen moeten worden, uit liefde. Ik hoop dat je me binnenkort weer schrijft, iets meer dan zon, zee, strand, hoewel - wat is er méér?